De hoogmis van de automobiel

Ad Van Poppel medewerker Trends

Het Heizelcomplex staat weer vol auto’s en motoren voor het Auto/Moto/Van-salon. ‘Het Salon’ speelt nog altijd een belangrijke rol in de automarketing.

Volvo Cars stuurde vlak voor Kerstmis, bij wijze van spreken aan de vooravond van het Brusselse Salon Auto/Moto/Van 2015, een verrassend bericht de wereld in. De Zweeds-Chinese autobouwer zal in Europa nog maar aan één salon deelnemen en de verkoop van Volvo-wagens zal vooral online gebeuren. “De auto-industrie is een van de meest conservatieve sectoren en een van de marketingclusters met de minste ontwikkeling in de ‘global business'”, zegt de Belg Alain Visser, senior vice president marketing, sales & customers service bij Volvo Cars in een persbericht. “Al tientallen jaren volgt de hele autosector een bepaald patroon in de automarketing. Volvo Cars kiest ervoor die logica te tarten en een nieuwe strategie te implementeren die gericht is op de eigen behoeften.” Een belangrijk element in die strategie is dat de deelname aan autosalons wordt beperkt tot drie shows: een in Europa, een in de VS en een in Azië. Daarnaast zal Volvo een eigen jaarlijks evenement op poten zetten om de producten en het merk in de schijnwerpers te zetten.

Het Europese salon waaraan Volvo nog deelneemt, zal niet dat in Brussel zijn, maar dat van Genève. Dat is een salon met meer prestige. Veel nieuwe modellen worden er voor de eerste keer getoond. Dat betekent niet dat Volvo het salon op de Heizel in 2015 al links laat liggen. De Belgische vestiging heeft een deel van Paleis 6 ingepalmd. René Aerts, de woordvoerder van Volvo Cars Belgium, liet in De Standaard optekenen dat het hoofdkwartier met de grote salons de ‘ontwikkelingssalons’ bedoelde, niet de verkoopsalons, zoals Brussel er een is. Meer commentaar over de nieuwe strategie wilde Volvo Cars Belgium daarna niet meer geven. Het komt erop neer dat Volvo België eerst nog een robbertje moet vechten met de hoofdzetel over toekomstige deelname aan een salon als dat van Brussel. Volvo België moet elk jaar een dossier voor het Brusselse salon voorleggen aan Volvo Cars in Zweden.

René Aerts vertelde voorts nog dat er in ons land geen alternatief voor ‘het Salon’ is met het oog op de verkoop. “De eerste twee maanden van het jaar zijn goed voor 30 procent van de verkoop. Het Salon-effect is goed voor 30 procent van de jaaromzet.” Ook voor andere merken zijn januari en februari belangrijke maanden. Het autosalon creëert een momentum in de automarkt. Januari is dé automaand. In de loop der jaren is de consument als het ware geconditioneerd om dan naar auto’s te gaan kijken. En omdat het salon in Brussel heel vroeg in het jaar valt, pakken veel merken er uit met de nieuwste modellen. De merken bieden dan ook speciale condities — ook al zijn die er tegenwoordig zogoed als permanent. “Het salon is de hoogmis van de automobiel”, zegt Thomas De Meuter, woordvoerder van Audi bij de importeur D’Ieteren. “Je kunt er echt niet omheen.” Eén merk alleen zal met een eigen evenement nooit zoveel media-aandacht trekken.

Bestaansrecht

De vraag is of het salon nog iets kan toevoegen in dit internettijdperk, waarin de mensen alles al weten over de modellen. De merken hebben ingespeeld op het internet met car configurators waarmee je je ideale auto kunt samenstellen en met apps. “Het publiek komt al goed geïnformeerd naar de showroom of het autosalon”, bevestigt De Meuter. “Ze komen met heel specifieke vragen bij de dealer.” Stefan De Smet, marketingmanager bij BMW Belux, beaamt dat online alles beschikbaar is. “Maar dan heb je de wagen nog niet echt gezien, nog niet gevoeld, geroken… De look & feel van een wagen in werkelijkheid is nog iets anders dan een wagen op een scherm of op papier.”

Het salon is ook de plaats waar de merken aan hun imago kunnen werken. “Ik denk niet dat BMW het zich kan veroorloven van het salon weg te blijven”, oordeelt De Smet. “We moeten daar ons imago ondersteunen. We moeten de mensen laten dromen. We hebben mooie wagens en die willen we laten zien.” En dat kan, aan honderdduizenden bezoekers. “Het is een afspraak die je niet kunt laten liggen, zowel in imagebuilding als in verkoop”, stelt William Meerschaut, woordvoerder van Hyundai-importeur Moorkens, die ook SsangYong, Isuzu en Suzuki in zijn portefeuille heeft.

Het salon houdt ook een gevaar in. In de Heizelpaleizen staat een merk niet alleen. De consumenten kunnen er vergelijken op een manier die buiten het salon niet mogelijk is. Je kunt in één dag niet alle merkdealers in de omgeving langsgaan. Iemand kan binnenkomen met het idee een BMW te kopen en met een Audi-offerte op zak buitenkomen. De Smet: “Je kunt je dus niet veroorloven er niet te zijn als alle anderen er wel zijn”, meent De Smet.

Koopsalon

Alle merken — ook Volvo — stellen dat ‘Brussel’ een koopsalon is. Maar is dat nog wel zo? De tijd dat de verkopers er in kleine kantoortjes met kopers samenzaten en contracten afsloten is lang voorbij. Ford startte zo’n tien jaar geleden een trend. “Het was de eerste om niet meer op het salon te verkopen”, weet Ursula Quadpeerds, tot voor kort marketingmanager van Mazda Motor Belux en twee decennia actief in de autosector. “Dat was revolutionair.” Alleen kleine merken verkopen nog actief op het salon. “Het salon dient vooral om het merk zichtbaarheid te geven en trafiek te genereren naar het dealernetwerk”, zegt Meerschaut.

Voor de autosector komt het salon organisatorisch eigenlijk op een slecht moment. “Alles moet voor de kerst- en nieuwjaarsperiode geregeld zijn”, zegt De Meuter. Het einde van het jaar is dan ook niet echt een vakantieperiode, stelt ook Steven De Smet: “Er komt veel bij kijken. De vorming van de medewerkers op de stand bijvoorbeeld.” Tijdens de salonperiode werken de pr-, marketing- en salesafdelingen van de importeurs ook op verplaatsing op het salon.

Wat kost het salon de automerken in ons land? Daar blijkt moeilijk een cijfer op te plakken. Het gaat niet alleen om de stand opbouwen en bemannen, maar ook om de pr-activiteiten op de persdag, de huur van de vierkante meters, de advertenties en folders, de aankoop van mediaruimte en de opvolging in de showrooms bij de dealers. Volgens William Meerschaut geven de merken 30 procent van hun jaarlijkse marketingbudget in januari uit. Maar daar staat dan ook 30 procent van de jaaromzet tegenover.

AD VAN POPPEL

Alleen kleine merken verkopen nog actief op het salon.

“Het is een afspraak die je niet kunt laten liggen, zowel in imagebuilding als in verkoop” William Meerschaut, Moorkens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content