‘De Griek als slachtoffer is niet het volledige verhaal’

JEROEN DIJSSELBLOEM "Griekenland leefde op veel te grote voet en volledig op de pof." © GET

Dat de Griekse crisis niet leidde tot het einde van de euro, is mee te danken aan de vaste hand van de Nederlandse politicus Jeroen Dijsselbloem, de toenmalige voorzitter van de Eurogroep. Dankzij hem worden banken niet langer gered met belastinggeld. “Wat we verkochten als de redding van de spaarder, was in feite de redding van de aandeelhouder.”

Het scheelde weinig of de Griekse crisis was amper meer dan een voetnoot geweest in de geschiedenis van de euro. In het zog van de financiële crisis in 2008 moesten zowat overal in Europa banken worden gered en overheden gestut. In 2010 kreeg ook Griekenland het lastig, maar in 2014 waren de grootste problemen alweer voorbij. Griekenland kende opnieuw economische groei, de werkloosheid daalde, de overheid leende zelfs weer geld op de kapitaalmarkten.

Maar toen kwam de rebelse premier Alexis Tsipras, en vooral zijn flamboyante minister van Financiën Yannis Varoufakis. Hij werd ‘de duurste minister van Financiën ooit’, schrijft Jeroen Dijsselbloem in zijn boek De Eurocrisis, het verhaal van binnenuit. “Ik krijg er nog altijd buikpijn van”, vertelt Dijsselbloem. Hij was in die tijd de voorzitter van de Eurogroep, de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone, die de eurocrisis moest zien te bedwingen. “In zijn mediaoptredens overal in Europa verkondigde Varoufakis dat Griekenland failliet was en zijn schulden niet kon terugbetalen. Je zag de Griekse banken toen letterlijk leeglopen. Het vertrouwen in het land droogde volledig op. Klaus Regling, de baas van het latere noodfonds ESM, berekende de schade voor Griekenland op minstens 100 miljard euro.”

Zelfs in het goed georganiseerde Nederland mislukken hervormingen soms. Van Griekenland hebben we tientallen, zeer ingrijpende hervormingen tegelijkertijd gevraagd

Met Griekenland kwam het uiteindelijk nog goed. Italië wordt een ander paar mouwen. Varoufakis is een doetje vergeleken met een volbloed populist als Matteo Salvini.

JEROEN DIJSSELBLOEM. “Als de Italiaanse regering haar programma doorvoert, dan ontspoort de begroting volledig. Zij zal de bevolking proberen wijs te maken dat het de schuld is van Europa, maar dat is natuurlijk flauwekul. Ook zonder Europese begrotingsregels heeft de Italiaanse begroting nauwelijks marge. Alleen al om de staatsschuld te herfinancieren heeft Italië de komende vijf jaar ruim 200 miljard euro per jaar nodig. Gelukkig is de staatsschuld grotendeels in handen van de Italianen, die minder snel weglopen dan buitenlandse beleggers. Maar dat verzacht ook de dwang om de problemen echt aan te pakken. Daarom zal Italië doen wat het al jaren doet: voortmodderen.”

Zal de euro over tien jaar nog bestaan?

DIJSSELBLOEM. “Ik denk het wel, zeker als je weet hoeveel tijd, moeite en politiek kapitaal Angela Merkel en andere toppolitici in de overleving van de muntunie hebben gestoken. Dat zullen zij niet meer uit handen geven. Het internationale beleggersvertrouwen in de euro is nooit in gevaar gekomen, de muntkoers is al die tijd stabiel gebleven. Het was de eurozone als politiek samenwerkingsverband die op springen heeft gestaan.”

Of is het niet de kiezer die het zichzelf gemakkelijk maakte? Uw boek bevat een constructief plan voor de versterking van de euro. Maar zoiets krijg je niet uitgelegd in een tweet.

DIJSSELBLOEM. “Chinese overheidsvertegenwoordigers zeiden het mij met een fijne glimlach om de mond: ‘Zolang het democratisch moet, zal Europa toch nooit hervormen?’ Welnu, Europa is hervormd. Ik kan een lange lijst van hervormingen opnoemen, niet alleen in lidstaten die Europese noodsteun kregen, ook in landen als Nederland of de Baltische staten. Volgens mij blijven mensen ontvankelijk voor verstandige ideeën.”

Zo’n verstandig idee was het opdoeken van de grondwettelijke belastingvrijstelling van de grote Griekse rederijen. Is dat intussen gebeurd?

DIJSSELBLOEM. “Ik weet het niet zeker. Het was een van mijn grootste frustraties. De Griekse economie is erg oligarchisch. Een paar rijke families hebben grote delen van de economie in handen, zoals de scheepvaart, en oefenen een enorme invloed uit op de politiek. De regering-Tsipras, de meest linkse regering van Europa, wou niet aan die belastingvrijstelling tornen, hoezeer wij ook aandrongen. ‘Dan gaan de rederijen weg uit Griekenland’, was het argument, en misschien klopt dat ook. Maar de rederijen droegen nauwelijks bij tot de Griekse tewerkstelling. De schepen waren bemand met goedkope Aziaten en Zuid-Amerikanen. En belasting betaalden de rederijen ook al niet. Met als gevolg dat de gewone Griek steeds meer belasting betaalde.”

JEROEN DIJSSELBLOEM
JEROEN DIJSSELBLOEM “Bij het IMF was de teneur: ‘Met Griekenland wordt het nooit wat.’ Ik weiger mij daarbij neer te leggen.”© GET

De gewone Griek draait vooral op voor de verliezen van de Duitse en Franse banken die zich, blind voor de risico’s, verbrand hadden aan leningen voor Griekenland, schrijft u.

DIJSSELBLOEM. “Overal in Europa zijn de banken gered met belastinggeld, waardoor de overheidsschuld omhoog sprong, ook in Griekenland. In Ierland was het zelfs erger, daar ging de overheidsschuld van 25 naar 124 procent van het bruto binnenlands product. De zogenoemde bail-out van de banken heeft de aandeelhouders en de bankobligatiehouders gered ten koste van de belastingbetaler. Dat mag nooit meer gebeuren. Wie de winsten opstrijkt, moet ook de verliezen dragen. Maar toen durfden we dat niet door te drukken. Na de val van de zakenbank Lehman Brothers in 2008 was de paniek zo groot dat we elke bank wilden redden. Want we moeten het spaargeld van de mensen veiligstellen, klonk het. Dat was natuurlijk waar. Maar wat we verkochten als de redding van de spaarder, was in feite de redding van de aandeelhouder. Voor de belastingbetaler is dat een onvoorstelbaar dure operatie geweest.”

Als we nog eens massaal belastinggeld naar de banken gooien, hoop ik dat de kiezer correct reageert

Ook voor de Griekse belastingbetaler. De discussie over de houdbaarheid van de Griekse overheidsschuld loopt nog altijd.

DIJSSELBLOEM. “Ja, maar de Griek als slachtoffer is niet het volledige verhaal. De Grieken hebben de kredietzeepbel laten aanzwellen. Al die leningen van de Duitse en de Franse banken zijn aangegaan door Griekse burgers, bedrijven en overheden. In 2008, twee jaar voor de start van de Griekse crisis, bedroeg het tekort op de lopende rekening 14 procent. Griekenland leefde op veel te grote voet en volledig op de pof.”

Terug naar de redding van de banken. In Cyprus doorbrak u het grote taboe. Wie de dividenden en de rentes opstreek, moest eindelijk ook de verliezen dragen.

DIJSSELBLOEM. “De rekening was niet langer voor de belastingbetaler. Het was een gamechanger, en zou het basisprincipe worden van de latere Bankenunie. Toen de Cypriotische banken in nood kwamen, waren ze een enorm waterhoofd, vol geld van rijke Russen. Dat Europese noodleningen dat geld zouden moeten veiligstellen, vond ik zo verkeerd. Het zou de Cypriotische overheid, en dus de Cypriotische belastingbetaler, met een enorme schuld hebben opgezadeld.”

Zal het principe ‘potje breken, potje betalen’ overeind blijven?

DIJSSELBLOEM. “Dat is de vraag bij elk principe. Het vraagt onafhankelijke instellingen en standvastige politici. Als we nog eens massaal belastinggeld naar de banken gooien, hoop ik dat de kiezer correct reageert.”

Naderhand hebben ook de private schuldeisers van de Griekse overheid het potje moeten betalen, of toch gedeeltelijk. Intussen moesten de Grieken wel strenge besparingen slikken, die het voor de Griekse economie nodeloos erger hebben gemaakt, aldus critici.

DIJSSELBLOEM. “De strenge besparingen hebben de Griekse economie met 25 procent doen krimpen, is het argument. Wat daarbij wordt vergeten, is dat het gemiddelde besteedbare inkomen met 40 procent was gestegen in enkele jaren voor de crisis. Zoals ik al zei, die welvaart op krediet was niet vol te houden. Bij het begin van de crisis had Griekenland een begrotingstekort van 15 procent en een schuldgraad van 120 procent van het bbp, en daar zat Europa voor niets tussen. Heeft het Europese hulpprogramma daarna de Griekse crisis verergerd? Bezuinigingen tijdens een crisis zijn natuurlijk economisch schadelijk. Maar wat is het alternatief bij een begrotingstekort van 15 procent? Het onderwerp waarover we ons echt moeten bekreunen zijn de private investeringen. Hoe kan Griekenland meer investeringen aantrekken?”

Zegt u het maar.

DIJSSELBLOEM. “Als je in Griekenland voor het starten van een bedrijf zeven, acht of negen vergunningen nodig hebt, telkens bij verschillende instellingen die ondoorzichtige tarieven hanteren – waarmee ik bedoel: mogelijk is hier corruptie van tel – dan denk je drie keer na voordat je gaat investeren. Dat soort onderwerpen zijn cruciaal voor de toekomst van Griekenland.”

Dan zullen de Griekse overheidsinstellingen radicaal moeten veranderen. Die zijn te gepolitiseerd en te zwak om de afgesproken hervormingen door te voeren, schrijft u.

DIJSSELBLOEM. “Zelfs in het goed georganiseerde Nederland mislukken hervormingen soms. Van Griekenland hebben we tientallen, zeer ingrijpende hervormingen tegelijkertijd gevraagd. Sommige hervormingen hebben gewerkt. De doelmatigheid van de belastingdienst bijvoorbeeld is aanzienlijk toegenomen, iets waarvan het Internationaal Monetair Fonds nooit geloofde dat het kon. De Griekse belastingen werden massaal ontweken, uitgesteld of gewoon niet betaald. Nu zijn de belastinginkomsten aan het stijgen. Bij het IMF was de teneur: ‘Met dit land wordt het nooit wat.’ Ik weiger mij daarbij neer te leggen.”

Populair worden? Word minister van Financiën

“Het gekke aan Nederland is dat de minister van Financiën altijd populair is”, zegt landbouweconoom Jeroen Dijsselbloem (52), die de ministerpost bekleedde van 2012 tot 2017. “Zelfs als je voor 50 miljard euro bezuinigingen of belastingverhogingen doorvoert, dan nog krijg je hoge waarderingscijfers. Nederlanders vinden het belangrijk de begroting netjes te houden. Je kunt dat overdreven vinden, maar het zit diep.”

De ministers van Financiën van de sociaal-democratische PvdA waren net zo spaarzaam als die uit andere partijen, aldus Dijsselbloem. “Mijn partij heeft in de hele naoorlogse periode veel goede ministers van Financiën geleverd. Ze zijn altijd strikt op de begroting geweest, en tegelijk ruimhartig aan de sociale kant.” Het kostte de Nederlandse regering dan ook weinig moeite om politiek Europa te winnen voor Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep. Dijsselbloem bleef vijf jaar aan, van 2013 tot begin 2018.

Ondanks zijn 52.000 voorkeurstemmen in de Nederlandse verkiezingen vorig jaar, stapte Dijsselbloem toch uit de politiek. “Mijn partij is achtergebleven met amper negen zetels, terwijl wij jarenlang een van de grootste partijen in Nederland waren. Daar ben ik mee verantwoordelijk voor.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content