De Kleine Oorlog

Zowel Belgacom als Telenet lijken elke frontale confrontatie te schuwen op de vrije telecommarkt anno 1998. Is dat het beeld van de nieuwe concurrentie ?

Het jaar 1998 staat symbool voor de vrije telecommarkt in België, maar het is ook het herdenkingsjaar van de surrealistische schilder René Magritte. Eén van zijn bekendste werken de man met de bolhoed en de groene appel voor het gezicht wordt door Belgacom in zijn promotiecampagne gebruikt. “De Grote Oorlog,” zo luidt de titel van het schilderij. “Puur toeval,” wil gedelegeerd bestuurder John Goossens elke allusie op een telecomoorlog afzwakken.

En toch. Nu met 1 januari 1998 het startsein is gegeven voor een open concurrentie op de Belgische telecommarkt, beginnen allerlei operatoren in dit land aan te schuiven voor een licentie inzake publieke spraaktelefonie. Het regelgevende Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) kende deze (voorlopige) vergunning nu al toe aan twee nieuwe marktspelers : Telenet en WordCom. “Maar er zitten nog minstens zeven tot acht dossiers in de pijplijn,” zo wordt ons daar bevestigd.

Vorig jaar bestempelde het marktonderzoeksbureau International Data Corporation ( IDC) ons land al als één van de snelst groeiende telecommarkten in West-Europa. Voor de periode 1996-2000 werd toen een gemiddelde jaargroei voorspeld van 9,2 % een fors stuk hoger dan het Europees gemiddelde (6,5 %). De reden ? België heeft een achterstand goed te maken. Zo telt ons land een gemiddelde van 88 telefoonlijnen per 100 gezinnen, vergeleken met 101 in Nederland, 96 in Duitsland en 107 in Frankrijk. Ook het gebruik per lijn ligt hier lager dan in de omringende landen.

Weinig ruimte voor prijsdaling in 1998

Precies hierop wil Telenet inspelen. “Het aantrekken van mensen die een tweede telefoonlijn willen, is een heel belangrijke doelgroep voor ons,” zegt topman Paul Van der Spiegel. “En voor bestaande Telenet-klanten is de installatie van die tweede lijn trouwens gratis, want ze gebeurt terzelfder tijd.” Telenet is echter voorzichtig. “Voor de prijzen spiegelen we ons aan de tariefstructuur van Belgacom, met een 10 % korting voor wie binnen de maand een telefoonlijn aanvraagt. We hebben hier lang over nagedacht en we vonden dat transparantie het belangrijkste was. Een abonnee moet de prijsvergelijking kunnen maken met Belgacom. We hebben daarom ook geopteerd voor een zelfde zonale indeling.”

Paul Van der Spiegel schuwt duidelijk de confrontatie. “Ik denk niet dat er in 1998 nog veel ruimte zal zijn voor verdere prijsdaling op de markt van de residentiële telefonie,” merkt hij zelfs op. Een houding die duidelijk in de smaak valt van John Goossens. Hij zegt : “Telenet is voorzichtig en ik denk dat dit een redelijke strategie is, vergeleken met de onnodig agressieve standpunten die ingenomen werden door de vorige directie ( nvdrGuido Declercq). Dat is wat ik noem, gezonde concurrentie. Iedereen vecht voor zijn marktaandeel, iedereen probeert klanten te winnen, maar we maken elkaar niet zwart in de pers en slepen elkaar niet voor de rechter.”

Intussen doen Belgacom Mobile en Mobistar mekaar wél de duivel aan. “Klopt, maar dit is niet onze keuze,” aldus Goossens. “Ik vind dat het tijd wordt dat we onze meningsverschillen onderling bijleggen. Uit al die rechtszaken komen alleen de advocaten als winnaars tevoorschijn. Er moet een redelijke manier gevonden worden om de conflicten intern te regelen.”

De oproep

is niet toevallig. Voor de nationale telefoonoperator is 1998 nog steeds hoe paradoxaal ook een consolidatiejaar. “Tussen nu en volgend jaar liggen onze prioriteiten in dit land,” knikt John Goossens. “We moeten 6000 personeelsleden omscholen en hebben intussen al 1500 nieuwe medewerkers aangeworven. We implementeren nieuwe producten en diensten, systemen en processen. We veranderen ons voorraadbeheer : het aantal magazijnen moet afslanken van 82 naar 4, een inventaris van 9 miljard frank moet dalen naar 2,5 miljard tegen midden 1999, installatietermijnen van 6 weken moeten tegen 1 juni 1999 ingekort worden tot 24 uur. Dit alles zal veel tijd en energie kosten.”

Voor de toekomst draagt de Belgacom-topman het woordje diversificatie hoog in het vaandel. In 1995 werd gestart met de uitbouw van de afdeling multimedia. In 1996 werd het actieterrein van de operator op geografisch vlak uitgebreid naar Noord-Frankrijk toe, via de overname van het regionale netwerk van Eurotéléport in Rijsel. Vandaag biedt Belgacom er met hulp van de Franse distributiegroep Auchan telefoonverbindingen aan die 10 % tot 50 % goedkoper zijn dan wat France Télécom aanrekent.

Voorts zette Belgacom enkele belangrijke stappen op de markt voor veiligheid en bewaking. Ook hier is geografische expansie het streefdoel : vorige maand deed de operator een openbaar overnamebod op de beursgenoteerde Franse bewakingsgroep Cipe. Belgacom probeert nu ook zijn positie in Nederland te versterken door een gezamenlijk bod met Tele Danmark op de licentie voor het derde mobilofoonnet DCS-1800 (zie inside, Trends 15 jan. 1998).

Groei in telecom komt vooral van data

“Als je uit een monopoliepositie komt, kan je maar één ding overkomen,” zegt John Goossens. “Verlies van marktaandeel.” Dus zoekt Belgacom elders groei. Goossens : “We staan vandaag nog nergens op het vlak van het gebruik van telecomdiensten. Meer en meer alledaagse activiteiten worden overgenomen door de telecommunicatie. Nu al kiezen bedrijven voor kwaliteitsvolle videoconferencing in plaats van tijdsopslorpende reizen. Met behulp van de intelligente telefoons wordt thuisbankieren aantrekkelijker. Met het Internet kunnen vakanties geboekt worden. In die zin ben ik ervan overtuigd dat groei in de telecommarkt van data zal komen en niet van spraak. En dan heb ik het nog niet gehad over de ontspannings- en educatieve sector : videospelletjes, telewerken, leren op afstand, telewinkelen.”

Toch is het opvallend

dat precies Telenet zijn verwachtingen in deze multimediadiensten flink heeft teruggeschroefd. John Goossens lijkt een andere mening toegedaan : “Als kabelmaatschappijen de toelating kunnen krijgen om in de telecommarkt actief te worden, waarom zouden wij dan niet hetzelfde dienstenpakket kunnen aanbieden als zij ? We volgen met een speciaal projectteam de evoluties op deze markt. Het is goed mogelijk dat we in de loop van 1998 een project op het vlak van de verspreiding van videosignalen zullen bekendmaken.”

Meer wil de Belgacom-topman hierover niet kwijt. Op een blauwe maandag, in het najaar van 1996, bracht het telefoonbedrijf ooit een bod uit op de concessie voor kabel-tv-distributie in de Brusselse gemeente Etterbeek. Het bleef bij dit ene initiatief. Sindsdien is de Europese Commissie scherper gaan toezien op de stricte scheiding tussen telecom- en kabelactiviteiten van bestaande telefoonoperatoren.

De groeiende appetijt

van de Belgische kabelmaatschappijen in de telecommarkt is John Goossens een doorn in het oog. In april 1997 richtte de Brusselse kabeloperator Coditel (goed voor 165.000 abonnees) een 50-50 %-joint venture op met het Amerikaanse WorldCom. Beide partners investeerden samen in de uitbouw van een plaatselijk glasvezelnetwerk in het vakjargon : metropolitan area network. Kostprijs : 1,5 miljard frank. De doelgroep is in eerste instantie de financiële instellingen, overheden en multinationale ondernemingen in het Brusselse. Maar WorldCom wil nu diezelfde spraakdiensten ook gaan aanbieden over heel België én in Luxemburg (waar Coditel eveneens infrastructuur heeft liggen).

“Een logische evolutie,” legt Christine Castelein, algemeen manager WorldCom België, uit. “We hadden in België al glasvezellijnen liggen tussen Antwerpen, Brussel, Leuven, Charleroi en Bergen. Die ruggengraatring dient nu als basisinfrastructuur voor vijf van de tien telefoonzones in België.” Hierdoor kan WorldCom genieten van de tariefformule BRIO-1 voor interconnectie, die zowat 15 % goedkoper is dan BRIO-2 (bedoeld voor operatoren zonder eigen netwerk). “Of we straks ook een glasvezellijn aanleggen in de overige zones, hangt af van de interconnectiekosten die we daar zullen moeten betalen,” aldus Castelein.

Een ander kabeloperator die in het Brusselse telecomdiensten aan bedrijven aanbiedt, is Brutélé (76.000 abonnees). Deze intercommunale legde zelfs samen met de kabelmaatschappij ALE Teledis uit Luik een optische glasvezelverbinding tussen beide steden : onder meer Cockerill-Sambre maakt hiervan gebruik. Ook TVD-Radio Public liet al telecom-ambities blijken, zelfs buiten de eigen Brusselse en Leuvense kabelregio (zie Trends, 28 augustus 1997).

De keuze om al dan niet een eigen netwerk in België uit te bouwen of daarvoor een beroep te doen op derden, is een prangende vraag die de meeste operatoren met ambitie in de publieke spraaktelefonie bezig houdt. Unisource (het samenwerkingsverband tussen PTT Nederland, Telia en Swisscom) stuurde hierin recentelijk zijn standpunt bij. “We hebben nu toch een aanvraag voor het uitbaten van een eigen netwerk bij het BIPT ingediend,” zegt Pierre Verbruggen. De operator treedt hiermee het standpunt bij van concurrenten als WorldCom en Global One. De Unisource-manager legt uit dat de prijzen voor huurlijnen in België nog steeds vrij hoog liggen. “We proberen een optimale kostenmix te vinden tussen een eigen netwerk en huurlijnen.” Ook het Britse BT overweegt een licentie voor basisinfrastructuur aan te vragen.

Het valt trouwens op dat Unisource ook in andere marktsegmenten zijn strategie heeft aangepast. “Onze kandidatuur voor de semafoonlicentie ERMES zullen we herbekijken,” zegt Verbruggen. “We moeten prioriteiten stellen.” Wat betreft de uitbating van het derde mobilofoonnet DCS-1800 in België is er ook twijfel bij Unisource : “We kijken uit naar samenwerking met andere partners”.

Ook BT aarzelt om zijn kandidatuur te stellen voor de DCS-1800. “We hebben onze bedenkingen bij de commerciële haalbaarheid van een derde mobilofoonnet in België, althans volgens de criteria die in het koninklijk besluit werden geformuleerd,” zegt BT-manager Philippe Lijmbach. “Zoals het er nu naar uitziet, staan we niet erg positief tegenover een deelname.”

Ofwel draaien beide telecomoperatoren elkaar een rad voor de ogen, ofwel zijn ze oprecht voorzichtig. Is er dan toch concurrentie ?

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content