De jacht op de ‘diepe zakken’

De Brusselse ondernemer W. hoopte in de jaren negentig bij de verkoop van zijn bedrijf via een kasgeldvennootschap belasting te vermijden, maar werd meegesleurd in een fraudeconstructie. De persoon aan wie een kasgeldvennootschap werd verkocht, roofde die leeg en liet hem bewust failliet gaan. “Gangsters waren het,” aldus W. “Wij wisten echter van niets.” Volgens de nieuwe regels in de programmawet zou de fiscus zich niet alleen kunnen verhalen op de fraudeur, maar ook op W. Dat geldt ook voor onschuldige bestuurders van een vennootschap, die de btw of de bedrijfsvoorheffing niet betaalt.

Patrick Waeterinckx, advocaat bij Van Goethem Advocaten en docent Strafrecht aan de VUB: “Steeds meer inbreuken in het ondernemingsleven worden strafrechtelijk gesanctioneerd. Er is een opeenhoping van aansprakelijkheden. Concreet vervolgt het parket soms niet alleen de dader, maar ook de vennootschap, haar directie, de natuurlijke personen én de managementvennootschappen in de raad van bestuur en ook de personen achter de vennootschappen. Wat niet lukt via het strafrecht – geld vinden in de diepe zakken van een schakel van een fraudecircuit – introduceert de programmawet nu via burgerlijke vorderingen. Onschuldigen zullen opdraaien voor door derden gepleegde fraude.”

KASGELDVENNOOTSCHAPPEN

Wie 33 % aandeelhouder is van een kasgeldvennootschap, wordt hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden als de koper van die constructie ze niet zelf betaalt. Een kasgeldvennootschap is een onderneming die voor ten minste 75 % bestaat uit vorderingen, financiële vaste activa, geldbeleggingen of liquide middelen. Philippe Hinnekens, fiscalist bij Eubelius, denkt dat de overheid alle kasgeldvennootschappen – zelfs de niet-frauduleuze – wil ontmoedigen. “Nochtans zijn kasgeldvennootschappen een zuivere manier van belastingvermijding,” zegt hij. Stel dat een ondernemer het handelsfonds van zijn bedrijf X verkocht voor 100 euro, waarop de NV X overbleef met 100 euro cash en 40 euro fiscale schulden. X was dus 60 euro waard. Onderneming Y kon NV X gebruiken, omdat Y investeringen plande. Als hij in de loop van de volgende vijf jaar steeds 8 euro investeerde, werd die fiscale schuld weggewerkt. Y betaalde in dat geval 80 euro voor X aan de aandeelhouders. Ieder won bij die operatie.

“Er kwam een kink in de kabel, toen Zweedse, Chinese en andere partijen de overgenomen NV X niet gebruikten om te investeren, maar het geld eruit namen en het bedrijf failliet lieten gaan,” aldus Hinnekens. “De maatregelen in de programmawet zijn een reactie op de kasgeldvennootschappen oude stijl, waaraan geen enkele bonafide ondernemer nog deelneemt. Het probleem is dat nu andere legale constructies rond de overname van fiscale schulden ook moeilijker worden.”

Momenteel lopen er 72 gerechtelijke procedures om 280 miljoen euro terug te vorderen van kasgeldconstructies. Vaak vergeefs. Ignaas Behaeghe, fiscalist bij advocatenkantoor Lawfort: “Al een paar keer probeerde het parket de verkopende aandeelhouder van kasgeldvennootschappen strafrechtelijk te laten veroordelen als medeplichtige. Nochtans hielpen grootbanken, gereputeerde auditkantoren en topadvocaten de constructies opzetten. Terecht mocht de verkoper er dus van uitgaan dat het zuiver was. Nu tracht de overheid het geld te recupereren via een burgerlijke constructie. De objectieve, hoofdelijke aansprakelijkheid van aandeelhouders is revolutionair. En vrij gevaarlijk. Stel dat er ruzie is tussen de aandeelhouders en dat je als eerlijke minderheidsaandeelhouder moet opdraaien voor de fraude van de andere?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content