De handtas van Thatcher

Wat is geld waard en wat betekent het? Deze eenvoudige vragen vergen een gecompliceerd antwoord. James Buchan maakt het ook fascinerend. Hij vindt een filosofie van het geld uit.

De Golfoorlog die dit decennium inzette, leverde 10.000 dode dollarmiljonairs op. Tot die frappante conclusie komt James Buchan in Bevroren verlangen. De ondertitel helpt het boek beter situeren: Een zoektocht naar de betekenis van geld. De afbeelding op de kaft van de Nederlandstalige uitgave geeft ook een aanwijzing: een detail uit Rembrandts bijbelse schilderij De dertig zilverlingen, waarop Judas, de berouwvolle verrader van Jezus, zijn bloedgeld terugbrengt.

Geld kent vele gedaanten en betekenissen. Buchan, de jongste tijd vooral actief als romancier en essayist, maar voordien onder meer twee jaar lang journalist voor een Saudi-Arabische krant en later correspondent van de Financial Times, volgt zijn onderwerp in al die vormen en knoopt er bijwijlen erg bizarre, soms ook best spitse, maar steeds boeiende betekenissen aan vast. Nu en dan levert zijn spaghetti van informatie zelfs inzicht op.

HUURLINGEN.

De 10.000 dode dollarmiljonairs uit de Golfoorlog vergen een toelichting. Buchan komt tot dat besluit na een vlugge kostenberekening van de geallieerde krijgstochten Desert Shield en Desert Storm. Hij neemt de bedragen die de regering van respectievelijk Koeweit en Saudi-Arabië betaalden aan de geallieerden – in totaal ongeveer 10 miljard dollar. Deel dit bedrag door de 10.000 omgekomen Iraakse militairen. Dat is zowat een miljoen dollar per gedode Iraakse soldaat.

Over de Golfoorlog is Buchan behoorlijk venijnig. Hij vat zijn betoog samen: “De Saudi’s waren bezig hun fortuin te verkwisten, door eerst het leger van Irak van wapens te voorzien, en toen in 1991 Britse en Amerikaanse huurlingen te betalen om die wapens te laten vernietigen.” Om zijn betoog nog giftiger te maken, vermeldt hij even voordien hoe de kroonprins in nauwelijks een half uur een miljoen dollar verloor aan de speeltafels van Monte Carlo. Zelf werkte Buchan van 1978 tot 1980 in Saudi-Arabië. Het was een uitgelezen tijd om mee te maken hoe de plots toestromende oliedollars het land cultureel uit zijn hengsels lichtten.

De “onverschillige bestedingsdrang” van de abrupt rijk geworden Saudi’s contrasteert schril met het loon dat Buchan er zelf opstrijkt. Veel kan hij er niet eens uitgeven. Statusartikelen zeggen hem ook al niets. “Tot wie moest ik die reclame voor mezelf richten? Voor dit afgestompte Babel hoefde ik het niet te doen, en al evenmin tegenover de generatie Engelsen die zich deel voelde van een duidelijk op zijn einde lopende standenmaatschappij: Engeland worstelde in die tijd met de toekomst, die gestalte zou krijgen in de vorm van Margaret Thatchers handtas.”

TOBBACK VERSUS VERHOFSTADT.

De Iron Lady komt ook ter sprake als bulldozer-politica die er uiteindelijk in slaagde een halt toe te roepen aan de voorthollende inflatie, die al ingezet was door de twee wereldoorlogen en net voordien nog een forse injectie had gekregen door de oliecrisissen. Buchan sleurt er een ingewikkelde verhandeling over herstelbetalingen bij en gaat zelfs terug tot in de Middeleeuwen om het fenomeen te onderzoeken. Al in 1194 moest Engeland 10.000 Keulse marken of 23 ton zilver betalen aan Richard I.

Zulke sprongen typeren deze soms vrolijke, soms huiveringwekkende, maar steevast onwaarschijnlijk meanderende uiteenzetting over geld in al zijn vormen, betekenissen én consequenties. Buchan ontpopt zich als de onvermoeibare Midas Dekkers van het kritisch-historische essay, de roekeloze Jef Geeraerts van de kapitalistische doorlichting, maar even goed als een gniffelende Dirk Tieleman in een rumoerige bibliotheek. Hij ontrolt een intrige in zijn weelderig essay, maar het kost geregeld moeite de draad terug te vinden. Als je even niet oplet, wordt het wroeten en zoeken, net als in een uitputtende thriller van Robert Ludlum. De conclusie lijkt dan ook voor de hand te liggen: een typisch boek dat je alleen maar durft aanbevelen aan dat bizarre kransje van lieden die zich enerzijds met voldoende sérieux interesseren voor vermogen, kapitaal, economie, maar even goed voor de maatschappij, de cultuur en de politiek, en daar anderzijds met gepaste ironische afstandelijkheid naar kunnen kijken.

Het is een boek voor kritische geesten, zoveel is duidelijk, maar dan niet van het type dat zich alleen maar kritisch wáánt. Het is even goed een werk met zovele citaten, vergelijkingen en anekdotes, dat het moeiteloos misbruikt kan worden. Zowel Louis Tobback ( SP) als Guy Verhofstadt ( VLD) zullen eruit kunnen citeren om hun verkiezingsspeeches te stofferen. Waarmee nog altijd niet gezegd is, dat dit een vrijblijvend boek blijft. Neen, Buchan zet aan tot nadenken over geld zonder dat deze hersengymnastiek meteen gevolgen heeft voor uw inkomen. Dat komt ervan als je dit barokke boek van de glimlachende filosoof van het geld leest.

James Buchan, Bevroren verlangen – Een zoektocht naar de betekenis van geld. Nieuwezijds, 368 blz. ISBN 9057120232.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content