De kracht van goede bedoelingen

Colin Powell, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, voorspelt dat het anti-Amerikanisme zal afnemen.

De auteur is de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken.

Zowel landen als mensen worden graag aardig gevonden, maar een verantwoordelijke houding is belangrijker dan populariteit. Niet iedereen is het eens met de buitenlandse politiek van president Bush en zijn regering. Dat is jammer, maar het weegt niet op tegen de vraag of wij onze plicht tegenover het Amerikaanse volk en de internationale veiligheid nakomen.

Sommige critici van het Amerikaanse buitenlands beleid blijven tot vervelens toe herhalen dat president Bush impulsief en eenzijdig optreedt. Dat is niet waar. Toen de president in september 2002 zijn nationale veiligheidsstrategie voorstelde, hebben sommige waarnemers zijn verwijzingen naar een preventief optreden te sterk in de verf gezet. Veel mensen die het beleidsdocument nooit hebben gelezen, hebben de indruk gekregen dat het vooral over preventieve maatregelen gaat.

Dat is niet zo. De nationale veiligheidsstrategie richt zich voornamelijk op bongenootschappen en partnerships. Ze legt de nadruk op vrije handel, nieuwe initiatieven voor de hulp aan de economische ontwikkeling en inspanningen om de verspreiding van massavernietigingswapens tegen te gaan. Ze wil dat de Amerikanen regionale conflicten oplossen. En ze geeft voorrang aan het smeden van sterke, coöperatieve banden met andere grootmachten.

Met de hulp van vele bondgenoten boeken we successen in de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme. Dat heeft gedeeltelijk te maken met de overwinningen van de Amerikaanse en geallieerde troepen in Afghanistan en Irak. We hebben hard gewerkt om die militaire overwinningen om te zetten in blijvende politieke resultaten. Het succes van de oorlog tegen het terrorisme is ook te danken aan de diplomatieke inzet voor een betere samenwerking tussen de veiligheidsdiensten en voor het delen van informatie.

Geen tegenstanders maar partners

Wat minder in het oog springt, is dat wij ook vooruitgang boeken in andere belangrijke domeinen. De Verenigde Staten hebben een zeldzame kans om met alle grootmachten op goede voet te staan. We profiteren daarbij van de vele hechte vriendschappen met andere landen. De grootste uitdaging is de volledige integratie van een steeds democratischer Rusland en een moderniserend China in de hoofdstroom van de democratische instellingen en de vrije markt. Tegelijkertijd moeten we India, dat zich economisch ontwikkelt, opnemen in de rangen van de grootmachten.

Onze relatie met Rusland is dramatisch ten goede veranderd. We zijn ons arsenaal van strategische wapens radicaal aan het beperken en vinden nu in Moskou een partner in de strijd tegen het terrorisme en de wereldwijde verspreiding van massavernietigingswapens. De nieuwe relatie die tussen Rusland en de Navo groeit, heeft een reële basis. We staan dichter dan ooit bij een eendrachtig, vrij en vreedzaam Europa.

India is sinds zijn onafhankelijkheid in 1947 een democratie en verandert dankzij de recente hervormingen in een echte markteconomie. Het staat wel nog voor vele uitdagingen. We willen India helpen om die te overwinnen en onszelf helpen door nauwer samen te werken met één van eerbiedwaardigste culturen ter wereld. Tegelijkertijd hebben we onze relatie verbeterd met Pakistan, een land met zijn eigen binnenlandse problemen. Die twee stappen voorwaarts hebben ons geholpen, toen in 2002 een open oorlog op het subcontinent een reële mogelijkheid leek. Met de hulp van de bondgenoten in Europa en Azië hebben we dat gevaar afgewend.

We blijven onze betrekkingen met zowel India als Pakistan verbeteren en willen die parallelle vooruitgang transformeren in een driehoek die conflicten in zuidelijk Azië kan oplossen. Wij willen ons niet opdringen als bemiddelaar, maar beide partijen vertrouwen ons steeds meer. Wij gebruiken dat vertrouwen om ze tot vreedzame verzoening aan te zetten.

In de ogen van de wereld

De Chinees-Amerikaanse betrekkingen zijn beter dan ze in lange tijden geweest zijn. We moeten onze gemeenschappelijke toekomst samen vormgeven. De nationale veiligheidsstrategie zegt het duidelijk: “We verwelkomen de opkomst van een sterk, vreedzaam en welvarend China.” Als onze belangen samenvallen, werken we samen. Een goed voorbeeld daarvan is Korea.

Wanneer we erin slagen het probleem van de Noord-Koreaanse kernwapens op te lossen, zullen we hebben bewezen dat de Amerikaanse diplomatie er niet alleen is voor de nationale belangen van de VS, maar ook voor de belangen van de internationale veiligheid. We zullen aantonen dat het voor andere machten beter is om met de VS samen te werken dan hem tegen te werken. We zullen door middel van een partnerstrategie de wereldvrede hebben versterkt.

Sommige buitenlanders hebben het moeilijk met onze noodzaak om met militair geweld op de terreur van 11 september 2001 te reageren. Het anti-amerikanisme is toegenomen, vooral in de context van de oorlog in Irak. Naarmate de wederopbouw van Irak vordert, zullen die negatieve gevoelens afnemen. We doen hard ons best om ook andere pijnpunten weg te nemen.

We vechten tegen het terrorisme omdat we moeten. We ijveren voor een betere wereld omdat we het kunnen en het willen. Daarom verdedigen we de democratie, de ontwikkeling, de gezondheid en de mensenrechten. Dat zijn geen eufemismen voor onze belangen. Het zijn onze belangen. Het zijn de idealen die onze macht moet dienen.

Colin Powell

“We vechten tegen

het terrorisme

omdat we moeten.

We ijveren voor

een betere wereld omdat we het

kunnen en willen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content