De ketels zijn uitgedeukt

Met een schone lei en vers kapitaal blaast de Limburgse ondernemer Michel Peeters het stervende Wanson, de wereldberoemde ketelbouwer uit Machelen, nieuw leven in. Blijft de onderneming deze keer wel deukvrij?

Wanson Industries, opgericht op 13 augustus 2001, bestaat uit drie aandeelhouders (zie Trends, 6 september 2001): het management, Kafina (de holding rond de Lokerse zakenman Karel Moortgat, eigenaar van een aantal autorijscholen) en Punch International (de beursgenoteerde fabrikant van elektronische componenten). Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 1,25 miljoen euro (ongeveer 50 miljoen frank), waarvan 500.000 euro aan converteerbare obligatieleningen. De kredietlijn bij de BBL beloopt een gelijkaardige som.

“Na maandenlange onderhandelingen, inclusief een staking van het personeel, kunnen we nu eindelijk met een schone lei starten,” zucht algemeen directeur Michel Peeters (40), industrieel ingenieur elektromechanica aan de Groep T van de KU Leuven. Hij steekt er zijn zoveelste Balmoral-sigaar bij op. “Na het faillissement van Mahy uit Gent is Wanson nog de enige industriële ketelbouwer in het land. Naar schatting beloopt de Belgische markt zo’n 25 miljoen euro (1 miljard frank). Onze jaaromzet bedraagt 8,5 miljoen euro (343 miljoen frank), waarvan 40% export. Er zijn dus nog duidelijke groeimogelijkheden. Bovendien zal stoom altijd blijven bestaan. In tegenstelling tot de e-commerce verkopen wij tastbare toestellen, die de industrie van de nodige energie voorzien. Onze technologie is met andere woorden onmisbaar voor de economie.”

Twee faillissementen op rij

In 1929 richtte Isodoor Wanson een industriële ketelfabriek met zijn naam op. Eind de jaren tachtig nam de Ukkelse bedrijvendokter Dominique Blieck Wanson over, dat toen met 1000 werknemers een geconsolideerde omzet van 81,8 miljoen euro (3,3 miljard frank) realiseerde. Hij sluisde de onderneming, met uitzondering van het vastgoed van Immobilière Wanson, in 1990 op zijn beurt door aan de Franse engineeringgroep Babcock. Na een verhuis naar Boortmeerbeek raakte de ketelbouwer in financiële moeilijkheden, en ging in november 1995 uiteindelijk in vereffening.

Zes maanden later kocht de Groep Bultinck het failliete metaalbedrijf _ uitgezonderd de waterafdeling, die naar Seghersbettertechnology Groep ging _ voor 744.000 euro (30 miljoen frank) over van de curator. Voor het vastgoed betaalde de toenmalige moeder van Elboma Moortgat Konstruktie (EMK) uit Wetteren naar verluidt 5,58 miljoen euro (225 miljoen frank). Bij deze overname kreeg de vastgoedpromotor _ tevens exploitant van bejaardentehuizen en bioscopen _ subsidie van het Vlaamse Gewest, op voorwaarde dat hij de productie vijf jaar in stand hield. Die termijn is inmiddels verstreken.

Intussen werd het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) waarin de site zich bevindt, gewijzigd. Voortaan mogen op het terrein kantoren gebouwd worden. Gezien het succes van de locatie (aan de ring rond Brussel, op een steenworp van Zaventem en vlakbij het hoofdkwartier van de Navo) zijn de gebouwen en gronden naar schatting 20 miljoen euro (ongeveer 800 miljoen frank) waard. Dit vastgoed zit nog altijd in een aparte vennootschap _ Immobilière Wanson _ zodat het niet bij de overname van Wanson betrokken is. Wel heeft de kasteelheer van Schouwbroek uit Vinderhoute-Lovendegem aan de curator moeten beloven dat de nieuwe eigenaars tot 13 juli 2003 op de bestaande site mogen blijven zitten. Pas dan kan hij langs de kassa passeren. Ondertussen is de Groep Bultinck wel van alle schulden af.

“Jarenlang zoog de familie Bultinck het bedrijf leeg,” zegt Guy Heirman van de socialistische vakbond ABVV. Samen met het ACV hield die bond tussen 25 juni en 11 juli 2001 het bedrijf bezet om de toekomst van Wanson te waarborgen. Volgens hem factureerden de andere dochters van Groep Bultinck tal van werken door aan Wanson. Ze schoven elke meerkost die niet rechtstreeks aan de eindklant gepresenteerd kon worden, naar de ketelbouwer door. Voorts rekende het zusterbedrijf EMK _ dat begin dit jaar aan de distributeur Willy Callens uit Harelbeke werd verkocht _ exuberante bedragen aan Wanson voor hun dienst-na-verkoop. Ook de verbouwingswerken werden door de huurder zelf _ Wanson _ betaald. Zelfs toen het metaalbedrijf zijn leveranciers niet meer betaalde, liet zoon Philippe Bultinck zijn Ferrari in de garage van Francorchamps op kosten van Wanson Luxemburg herstellen. Gemiddelde kostprijs: 6000 euro per onderhoudsbeurt.

“Toen vader Bultinck de machines van Wanson doorverkocht aan een vennootschap van zijn zoon, Miami, begonnen we onraad te ruiken,” bevestigt Walter Cnop van ACV Metaal. “Deze sale and lease back-operatie zou het metaalbedrijf redden, beweerden de voormalige bestuurders. Maar uiteindelijk kwam het geld nooit bij Wanson terecht, maar belandde het in de zak van de familie. Toen half mei ook algemeen directeur Michel Peeters _ al de vierde manager op vier jaar tijd _ na veertien maanden aan de dijk werd gezet, en Urbain Bultinck het roer weer in handen nam, viel snel op dat hij alleen maar de laatste miljoenen uit het faillissement wou halen.”

Reddende engel

Intussen bleef Peeters, die wel degelijk brood zag in de industriële ketelbouwer, niet bij de pakken zitten en begon hij op eigen houtje mede-kandidaat-overnemers te contacteren. Als voormalige productiemanager van CMI in Willebroek, ex-stichter van HDI (decoratieve radiatoren) en Belgocoat (corrosiebescherming), is deze Limburgse ondernemer niet aan zijn proefstuk toe (zie Trends, 26 juli 2001).

“Het zou jammer zijn mocht de wereldberoemde ketelbouwer verloren gaan. Ik had eenzelfde scenario meegemaakt bij een van mijn vorige initiatieven: het metaalveredelingsbedrijf Belgocoat uit Beringen kwam in 1995 in handen van Groep De Beuckelaer van Maurice De Velder, maar ging twee jaar later failliet. Daarom zocht ik naar industriële partners om Wanson uit het slop te trekken,” vertelt Peeters. “Financiële investeerders zijn toch alleen maar in het snelle rendement geïnteresseerd. Vrij vlug vond ik het beursgenoteerde Punch International en Kafina om mee in zee te gaan. Zij steunen onze diversificatieplannen naar de groene sector. Zo gaan we ons specialiseren in verbrandings- en vergistingstechnieken voor solventen, slib, biomassa, water en andere afvalstoffen. Hiervoor onderhandelen we met een aantal milieugroepen, zoals het Franse Stereau en het Italiaanse Vomm. Eind september moet onze afdeling Wanson Eco operationeel zijn.”

Ondanks alle perikelen met de familie Buntinck, de staking en het tijdelijk niet-betalen van openstaande facturen, wint de licht ontvlambare Peeters langzaam maar zeker het vertrouwen van personeel, leveranciers en klanten. Eén maand na de heropstart heeft Wanson Industries al één miljoen euro aan bestellingen binnen. Als het bedrijf die trend kan verderzetten, zal het zijn financiële plan ruimschoots overtreffen.

“Op het ogenblik van het gerechtelijk concordaat draaide Wanson een verlies van 1,36 miljoen euro (54,86 miljoen frank), met een totale schuld van 6,25 miljoen euro (252 miljoen frank). Vandaag moeten we weer van nul beginnen en opnieuw een vertrouwensrelatie met de leveranciers opbouwen. Dat is niet gemakkelijk. Daarom betalen wij hen tijdens deze opstartfase contant,” aldus Peeters. “Tegen eind 2002 hopen we onze laatste jaaromzet van 8,75 miljoen euro (353 miljoen euro) te kunnen behouden en de resultaten geleidelijk op te krikken tot 10,75 miljoen euro (433 miljoen frank) in 2004. Ik geloof voor 400% in de toekomst van deze voormalige parel van de Vlaamse industrie.”

Eric Pompen

De nieuwe aandeelhouders kochten voor 1 miljoen euro de naam, het personeel, het klantenbestand en de machines van Wanson.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content