De jager en zijn prooi

Daarover gooide de topman van ABN Amro vorige week een suggestie in de wereld.

Daarover gooide de topman van ABN Amro vorige week een suggestie in de wereld. Groenink wil ABN Amro binnen de vier jaar in de topvijf van de twintig grootste internationale banken loodsen. Een fusie dringt zich hiervoor op en voor de Nederlandse topbankier is Fortis een gegeerde partner. In 1998 deed ABN Amro al een poging tot overname van ‘onze’ Generale Bank, in competitie met Fortis, en hoewel zijn voorganger Jan Kalff hierbij in de kijker liep, was het vooral Groenink die werd beschouwd als de architect van, en de drijvende kracht achter het bod. Zijn verrassingsaanval, die zoals bekend mislukte, werd als overrompelend en vijandig beschouwd.

Het nieuwe aanzoek aan Fortis vorige week wordt door de analisten lauw onthaald: de twee banken zijn even groot en een fusie zou enkele operationele voordelen bieden, maar niet de kostenbesparing die voor ABN Amro zo belangrijk is. Bovendien moeten beide banken eerst hun interne keuken grondig schoonmaken voor ze samen aan tafel kunnen. Het pittige BreakingViews, een internationale analyserubriek, noemt Groeninks voorstel trouwens slaapverwekkend. De Nederlander, die bekend staat als een fervent jager en zich daarbij een keer zelf in de elleboog schoot, krijgt de raad: pas op dat de jager zelf geen prooi wordt.

Het concern ABN Amro, bekend voor zijn bescheiden en ingetogen bestuurstop, deed heel financieel Nederland bijna omvallen van verbazing toen het Rijkman Groenink op 10 mei 2000 als opvolger van bestuursvoorzitter Jan Kalff benoemde. De beurs reageerde positief en deed het aandeel heropleven: de bikkelharde saneerder werd bekwaam gevonden om ABN Amro in zijn _ moeilijke _ expansie te begeleiden.

“Een bankier is het effectiefst als hij op de achtergrond kan blijven,” stelde Groenink ooit tijdens een van zijn zeldzame interviews. Toch slaagt de man er zelf niet altijd in uit de schijnwerpers te blijven. Zijn naam werd gekoppeld aan diverse pikanterieën, zoals de fraudezaak met diamantgeld bij ABN Amro. In 1996 raakte intern bekend dat vier personeelsleden van ABN Amro niet alleen geld van diamantairs verduisterden, maar ook nog eens rijke Nederlanders hielpen hun belastingen te ontduiken. De affaire werd binnenskamers gehouden, maar lekte via de pers toch uit. Meteen werd de positie en verantwoordelijkheid van Groenink in vraag gesteld.

Zelfs zijn aantreden bij Amro Bank in 1974 ging niet onopgemerkt voorbij: de beslissing om voor Amro te werken _ en niet voor ABN, waar hij ook mocht starten _ nam de jonge bankier door het opgooien van een muntje. Het was zijn eerste schoonvader _ oud- Philips-topman Nico Rodenburg _ die de jurist ervan had overtuigd een MBA te volgen en zich in het bedrijfsleven te storten. Na drie maanden schreef de ambitieuze werknemer een brief aan de raad van bestuur. Hij stelde daarin de vraag wanneer het échte werk zou beginnen.

“Misschien was mijn vader wel de drijfveer om hard te werken,” verklaarde Groenink ooit. Zijn vader was weliswaar hoogbegaafd, maar zijn persoonlijke streefdoel reikte niet verder dan het beroep van huis- en schoolarts, wat zijn zoon irriteerde. In 1978 werd Groenink hoofd van de afdeling Syndicaten & Deelnemingen en op zijn 33ste promoveerde hij tot hoofd van de afdeling Bijzondere Kredieten, ook wel de wrakkencentrale genoemd. Daar kreeg hij de ondankbare taak om kredieten van grote bedrijven in financiële moeilijkheden af te handelen. Zo raakte hij onder meer direct betrokken bij de saneringen van winkelketen Bijenkorf en baggerij Boskalis. Bij een aantal faillissementen _ zoals die van Air Holland, DAF en de voorkenniszaak bij automatiseerder HCS _ was zijn rol trouwens niet altijd onomstreden. In die tijd maakte Groenink zijn reputatie van geslepen, harde en kille maar efficiënte onderhandelaar waar, een man die uitsluitend oog heeft voor de belangen van de bank.

Om de Nederlander voor negatieve publiciteit te beschermen, werd hij in 1992, twee jaar na de fusie van ABN en Amro bank, hoofd Binnenlandbedrijf, de grootste divisie binnen ABN Amro. Een jaar eerder had hij ook al een zitje gekregen in de raad van bestuur.

Groenink streeft een andere cultuur van werken na: weg met de stroperigheid en welkom aan de snelle beslissingen en scherpe financiële maatstaven. Zijn topprioriteit is het creëren van aandeelhouderswaarde. Bij zijn aanstelling op 10 mei 2000 lanceerde Groenink ambitieuze doelstellingen: een winstgroei van 17% per aandeel en een rendement op het eigen vermogen van 25%. Zonder omwegen, zoals de reorganisatie van het Nederlandse kantorennet van ABN Amro al onder Jan Kalff werd gedoopt, stuitte op het verzet van de vakbonden. Tweehonderd kantoren en 6250 van de ruim 29.000 voltijdse arbeidsplaatsen moesten verdwijnen.

Groenink splitste ABN Amro begin 2001 op in drie business units: Wholesale Banking (grote zakelijke klanten), Consumer & Clients (particulieren en midden en kleine bedrijven) en Private Clients & Asset Management (vermogensbeheer). Voor zichzelf en chief financial officer (CFO) Tom de Swaan creëerde hij een aparte status als bijzonder verantwoordelijken voor het realiseren van de doelstellingen binnen de bank. Daarmee maakte hij een einde aan de consensuscultuur en het collegiaal bestuur bij de bank. Bovendien schroefde hij de bestuursvergaderingen terug van tweemaal per week naar een keer om de twee weken: drie bestuurders stapten ‘op eigen verzoek’ op nadat twee buitenlandse bestuurders het bestuur een internationale look hadden gegeven.

De winstdaling van 21% tijdens het jongste kwartaal en de weinig fraaie vooruitzichten verplichten Groenink nu om wat gas terug te nemen. Hijzelf verdiende vorig jaar 1,5 miljoen euro (60,5 miljoen frank). In 2001 zal hij 889.000 euro (bijna 36 miljoen frank) opstrijken, exclusief bonussen.

An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content