‘De hele financiële sector heeft zich gedrogeerd met triple A’s’

Ratingbureaus zijn vaak de boze boemannen die de zwartepiet toegeschoven krijgen bij debacles op de financiële markten. Carol Sirou en Jean-Michel Six van wereldleider Standard & Poor’s kwamen hun branche verdedigen in Namen.

Carol Sirou, voorzitter van S&P France, en Jean-Michel Six, chief economist Europe, kwamen op uitnodiging van de Cercle de Wallonie, de RTBF en Trends naar Namen om de rol van ratingbureaus te demystifiëren. Ze legden er onder meer uit waarom Standard & Poor’s de rating van Frankrijk niet heeft verlaagd na de overwinning van François Hollande, terwijl de markten hem liever geen president hadden zien worden. “Zijn verkiezing op zich heeft geen weerslag op de rating van Frankrijk”, legt Carol Sirou uit. “Niet zozeer het aantreden van een nieuwe equipe is belangrijk voor de rating, maar wel het beleid dat die wil voeren om de uitdagingen waar Frankrijk voor staat aan te pakken.”

JEAN-MICHEL SIX. “Niet meer of niet minder dan die van de andere regeringen van de eurozone. Er gaat geen bijzondere aandacht naar François Hollande. We besteden nu vooral aandacht aan alle landen van de eurozone. Uiteraard aan Frankrijk, maar ook aan Spanje, Italië, Duitsland of Nederland.”

CAROL SIROU. “Het is niet aan ons om het beleid van een land te beïnvloeden. Wij geven een appreciatie van het vermogen van een kredietnemer om zijn schulden in de toekomst terug te betalen. Hoe hij dat doet, is onze zaak niet.”

De politieke instabiliteit in Griekenland veroorzaakt heel wat ongerustheid. Moeten we vrezen voor een terugkeer van de beroering in de eurozone?

SIROU. “Jammer genoeg is de crisis nooit voorbij geweest. Toen we in december de hele eurozone onder toezicht plaatsten, was dat geen publiciteitsstunt. We hadden fundamentele vragen bij de werking van de eurozone.”

SIX. “In tegenstelling tot de Verenigde Staten is elke lidstaat van de eurozone individueel verantwoordelijk voor zijn banksector. Om het risico van een land te beoordelen houden we onder meer rekening met de toestand van zijn banksector. De banken hebben een bepaalde hoeveelheid schuldpapier van zowel het eigen als de buurlanden verzameld. Die blootstelling van de banksector van het ene land aan de schulden van het andere land maakt het moeilijk het ene land te beoordelen los van het andere. Daarom gaan bij denktanks stemmen op om bankgaranties binnen de eurozone te collectiveren, om elk land te kunnen ‘losweken’ van zijn banksector, zoals dat het geval is in de Verenigde Staten.”

Vanwaar het belang dat gehecht wordt aan de ratings die het koptrio, dat u samen met Moody’s en Fitch vormt, toekent?

SIROU. “Een rating is een erg duidelijk instrument met een bekende methodiek en gestandaardiseerde schalen. De toezichthouders hebben dat systeem sterk aangemoedigd door de ratings te gebruiken om de prudentiële regels op te stellen voor onder meer Bazel III en Solvency II. Iedereen vond dat zo handig dat tegenwoordig de hele wereldwijde financiële architectuur grotendeels gekoppeld is aan de ratings.

“De hele financiële sector heeft zich gedrogeerd met triple A’s, omdat landen of bedrijven met een dergelijke lening geruime tijd beschouwd werden als een risicoloze investering. Maar dat hebben de kredietbeoordelaars nooit gezegd. Nulrisico bestaat niet. De ratingbureaus worden weliswaar zwaar aangevallen in de media, maar de gebruikers van onze noteringen beschouwen ons niettemin als experts in ons vakgebied. Ze weten dat er geen goede of slechte noteringen zijn, alleen verschillende risico’s. Ze nemen de ratings ook niet als evangelie, maar gewoon als een van de elementen in hun beslissingen.”

SIX. “Onze ratings zijn in de eerste plaats bedoeld voor de internationale investeerders, zoals de grote pensioenfondsen of de soevereine fondsen, die het wezen van de obligatiemarkt uitmaken. Ik denk ook dat die de ratings begrijpen, wat niet wil zeggen dat ze systematisch akkoord gaan met onze beoordelingen en dat is perfect normaal.

“Maar het moet gezegd dat andere gebruikers, zoals politici, in moeilijke tijden eveneens van onze ratings gebruikmaken, vooral als ze in hun voordeel spreken. Maar dat is niet de oorspronkelijke bedoeling van ratings.”

Laten we het even hebben over de kritiek dat het moment waarop u de rating van landen bekendmaakt, niet toevallig gekozen is. Sommigen zien de grote ratingbureaus als een thermometer die koorts veroorzaakt.

SIX. “Dat is al te simplistisch. Wij zijn geen thermometer. Een rating is een diagnose die steunt op een geheel van criteria. Hoe meer een staat in de schulden steekt, hoe moeilijker hij het heeft om het welzijn van zijn burgers te verzekeren. Soms is het uiteraard nodig om schulden aan te gaan, maar als de schuldenlast een basiscomponent van het beleid wordt, maakt een land zich afhankelijk van de internationale markten. Ik herinner eraan dat de staatsschulden in Europa sinds 2005 met 50 procent gestegen zijn en eind 2012 oplopen tot 9000 miljard euro.”

SIROU. “De landenrating is zo mediatiek geworden dat sommigen ons zelfs beschouwen als commentatoren van het politieke leven. Dat is onze stiel niet. Maar als er duidelijke aanwijzingen zijn over welk beleid de nieuwe meerderheid wil volgen na de volgende parlementsverkiezingen, dan zullen wij bepalen of de rating van Frankrijk al dan niet moet worden aangepast.”

Als Amerikaans ratingbureau wordt u er ook vaak van beschuldigd deel uit te maken van een groot Angelsaksisch complot tegen de eurozone.

SIX. “Een van de essentiële verschillen tussen de Verenigde Staten en de eurozone is de financiële solidariteit tussen staten. In de Verenigde Staten bestaat die, in Europa niet. De Grieken hebben nooit de garantie gekregen dat de Europeanen hen te hulp zouden komen. We moeten dan ook vaststellen dat het een erg moeilijke discussie is om uit te maken wie waarvoor verantwoordelijk is. Van verbetenheid van onze kant kan echter geen sprake zijn.”

SIROU. “Ik wil eraan herinneren dat S&P het enige grote ratingagentschap was dat de notering van de Verenigde Staten verlaagde. De VS verloren daardoor hun triple A. En dat gebeurde lang voor de hele eurozone onder toezicht werd geplaatst.”

Er is een Europees ratingbureau in wording. Wat vindt u van dat initiatief?

SIROU. “Het is goed dat er meer concurrentie komt. Verscheidenheid van meningen en methodologie is een goede zaak. Maar om geloofwaardig te zijn, moet het een voldoende grote kritische massa hebben. Daarom ook zijn er zo weinig wereldspelers. Dat komt niet omdat het een gereguleerde markt is, maar omdat men over heel wat noteringen en menselijke middelen moet beschikken om een speler op wereldschaal te worden.”

Hoeveel kost het om zich bij S&P te laten noteren?

SIROU. “Ik kan u verzekeren dat onze honoraria vrij bescheiden zijn in vergelijking met de andere kosten die bij een obligatie-emissie komen kijken. Gemiddeld bedragen ze vijf basispunten van het uitgegeven bedrag. Hoe groter het uitgegeven bedrag, hoe lager het aantal basispunten.”

Hoe belangrijk zijn de landenratings geworden in het geheel van uw activiteiten?

SIROU. “Die hebben een enorme omvang genomen in de media ( lacht). In tegenstelling tot wat sommigen beweren, degraderen we geen landen om corporate business binnen te halen. De slechtste publiciteit die we ons op de hals kunnen halen, heeft te maken met de landenratings. Die wekken zoveel emotie op en bepalen zoveel gedragingen dat ze nauwelijks als een tactische zet beschouwd kunnen worden.

“De soevereine schulden maken wereldwijd bijna 40 procent van het volume aan obligatieschulden uit. Daarom willen investeerders onze mening kennen over de risico’s die daaraan verbonden zijn. We geven 128 landen een notering, maar de essentie van ons werk is nog altijd de notering van duizenden ondernemingen en lokale overheden in heel de wereld. Landenratings maken minder dan 10 procent van onze omzet uit.”

U wordt betaald door de klanten die u om een rating vragen. Hoe gaat u om met dat belangenconflict?

SIROU. “We ontkennen niet dat er een belangenconflict bestaat. Daarom hebben de teams van analisten die de ratings opstellen, geen enkele band met de commerciële teams. Daartussen is een Chinese Muur opgetrokken. De beslissingen over ratings worden genomen in comités die georganiseerd zijn per sector: banken, verzekeringsmaatschappijen, fondsen, landen, enzovoort. Wie geen deel uitmaakt van die comités heeft ook geen inspraak in de beslissingen. Ikzelf ben niet aanwezig in die comités en heb dus evenmin inspraak. Jean-Michel mag als econoom aanwezig zijn en een bijdrage leveren aan de discussie, maar hij mag niet stemmen. De analisten, ten slotte, weten niets van de honoraria die wij ontvangen en worden ook niet dienovereenkomstig vergoed. We hebben ook het geluk dat we een zeer uiteenlopende klantenkring hebben. Ook dat is een garantie voor onafhankelijkheid.”

SIX. “Als ooit zou blijken dat onze klanten een rating krijgen volgens wat ze ons betalen, dan zou onze geloofwaardigheid voor eens en voor altijd in duigen vallen. En, tot slot, een rating is in geen geval een aanbeveling om te kopen of te verkopen en dat is een andere manier om een belangenconflict te vermijden.”

Volgens sommigen hadden de grote ratingbureaus na het faillissement van de Amerikaanse energiereus Enron en de subprimecrisis nooit meer uit de as mogen verrijzen.

SIX. “De leden van de oude directie van Enron zijn ofwel overleden, ofwel zitten ze in de gevangenis voor fraude. Ik wil eraan toevoegen dat, in tegenstelling tot een wijdverbreide mythe, Enron nooit een AAA-rating heeft gehad, maar wel een BBB. Dat is een heel pak lager: acht stappen lager op de schaal, die 22 niveaus telt. Wij zijn revisoren die enkel werken met rekeningen waarop al een audit is uitgevoerd. Als die rekeningen niet juist zijn omdat er bewust fraude gepleegd is, dan valt dat niet onder onze verantwoordelijkheid.

“Wat de subprimes betreft, hebben we onze verantwoordelijkheid ruimschoots toegegeven. Niet onze methodologie was daar het probleem, maar wel de hypothesen die we maakten over de Amerikaanse vastgoedmarkt. We hebben de-zelfde instrumenten aangewend op de Britse markt en daar ondergingen die niet hetzelfde lot. Om maar te zeggen dat het in de VS om een heel bijzonder fenomeen ging.”

SÉBASTIEN BURON

“Als ooit blijkt dat onze klanten een rating krijgen volgens wat ze ons betalen, dan zou onze geloofwaardigheid voor eens en voor altijd in duigen vallen” Jean-Michel Six

“De soevereine schulden maken wereldwijd bijna 40 procent van het volume aan obligatieschulden uit. Daarom willen investeerders onze mening kennen over de risico’s die daaraan verbonden zijn” Carol Sirou

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content