De groene sleutel op de deur

Het sleutel-op-de-deurbedrijf Bostoen wil over vijf jaar alleen nog passiefwoningen bouwen. “Daarmee onderscheiden we ons van onze belangrijkste concurrent: de bestaande woning”, zegt Stephan Bostoen.

De crisis is een feit, ook in onze sector. Ik verwacht een omzetdaling van 30 procent in de sector, ondanks het succesvolle Batibouw”, zegt Stephan Bostoen (35), gedelegeerd bestuurder van Villabouw Bostoen.

Het orderboek van het bouwbedrijf uit Drongen is volgens de jonge zaakvoerder nog goed gevuld. Maar 450 woningen bouwen, het gemiddelde tijdens de voorbije vette jaren, zit er in 2009 niet in. “We mikken op 350 woningen. Zo’n terugval is natuurlijk niet leuk, maar het is op zich geen probleem.” Een uitzuivering van de sector komt er volgens Bostoen niet. “Ja, er gaan ongetwijfeld een aantal zwakke spelers uit de markt, maar er komen evenveel nieuwe bij. De instapdrempel is heel laag. De Vlaamse bouwmarkt is de meest concurrentiële van Europa.”

Op zo’n druk speelveld komt het erop aan om je te onderscheiden, vindt Bostoen. En dat doet het door resoluut de groene kaart te trekken. Het is naar eigen zeggen het eerste sleutel-op-de-deurbedrijf dat met traditionele bouwmethodes een passiefhuis ontwikkelt. “Er wordt veel gepraat over passiefhuizen, maar deze kijkwoning is nog maar het vijftiende gecertificeerde passiefhuis in ons land.” De ambitie van Bostoen is niet min: in vijf jaar volledig overschakelen naar passiefbouw.

Op bezoek bij Crevits

Bostoen leidt ons rond in het kijkpassiefhuis aan de Antwerpsesteenweg in Lochristi. Passiefhuizen hebben geen centrale verwarming. Via doorgedreven isolatie (23 centimeter isolatie tussen de muren, 36 centimeter onder het dak), het vermijden van koudebruggen en hoogrendementsbeglazing wordt de behoefte aan een verwarmingssysteem geminimaliseerd. “In deze woning is er alleen een bijverwarming met een vermogen van 1400 watt. Dat is te vergelijken met een strijkijzer.”

Bostoen heeft niet het voorkomen van een groene jongen. Hij verhult ook niet dat economische motieven, meer dan ecologische, aan de basis liggen van de nieuwe strategie. “Onze grootste concurrent is de secundaire markt, het aanbod van bestaande woningen. We moeten mensen overtuigen om te bouwen in plaats van te kopen. Bestaande woningen hebben een belangrijke handicap: ze zijn meestal slecht geïsoleerd. En nadien isoleren, is niet altijd eenvoudig. Van een bestaande woning een passiefwoning maken, is zelfs uitgesloten.”

Ook passiefwoningen hebben een belangrijke handicap, ze kosten 30.000 tot 35.000 euro meer dan gelijkaardige nieuwbouwwoning.

Een meerprijs van 30.000 euro is niet min. Maar het is een investering die zichzelf op korte termijn terugbetaalt via subsidies, fiscale voordelen en uiteraard via de veel lagere energiefactuur. “Je mag uitgaan van een gecombineerde besparing van 200 euro per maand”, zegt Bostoen. “We hebben met ING een kredietformule uitgewerkt waarbij de bank bij de berekening van de terugbetalingcapaciteit rekening houdt met die besparingen. Vergeet niet dat energieprestaties, zeker nu er een certificaat is, in belangrijke mate de restwaarde van de woning bepalen. En een passiefwoning is ook heel comfortabel. Deze woning ligt langs een van de drukste wegen van Gent, binnen merk je daar niets van.”

De gekelderde olieprijs knaagt wel aan het terugverdieneffect. Maar dat is wellicht maar een tijdelijke situatie. Een andere horde is het gebrek aan kennis bij fabrikanten, (onder)aannemers en architecten. Al speelt dat volgens Bostoen ook wel in zijn voordeel. “In Vlaanderen zijn er maar weinig die kunnen wat wij kunnen.” De prijs van passiefbouw zou moeten dalen als de schaalvoordelen beginnen te spelen bij de producenten. “Maar aan het huidige tempo duurt dat nog tien tot vijftien jaar”, vreest Bostoen. “Het gaat veel te traag.”

Hij pleit daarom voor een systeem van passiefhuiscertificaten gebaseerd op de formule van de groenestroomcertificaten. Concreet stelt hij voor om een vaste vergoeding te geven op iedere 1000 kilowattuur die bespaard wordt. Onlangs is hij zijn idee gaan voorstellen aan minister van Leefmilieu Hilde Crevits (CD&V). “Ze ging het bestuderen. Ik had de indruk dat ze er wel oren naar had.”

Zestien jaar ervaring

Bostoen koestert nog meer groene plannen. Zo wil hij ook het concept van de nulenergiewoning, een woning die volledig instaat voor de eigen energiebehoeften, commercialiseren. De eerste nulenergiewoningen zouden al in 2010 verrijzen in een demonstratiewijk in Ertvelde.

Villabouw Bostoen zit met streekgenoot Durabrik en Woningbouw Huyzentruyt in een achtervolgend elitegroepje op marktleider Matexi. In 2008 realiseerde de groep met 320 werknemers een geconsolideerde omzet van 115 miljoen euro. Het eigen vermogen van de groep bedraagt 114 miljoen euro op een balanstotaal van 305 miljoen euro.

Bostoen staat vooral sterk in Oost- en West-Vlaanderen. “We zijn gevestigd in Oost-Vlaanderen en ik heb West-Vlaamse roots. Ik ben opgegroeid in Meulebeke bij Tielt.” Er is geen verwantschap met de Roeselaarse bouwgroep Coussée-Bostoen. Met de Desimpels, die andere bekende West-Vlaamse familie, is er wel een band. Stephan Bostoen is getrouwd met Anne-Sophie, de dochter van Aimé Desimpel.

Villabouw Bostoen is nog een relatief jong bedrijf. Vader Francis Bostoen richtte het op in 1982. In 1992 vroeg hij aan Stephan, die toen achttien was, om mee in de zaak te stappen. Sinds 2000 leidt hij het bedrijf samen met zijn zus Danielle. “Heb ik iets gemist door niet te studeren? Ja, het studentenleven. Maar de ervaring die ik hier kon opbouwen, is voor mij van onschatbare waarde. Ik heb het hele groeiproces – van een dertigtal woningen per jaar naar 350 in 1992 en nu meer dan 400 – van dichtbij meegemaakt.”

Grond als grondstof

Via dochteronderneming Gronden DB heeft Bostoen een 450-tal gronden in portefeuille. Onlangs verkocht het bedrijf wel een groot aantal loten. Volgens een concurrent een vreemde demarche. Waarom doet een sleutel-op-deurbouwer dat? “Ik vind dat niet zo vreemd. We hebben een grote grondenportefeuille, groter dan nodig voor onze bouwactiviteit. Daarom verkopen we percelen die voor ons minder geschikt zijn.”

Dat de sleutel-op-deurbouwers mee verantwoordelijk zijn voor de schaarste aan bouwgrond, vindt hij onterechte kritiek. “Voor ons is grond letterlijk grondstof. We kunnen daar echt niet mee speculeren, want dan valt heel onze business stil.” Is het probleem dan overroepen? “Nee, er is schaarste”, antwoordt Bostoen. “Maar dat is in de eerste plaats een gevolg van het restrictieve beleid van de overheid. Daar heeft de overheid wellicht goede redenen voor, maar ze moet dan ook wel de gevolgen – schaarste en een hogere grondprijs – verdragen.” (T)

y Door Laurenz Verledens/Foto Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content