De kinderen van covid-19

De kloof tussen arm en rijk in de Verenigde Staten zal groter worden door de coronacrisis.

De meeste sociale wetenschappers zijn het erover eens dat tegenspoed in de kindertijd doorwerkt tot op de volwassen leeftijd. Kinderen lopen gelukkig veel minder risico om te overlijden aan covid-19, maar de impact van de toegenomen armoede, de werkloosheid en de verstoorde schoolopleiding zullen ze minder makkelijk ontlopen.

Fysiek in de klas zitten is beter dan online lessen volgen. Dat geldt nog meer voor minder bemiddelde kinderen die niet over een goede internetverbinding of een computer beschikken, van wie de familie zich geen bijlessen kan veroorloven en die op school gratis maaltijden en stabiliteit vinden. Analisten van het adviesbureau McKinsey hebben berekend dat de gemiddelde leerling zeven maanden achterstand opgelopen zal hebben, als de scholen het persoonlijke onderricht in januari 2021 hervatten. Leerlingen met een weinig bemiddelde achtergrond zullen meer dan een volledig schooljaar moeten inboeten.

Ook het leven thuis raakt steeds meer verstoord. In september voerde het Census Bureau een reeks enquêtes uit. De resultaten wezen uit dat 30 procent van de Amerikaanse gezinnen waarvan de ouders geen middelbareschooldiploma hebben, de week voordien niet genoeg te eten hadden. 21 procent van de laagopgeleide gezinnen, wat neerkomt op minder goed betaald, zei dat ze de huur van de maand voordien niet betaald hadden. Een vergelijkbaar percentage achtte het heel waarschijnlijk dat ze in de komende twee maanden uit hun woning zouden worden gezet. De indicatoren van psychische problemen bij ouders, zoals depressie en angst, zijn ook disproportioneel gestegen, deels doordat er meer banen verloren zijn gegaan. Eten, onderdak en instabiliteit bij de ouders leiden tot slechter gedrag op school, zwakkere resultaten en uiteindelijk minder leerlingen die hun middelbare school en universitaire opleiding afmaken.

Gebrek aan reactie

Hoe sneller ouders kunnen terugkeren naar hun werk en kinderen naar de schoolbanken, hoe minder covid-19 zal leiden tot ongelijkheid. De federale overheid zou beschermende maatregelen kunnen treffen om de impact te verzachten, zoals een nationaal lerarenkorps oprichten om bijles te geven aan leerlingen die zich die hulp niet kunnen veroorloven, of meer toegang verschaffen tot computers. Door de wederzijdse afkeer tussen de Democraten en de Republikeinen ziet het er niet naar uit dat het ervan zal komen. De overheden van de steden en de staten zullen buitenspel worden gezet door hun eigen budgettaire crisissen. In plaats daarvan zal het gedecentraliseerde onderwijssysteem van de Verenigde Staten die problemen beetje bij beetje moeten aanpakken, district per district. Net zoals bij zoveel andere zaken die de kinderen van covid-19 treffen, zal het gebrek aan reactie door de beleidsvoerders de ongelijkheid nog groter maken. De gevolgen zullen nog jaren voelbaar zijn.

De auteur is correspondent beleid Verenigde Staten van The Economist in Washington DC

30 procent

van de Amerikaanse gezinnen waarvan de ouders geen middelbareschooldiploma hebben, hebben niet genoeg te eten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content