DE ‘IRAKISERING’ VAN DE BELGISCHE BEGROTING

Het ene triomfbericht na het andere. Dat krijgen we nu al jaren te horen van Bush (als hij het heeft over Irak) en Verhofstadt (over zijn begroting). De werkelijkheid is evenwel dramatisch tragisch.

Wie de Amerikaanse president George W. Bush hoort praten over Irak, krijgt de indruk dat de Amerikanen de toestand daar behoorlijk onder controle hebben. Hier en daar moeten er wel nog enkele “brandjes worden geblust”, maar “de Amerikanen gaan vastbesloten door op het pad van wederopbouw en democratie”. Onafhankelijke rapporten laten een totaal ander licht schijnen op de Irakkwestie: de Amerikanen zullen veel inzet, veel goede wil en in ieder geval een meer doordachte strategie nodig hebben om van Irak een goed functionerende, democratische staat te maken, zo luidt het.

Verhofstadts gebrek aan sérieux. De Belgische begroting vertoont grote gelijkenissen met hetgeen we hierboven hebben geschetst. We zouden zelfs kunnen spreken van een irakisering van het Belgische begrotingsdebat. De regering-Verhofstadt slaat ons nu al bijna zeven jaar lang met het ene triomfbericht na het andere om de oren. België, aldus de premier, behoort bij de toppers van de Europese klas, realiseert jaar na jaar een begroting in evenwicht, ziet haar staatsschuld teruglopen tot 90 % van het bruto binnenlands product (bbp) en heeft zelfs enkele appeltjes voor de vergrijzingsdorst (het Zilverfonds).

In werkelijkheid zien de Belgische publieke financiën er dramatisch anders uit. Zoals nu ook de Europese Commissie in haar jongste rapportering over België aangeeft, stelt het Zilverfonds absoluut niks voor, zijn de zogenoemde “begrotingen in evenwicht” alleen maar het gevolg van massa’s eenmalige ingrepen en het leegmelken van de reserves van pensioenfondsen (denk aan het Belgacompensioenfonds). Bovendien, zo vindt de Commissie, daalt de overheidsschuld als percentage van het bbp inderdaad. Alleen zal dat cijfer gegarandeerd weer de hoogte ingaan als over enkele jaren de kostenteller van de vergrijzing effectief aanslaat. En als de rentevoeten sterk zouden stijgen, zou die omslag er al veel sneller komen. De recente onthullingen van het Rekenhof over de aangegane swaps onderstreepten nogmaals het gebrek aan sérieux in de begrotingsaanpak.

De grove leugen van paars. In een andere publicatie omschreven we de manier waarop de regering-Verhofstadt erin geslaagd is om haar positieve praatjes – niet alleen over de begroting trouwens – aan de bevolking te verkopen, als de creatie van een brave new world. Dat de Belgen zijn verhaaltjes vrij vlot slikken, heeft wellicht veel te maken met de afglijding in de economenprofessie – waar hoogdravende theorievorming de bovenhand haalt op kritische beleidsanalyse.

Gelukkig toonden twee van onze economen recent aan dat zij hun kritische ingesteldheid tegenover het beleid níét zijn verloren: Jef Vuchelen en Wim Moesen, respectievelijk hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit Brussel en de KU Leuven. In een interview met de krant De Tijd lieten beide heren geen spaander heel van het budgettaire beleid van Verhofstadt.

Jef Vuchelen omschreef het begrotingsoptimisme van paars als “een grove leugen” en ziet in het gevoerde beleid een aanzet om het “wanbeheer uit de jaren zeventig” te herhalen. De reactie van de hoofdeconoom van de eerste minister was zo zwak dat het de argumentatie van Vuchelen alleen maar extra glans gaf. Wim Moesen stelde dan weer vast dat “de zeven bokalen van de budgettaire alchemie stilaan leeg raken”. De Leuvense hoogleraar doelde daarmee op de volgende ingrepen: het verkopen van financiële participaties, de verkoop van onroerend goed, de debudgettering in het kader van privaat-publieke samenwerkingen, het aanwenden van pensioenreserves, de fiscale amnestie, de verkoop van belastingschulden en het pure gegoochel (denk maar aan het stookoliecontract).

Jef Vuchelen en Wim Moesen hoeven op het vlak van economische kennis niets meer te bewijzen. Het siert ze dat zij hun kennis toch nog aanwenden om minutieus de aberraties in het economische beleid van de regering bloot te leggen. Hopelijk krijgen zij volgelingen onder de jongere generatie economen.

De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content