De GROTE dooi

Op de Noordpool zullen geologen op zoek gaan naar olie, gas, mineralen en diamanten die door het wegsmeltende ijs aan het licht kunnen komen.

Het wordt een druk jaar voor het noordpoolgebied. Dankzij het International Polair Jaar, een programma waarbij meer dan zestig landen met meer dan tweehonderd onderzoeksprojecten betrokken zijn, zal de regio meer dan ooit in zijn geschiedenis krioelen van de wetenschappers. En Arctica verdient zeker dringend aandacht.

Iedereen heeft de pakkende beelden gezien van poolberen die op dunne ijsschotsen zitten temidden van blauwe open waters en dus weet iedereen dat de opwarming van de aarde ook het noordpoolgebied treft. De uitgestrekte bevroren zeeën zijn in een onheilspellend tempo aan het smelten. In 1987 bleven nog 7,5 miljoen vierkante kilometer ijs over aan het einde van de zomer, maar na het smeltseizoen van 2007 was dat nog maar 4,1 miljoen vierkante kilometer. Een ijsgebied van 3,4 miljoen vierkante kilometer was verzwonden en de noordwestelijke doorvaart opende zich voor de eerste keer. Sommige computermodellen voorspellen dat tegen 2040 al het zomerijs verdwenen zal zijn. Maar het blijkt moeilijk om accurate modellen op te stellen. Het is bovendien beangstigend dat het verlies aan ijs in werkelijkheid zelfs de somberste voorspellingen overtreft. De veranderingen in Arctica zouden dus wel eens catastrofale gevolgen kunnen hebben voor de rest van de planeet.

Er zullen in 2008 echter wetenschappers rondwaren in het noordpoolgebied die in meer geïnteresseerd zijn dan zee en ijs alleen. Geologen zullen op zoek gaan naar olie, gas, mineralen en diamanten die door het wegsmeltend ijs aan het licht zouden kunnen komen. Geofysici zullen druk bezig zijn met het in kaart brengen van de zeebodem omdat de grootmachten rond de pool – Rusland, Canada, Denemarken, Noorwegen en de Verenigde Staten – proberen aan te tonen dat de Arctische zeebodem een natuurlijk verlengstuk is van hun eigen land en dus hen toebehoort. Rusland heeft intussen al de openingszet gedaan en een vlag geplant op de zeebodem onder de Noordpool. Er wordt ook gekibbeld over de binnenwegen voor de scheepvaart langs de kust van Siberië en door de noordwestelijke doorvaart.

Dynamisch gebied

Het valt moeilijk te voorspellen tot wat de ‘grote dooi’ zal leiden omdat het noordpoolgebied ongelooflijk dynamisch is. Naarmate de temperatuur stijgt, doet het ijs nog wat anders dan smelten. Enorme stromingen en winden duwen het ijs rond in de oceaan. Een deel raakt vast in de reusachtige Beaufortvortex voor de kust van Alaska, waar het ijs veroudert en dikker wordt. En ander deel wordt door de grote transpolaire drift verspreid tussen Groenland en Siberië. Omdat het klimaat van de aarde veranderd is, zijn schommelingen in die systemen, die ooit regelmatig waren, nu onvoorspelbaar geworden.

Het probleem wordt nog moeilijker gemaakt door het feit dat de bevroren oceaan uit lagen bestaat. De sneeuw die bovenop het ijs ligt, isoleert het en vertraagt het smeltproces. En onder het ijs isoleert het koude zoete water van de grote rivieren rondom het noordpoolgebied het ijs van het warmere water van de Stille en de Atlantische Oceaan. Elke verandering in die isolatielagen kan tot afsmelting leiden en dat smeltproces zal op zijn beurt meer warmte genereren. IJs is zuiver wit en het weerkaatst het zonlicht terug in de ruimte. Maar grote vaargeulen in de open zee zijn zwart en slorpen de warmte op. Eens het smelten begint, stroomt er meer warmte binnen en verloopt het proces almaar sneller.

Om dat allemaal te bevatten, zijn satellietbeelden van het krimpende ijs niet genoeg. Wetenschappers moeten er naartoe om gegevens te verzamelen. Sommigen onder hen hebben avontuurlijke plannen voor 2008. Een Frans team dat samenwerkt met Duitse wetenschapslui, gaat met een luchtschip van Parijs naar Svalbard varen, vervolgens naar de Noordpool en uiteindelijk over Alaska heen. Speciale instrumenten die aan het luchtschip opgehangen worden, zullen de dikte van het ijs meten en het langste profiel ooit van het zee-ijs tot stand brengen. Ook een Russische expeditie zal in 2008 naar de pool gaan, maar dan in een gezapig tempo: ze zal acht maanden lang meedrijven in een station dat gebouwd wordt op een ijsschots en ondertussen de hele tijd het zee-ijs bestuderen.

Nog veel meer gegevens zullen worden verzameld door rondvarende en -vliegende schepen, vliegtuigen en helikopters, maar ook steeds meer door automatische sensoren die de data naar het zuiden zullen sturen via satelliet. Er zullen ‘ijsboeien’ doorheen het noordpoolgebied drijven op ijsschotsen en in het water neergelaten sondes zullen de temperatuur, het zoutgehalte en andere essentiële parameters opmeten. Robotvoertuigen zullen zich onder het ijs bewegen en boeien zullen verankerd zitten in de zeebodem om de stromingen te meten die in en uit de Stille en de Atlantische Oceaan stromen. Sensoren op het land en in de zee zullen de wolken en de winden in kaart brengen. Heel wat wetenschappers zullen ook nagaan wat de weerslag van de klimaatverandering is op de dieren en planten in het gebied en op de levensomstandigheden van de 160.000 inuit en andere inheemse bevolkingsgroepen.

Intussen zullen andere wetenschapslui op zoek gaan naar gunstige gevolgen van de opwarming van de aarde. In 2008 zullen gegevens van de United States Geological Survey de schattingen bevestigen dat 25 % van ‘s werelds onbekende reserves van koolwaterstoffen zich in Arctica bevinden. De exploitatie is al begonnen. Noorwegen zal begin 2008 gas beginnen versturen vanuit het Snøhvitveld in de Barentszee. Het Russische Gazprom en het Franse Total zullen een voor de olie-industrie grensverleggende taak aanvatten in het Shtokmangasveld, 600 kilometer voor de Russische noordkust in de Noordelijke IJszee.

DE AUTEUR IS SENIOR CONSULTANT VAN THE NEW SCIENTIST.

Door Alun Anderson/Illustratie Bart Schoofs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content