DE KANNIBAAL HEEFT HONGER

Na enkele magere jaren wil Eddy Merckx opnieuw uitpakken met een grote winst. Niet langer door een klassieker te winnen, maar door meer koersfietsen te verkopen.

Het wielertoerisme is populair in Vlaanderen. “Kijk maar eens hoeveel wielertoeristen er op zondagvoormiddag op de wegen rondtoeren,” stelt ook Eddy Merckx tevreden vast. Tevreden omdat de kannibaal niet alleen voor de fiets, maar sinds 1980 ook van de fiets leeft.

De afzet van de Merckx-koersfietsen vaart wel bij de wielerhoogconjunctuur. Want wie de zondagse kilometers afmaalt op een Merckx-fiets, geeft de anderen het nakijken. Helemaal af is het als de fiets op maat gemaakt is. Gedelegeerd bestuurder Eddy Merckx: “Maatwerk is goed voor 15% van de omzet. De 28 standaardmodellen leveren dus nog altijd het gros van de verkoop. De Belgische markt heeft nog veel potentieel en ons marktaandeel is goed. We hebben opnieuw handenvol werk. Dit jaar willen we opnieuw met een grote winst uitpakken.” Merckx’ zegedrang is nog niet geblust na enkele magere jaren. De omzet stagneerde op 140 miljoen frank, de winstcijfers gingen in het rood.

Om tot die betere prestaties te komen, wisselde Eddy Merckx gewoon van fiets. Eddy Merckx: “Tot voor enkele jaren maakten we vooral fietsen in staal en titanium,” zegt de man die op om het even welke fiets om het even welke wedstrijd kon winnen. Titanium is het beste van het beste: het is licht én sterk, maar peperduur. Een titaniumfiets kost snel 150.000 frank. De freaks draaien er hun hand niet voor om, maar voor het grootste deel van de markt is dat te duur. “Daarom brak de jongste jaren aluminium door,” zegt Merckx. “Dat is lichter dan staal en goedkoper dan titanium.” Van de snellere metaalmoeheid ligt de gemiddelde wielertoerist niet wakker. Eddy Merckx: “Met aluminiumkaders bereiken we nu het grootste segment van de markt. Die omschakeling vroeg een hele inspanning. Die is nu verteerd zodat we weer hogerop kunnen kijken.”

Eddy Merckx doet ook inspanningen om de stagnerende export – naar veertien landen – vlot te trekken. “Jaarlijks schuimen we drie tot vier internationale beurzen af,” zegt hij. “De moeilijkheid bestaat erin om goede importeurs te vinden.” Ook aanwezigheid in het peloton blijft een must. Zoon Axel (die voor Mapei-Quickstep rijdt) koerst wel niet meer op een Merckx-fiets. Eddy Merckx: “De absolute topteams zijn te duur voor ons.” Die kosten al gauw tien tot vijftien miljoen frank per jaar. “We moeten kijken wat haalbaar is,” zegt Merckx. De Vlaamse profploegen Vlaanderen 2002 en Collstrop rijden wel op Merckx-koersfiets. Nu nog Merckxbenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content