De laatste kogel

FN wordt weer eens geherstructureerd. Deze keer is het op leven of dood. Zal Claude Elsen, de nieuwe topman van de groep, de centen vinden om zijn plan uit te voeren ?

De eerste keer dat Claude Elsen (48j.) met zijn personeel wou praten, tikten de vakbonden hem op de vingers : ze vonden dat alleen zij met de arbeiders mochten communiceren. “Ze zullen het een blunder vinden,” mopperde een ontevreden vakbondsman. Elsen had zijn antwoord klaar : “Het was geen blunder en ik zal het nog doen.”

Elsen, sinds vorige herfst voorzitter en gedelegeerd bestuurder van de groep Herstal, heeft geen makkelijke taak. FN kampt met een te hoge kostprijs en een te lage productiviteit. En er zijn de Luikse vakbonden. “De syndicalisten eisten van de aandeelhouders de groep Giat (92 %) en het Waalse Gewest (8 %) zelfs een opvolger,” zegt de voorganger van Elsen, Albert Diehl.

“FN bevindt zich in dezelfde situatie als Acec 15 jaar geleden,” vindt een consultant. “Over alles moet onderhandeld worden. Beslissingen worden niet genomen in functie van het beleid maar om het elkaar makkelijk te maken.”

Albert Diehl klaagt de huidige toestand aan : “Ik heb het gevoel dat ik 12 jaar heb verspild.” Harry Tintner, in 1990 door Diehl op staande voet uit FN gekieperd, is nu benoemd in het directiecomité van de groep Herstal, als hoofd van de militaire afdeling.

SFEER.

Ook andere benoemingen hebben stof doen opwaaien. Zo moest Marcel Rippinger, directeur human resources, van mensen buiten het bedrijf vernemen dat hij voortaan onder toezicht zou staan van André Van Dooren. Diehl denkt dat het nieuwe organigram de mensen die het vak kennen op een zijspoor zet. Andere insiders pleiten echter voor een radicale verandering van de managementstijl. “Elsens concepten zijn niet echt nieuw, behalve misschien voor Herstal,” laat Giat-topman Jacques Loppion zich ontglippen.

“De banden tussen de politiek en het management zijn bij FN nog steeds niet doorgehakt,” klaagt ABVV-woordvoerder José Verdin. “Er hangt een groep nostalgici rond het bedrijf, mensen die ervan dromen een nieuwe ploeg aan het bewind te brengen. Dit bedrijf wordt in het openbaar bestuurd en dat is erg onaangenaam.”

Feit is dat de groep financiële problemen heeft. De orderboekjes geraken leeg, zowel in de civiele als in de militaire sector. In sommige segmenten, zoals dat van de fluorescerende vuurwapens, heeft de groep Herstal de boot gemist ; de omzet daalt al jaren. Nadat het uit het rood was gekomen, noteerde Herstal in 1995 opnieuw een negatief resultaat.

Bovendien zou Herstal moeilijkheden hebben om uitvoervergunningen los te krijgen. “Ik had Claude Elsen op 22 maart een afspraak bezorgd met Philippe Maystadt,” vertelt Louis Smal, de kopman van de Luikse ACV-métallo’s. “Maar Elsen was op wintersport en sloeg de uitnodiging af.” Albert Diehl bevestigt het verhaal van de gemiste afspraak ; Claude Elsen ontkent.

Toen hij bij Herstal aan de slag ging, huurde Claude Elsen een tiental consultants in. Die uitgave wordt hem door velen kwalijk genomen hij zou het bedrijf hebben verarmd. “Dat is waar,” meent Albert Diehl. “Bij mijn vertrek maakte het bedrijf een behoorlijke winst. Sindsdien is de situatie met bijna een miljard frank achteruitgegaan. Het is dramatisch. Vorige lente lagen er al gedetailleerde voorstellen op tafel, ook om Anagni ( nvdr de Italiaanse fabrikant van jachtpatronen) te verkopen. De raad van bestuur heeft toen beslist om te wachten. Het resultaat : ze hebben 15 maanden verloren en de herstructurering is nu strenger.”

HERSTRUCTURERING.

Het plan-Elsen ligt er nu : 741 van de 3650 jobs die FN wereldwijd telt, moeten weg. In België verliezen 397 van de 1440 werknemers hun job. Daarnaast komt er een industrieel plan in drie stappen : het stoppen van de financiële verliezen, de herdimensionering van het bedrijf en de invoering van nieuwe structuren. In december ’95 begon de reorganisatie van Faurieux (het atelier van luxewapens van Herstal) ; bij het Amerikaanse filiaal Usrac verdwijnen 1 op 5 jobs ; het Italiaanse Anagni wacht een gelijkaardige ingreep.

Het plan voorziet de creatie, binnen de groep, van 15 strategic business units. Elsen wil vooreerst de manier van werken wijzigen. “Het proces zal minstens drie jaar duren. We moeten rekening houden met de knowhow van het bedrijf, en niet langer enkel producten fabriceren maar ook ideeën.”

Tot eind deze maand wordt het bedrijfsplan besproken door directie en sociale partners. De discussies met de vakbonden hebben reeds nieuwe ideeën opgeleverd, zoals de diversificatie naar de fijne machinebouw.

Volgens McKinsey draaien de nieuwe fabricagemodules waarin Giat 2,5 miljard investeerde slechts op 29 % van hun theoretische capaciteit. Een aparte business unit zou dit ondermaatse gebruik moeten verbeteren. “We denken aan Volvo, dat wij 40.000 besturingsassen per jaar leveren,” zegt ABVV-er Nico Cue, “én aan gemechaniseerde onderdelen voor het geleidingssysteem van de Trigat-raket.” Volgens Albert Diehl zijn dat illusies. “Gaan ze concurreren met een loonkost van 1000 frank per uur ?” vraagt hij. “De groep besteedt zelf meer dan 50 % van de onderdelen uit. Het zal slechts een peulschil opleveren.”

De groep denkt ook aan investeringen in de tot op heden volledig verwaarloosde politiesector, en in de markt van bedwingingswapens (die gas of een elektrische lading afvuren).

NUTTELOZE INSPANNINGEN.

De bedrijfsgeschiedenis geeft weinig vertrouwen in de diversificatiepogingen. Parallel met de wapenproductie was FN al altijd met civiele activiteiten bezig ; onder meer met vliegtuigmotoren en sportartikelen. Successen waren die diversificaties nooit.

De fabriek voor F-16 motoren die wordt gebouwd, is veel te groot in verhouding tot de bestellingen én veel motoren worden afgekeurd. De divisie FN Industry, onder meer belast met het onderhoud van de Brusselse metroroltrappen, de verkoop van hydraulische systemen en plasticrecuperatie, doet het niet goed.

In de jaren ’70 draaide de ontwikkeling van sportartikelen zeilplanken, hengels, golfclubs en tennisraketten eveneens uit op een fiasco. FN droomde ervan zijn Browning-verkoopnet rendabel te maken door de productie te diversifiëren. Maar terwijl een wapen 20 tot 30 jaar op de markt kan blijven en dus hoge researchkosten rechtvaardigt, zijn tennisraketten erg modegevoelig. FN gokte op metalen raketten, die nooit meer dan 5 % van de markt innamen. Bovendien wou FN alles zelf doen en bouwde het een productie-eenheid met een capaciteit die groter was dan de totale markt voor dit type van artikel. Tegelijkertijd besteedden de concurrenten de fabricage uit in Azië…

GELOOFWAARDIGHEID.

“FN bestaat al meer dan een eeuw en heeft zich altijd weten aan te passen,” reageert Claude Elsen. “Ik kijk naar de toekomst.”

Of hij de noodzakelijke steun van het personeel zal krijgen ? “De productiviteit kan verbeterd worden,” geeft ACV-er Louis Smal toe. “Maar dan moet het bedrijf eindelijk eens een duidelijk beleid voeren.”

Smal vreest bovendien dat men moeilijk een partner zal vinden zolang de herstructurering niet achter de rug is. “De geloofwaardigheid van de operatie hangt sterk af van het plan-Elsen,” meent Giat-topman Jacques Loppion. “Het moet zo snel mogelijk uitgevoerd worden.”

Het komt er vooral op aan de financieringsmiddelen te vinden. De 400 miljoen provisie van 1995 voldoen niet. De kosten van het plan-Elsen worden geschat op 1,8 miljard frank voor het sociale luik en 1,1 miljard frank voor het industriële. “We moeten vooral de cashflow van het bedrijf vergroten,” beklemtoont Elsen. Men zou bijkomende middelen kunnen vrijmaken door bepaalde activa van de hand te doen ( nvdr vooral via de 32 % in het Italiaanse Berretta, geraamde waarde : 1 miljard frank). Toch blijft de komst van een partner noodzakelijk.

“Ze zeggen dat ze het geld zullen vinden,” zegt Albert Diehl bezorgd. “Maar als men het plan begint uit te voeren en achteraf geen partner vindt, is het afgelopen.”

“Wij zullen de financiering van het plan realiseren,” zegt Jacques Loppion zelfzeker. Giat Industries heeft echter zelf een bloedtransfusie van de Franse staat moeten krijgen. De Franse wapenfabrikant is dan ook op zoek naar een nieuwe aandeelhouder voor de groep Herstal. Toch wil Giat zijn participatie in Herstal niet opgeven. “Er kunnen synergieën komen tussen Giat en Herstal in de infanterie en de beveiliging,” meent Loppion. Hij rekent op Harry Tintner om dergelijke synergieën te ontwikkelen.

Ten slotte moet een partner gevonden worden die bereid is tot een verbond met drie partijen. Loppion zegt dat er heel wat geïnteresseerde (wapen)bedrijven zijn.

De vakbonden zullen het proces aandachtig volgen. “Wij hebben jaren met Giat moeten onderhandelen om een autonome juridische entiteit te verkrijgen, geleid door een algemeen directeur met zeer ruime bevoegdheden,” zegt ABVV-er Verdin. “Herstal beslist zelf over de civiele en militaire productie, over de commercialisering en de research. Wij willen niet dat Giat vertrekt of dat een eventuele kandidaat één van deze elementen in vraag stelt.” Het ABVV zegt dat het in zo’n geval het Waalse Gewest zal herinneren aan zijn vetorecht in de raad van bestuur. Is er nieuw sabelgekletter in het vooruitzicht ?

CHRISTINE SCHARFF

ALBERT DIEHL (EX-FN) Ik heb 12 jaar van mijn professionele carrière verloren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content