De internationale dromen van een toparchitect

Melanie De Vrieze Freelance

Gestructureerde chaos levert de beste resultaten op. Vanuit dat motto runt Jo Peeters zijn Antwerpse architectenbureau.

Het kantoor van Architectuurgroep Jo Peeters bevindt zich boven het Antwerpse café Hangar 41. Het negentiende-eeuwse pand aan de Scheldekade, dat tien jaar lang leeg stond voor het in een grand café werd getransformeerd, is een mooi uithangbord voor het werk van de architect. Eerder had Peeters al het interieur van de Antwerpse restaurants Pizza Arte, De Wok en ‘t Tafeldier onder handen genomen. Later volgden de nostalgische Bar Italia, eetcafé Zurich en het trendy Berlin.

“Horecaprojecten zijn heel arbeidsintensief, maar ze helpen je wel om naambekendheid op te bouwen,” zegt Peeters. Hoewel hij voor dat soort projecten vooral op zijn buikgevoel vertrouwt, probeert hij op basis van allerlei gegevens ook steeds de slaagkansen in te schatten. “De gevel van Bar Italia heeft bijvoorbeeld een modernistische uitstraling en je voelt meteen aan dat een landelijk interieur er niet zou passen. Interieur en exterieur moeten overeenkomen.”

Voor zijn nieuwste project, De Shop, integreert Peeters een evenementenruimte, een café en een restaurant in een voormalig scheepsherstellerslokaal. “Het gebouw is een beschermd monument in de typische expostijl uit de jaren zestig. Veel interieurelementen hebben we dan ook behouden,” zegt Peeters.

Het architectenbureau beperkt zich echter niet tot restaurants en cafés. In het portfolio zitten zowel woonprojecten als kantoorgebouwen, commerciële ruimtes, openbare opdrachten en projectontwikkeling. Peeters: “Die brede waaier is een bewuste keuze, want ik wil me niet op één specialiteit vastpinnen. Door op verschillende terreinen te werken, leer ik veel bij en blijf ik up-to-date. Architecten die telkens hetzelfde soort projecten aannemen, stompen vlugger af, beginnen routineus te werken en grijpen vaak terug naar standaardoplossingen.”

Net door die veelzijdigheid is Peeters’ bureau de jongste jaren aanzienlijk uitgebreid. De totale omzet van de lopende projecten bedraagt ongeveer 20 miljoen euro en er zijn intussen twaalf vaste werknemers aan de slag. “Ik wil geen beroep doen op freelancers,” aldus de oprichter. “Een kantoor dat vooral standaardoplossingen aanbiedt, kan misschien makkelijk werk uitbesteden, maar voor ons ligt dat moeilijker.”

Geen robots op kantoor

Als hij met een project van start gaat, praat Jo Peeters eerst samen met een van zijn architecten met de klant. De ontwerpfase is dan wel groepswerk, maar hij wil de verschillende aspecten van een project niet onder de medewerkers verdelen: de architect draagt de verantwoordelijkheid van a tot z.

“Sommige kantoren hebben liever dat een aparte medewerker zich over het bestek ontfermt, met het voorontwerp in de weer is of voor de bouwaanvraag zorgt. Ik hou niet van dat soort robotwerk. Bij ons moeten de architecten zich zelf door hun hele project worstelen. Ik geloof in een gestructureerde chaos met ruimte voor creativiteit en goede ideeën. Veel architectenbureaus werken, puur uit gemakzucht, heel gestructureerd en dat gaat vaak ten koste van de architectuur.”

Twijfel is dan ook de rode draad door het werk van Jo Peeters. In plaats van een standaardformule uit zijn hoge hoed te toveren, zoekt hij pas een intelligente oplossing nadat hij alle mogelijkheden en beperkingen van een project op een rij heeft gezet. “Ik ben nogal besluiteloos,” geeft hij toe. “Ik kan geen plannen tekenen voor een café en het dan precies zo uitwerken. Daarvoor verander ik te vaak van gedachten. Dat heeft wel eens gevolgen voor de timing en het budget, maar het is ook een bewijs van mijn betrokkenheid.”

Toch vindt Peeters niet dat hij een herkenbare stijl heeft. “De eigen stijl van een architect komt meestal tot uiting doordat hij vaak dezelfde materialen of een specifieke vorm gebruikt. Maar dat brengt met zich dat hij geregeld dezelfde ideeën opdiept en problemen altijd op dezelfde manier oplost. Daarom zou ik het echt jammer vinden mochten mensen mijn stijl herkennen.”

Luxehotel in Antwerpen

De voorbije jaren waagde het architectenbureau zich ook in de modewereld. Niet alleen nam Peeters de showroom van FDS en van Violetta & Vera Pepa onder handen, hij gaf ook Fashion Club 70 van modepaus Luc Dheedene een nieuwe touch. In de Fashion Club bouwde hij de bestaande garage en loodsen in zes maanden tijd om tot showrooms, stockruimte, een bedrijfsrestaurant en een parking. Die opdracht maakte deel uit van renovatieproject Le Globe in de achtergestelde buurt Den Dam, dat de stad Antwerpen als zogenaamd opwaarderingsgebied heeft erkend.

Maar daarmee heeft Peeters nog niet al zijn dromen verwezenlijkt: hij hoopt nog altijd op een internationale doorbraak. Een opdracht voor een hotel in Mexico is intussen bevestigd en er lopen gesprekken voor een hotel in Miami. En dan is er nog zijn studie voor een hotel met 140 kamers, een wellness-center, een restaurant en een filmzaal naast de Antwerpse Handelsbeurs.

“Zo’n stijlvol hotel zou een verrijking zijn voor de stad, want nu zijn er alleen het Hilton Hotel en DeWitte Lelie. De internationale reputatie van Antwerpen als modestad zal uiteindelijk doodbloeden en daarom zou de stad zich beter meer profileren als een ontmoetingsplek van verschillende culturele disciplines zoals mode, architectuur en kunst,” vindt de architect. “Troeven genoeg: het Modemuseum, de hogesnelheidstrein die de afstand tussen Parijs en Antwerpen in 2,5 uur overbrugt en straks het vernieuwde Centraal Station.” Een klassehotel naast de Handelsbeurs past volgens hem perfect in dat plaatje. Welk bureau de opdracht daarvoor krijgt, wordt eerstdaags beslist.

Melanie De Vrieze

De voorbije jaren waagde Jo Peeters zich ook in de modewereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content