De gulden middenweg

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Op de terreinen van DEME wordt vandaag de eerste commerciële windmolen van Xant in gebruik genomen. De Vlaamse windmolenbouwer kijkt al uit naar de rest van de wereld.

Xant is een idee van vier ingenieurs van de energieconsultant 3E. Ze stelden vast dat de professionele windturbines steeds groter worden. Maar tussen die grote turbines van 6 megawatt en meer en de turbines van enkele tientallen kilowatt voor huis en tuin lag een hele markt open. De vier vonden financiële steun bij hun werkgever, Jo Versavel (ex-Traficon) en Prometheus, de holding boven de biomassaketelbouwer Vyncke uit Harelbeke. De investeringsmaatschappij PMV stopte vorig jaar 2 miljoen euro in het veelbelovende bedrijf. De drie hoofdaandeelhouders hebben ieder 28,5 procent, het saldo zit bij Jo Versavel.

“Om rendabel te zijn moeten windturbines ofwel hun vermogen vergroten, ofwel hun kosten verminderen”, vertelt Peter Vyncke. “De grote parkuitbaters werken op de noemer en spreiden de kosten over steeds meer productiecapaciteit. Wij besloten op de teller te werken.”

Ikea-kast

Die teller bestaat uit verschillende kostenposten. Als een molen niet hoger is dan 50 meter, maximaal 300 kilowattuur (kWh) zwaar is en de helft van de energie ter plaatse wordt verbruikt, volstaat een gemeentelijke goedkeuring. De transportkosten worden verminderd door alles in één container te vervoeren. De turbine bestaat uit negen onderdelen, die met mankracht kunnen worden opgesteld. “De opbouw is even complex als die van een Ikea-kast.” Het resultaat is een turbine van 100 kWh, al zijn er verschillende aanpassingen op mogelijk: verlengde wieken, een kleiner vermogen en een lagere windklasse. Bovendien kunnen ze in de bedrijfskleuren van de klant worden geschilderd.

“Onze echte markt zit in villagepower: afgelegen dorpen die geen energie hebben of die halen uit een dieselgenerator. Dat zijn precies de regio’s waar wij nu al met Vyncke actief zijn: India, Afrika en Zuid-Amerika.” Toch houdt Vyncke de ambitie bescheiden. “Eerst moeten we een klantenbasis in België en Europa opbouwen, anders kun je buitenlandse klanten niet overtuigen.”

Mede daarom is het contract met DEME zo belangrijk. “Onze turbine maakt deel uit van een masterplan om ons hoofdkwartier in Zwijndrecht op termijn energie-autonoom te maken, door eigen productie via zon en wind, maar ook door slim energieverbruik en warmte-koudeopslag”, zegt Marleen Vanhecke, woordvoerster van DEME. “En wij willen graag mee de Vlaamse windtechnologie ondersteunen.”

Orkaangebieden

De Vlamingen zijn niet de enigen die die markt hebben ontdekt, maar Vyncke maakt zich sterk dat er nog voldoende ruimte is om een stevig marktaandeel te veroveren. “We zijn nu een windmolen aan het installeren in Noord-Schotland, waar permanent hoge windsnelheden worden gehaald. Doordat onze turbine in een kwartier op de grond kan worden gelegd, kan hij ook fungeren in orkaangebieden.”

Vyncke heeft al veel opgestoken van het Xant-avontuur. “De dochterbedrijven die we tot nu toe hadden, waren nieuwe activiteiten op bestaande markten. Maar een activiteit met een death valley, een opstartfase tot je naar de markt kunt gaan (Xant maakte vorig jaar 1,44 miljoen euro verlies, nvdr), was nieuw voor ons. De inbreng van PMV was erg belangrijk, met hun ervaring en netwerk.”

Met biomassa, gas en windmolens heeft Vyncke intussen een flink pak groene energie in huis. Komt er ook zon bij? “Dat sluit ik niet uit. Ik denk dat de toekomst van onze energievoorziening zit in een mix van energiebronnen, en een hybride aanpak, met wind, biomassa en opslag in batterijen op dezelfde plaats.”

Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content