De gouden raad van tante Canada

De banksector in Canada is ongehavend uit de financiële crisis gekomen. Janet Ecker, de voormalige minister van Financiën van Ontario, legt uit waarom.

De financiële crisis van de voorbije jaren was voor de Canadese banken de perfecte imagocampagne. Terwijl de banken lang bekend stonden als saai en oerconservatief, gelden ze nu als het schoolvoorbeeld van goed beheer. “De crisis heeft ons op de kaart gezet”, zegt Janet Ecker tijdens ons bezoek aan de regio rond Toronto, de hoofdstad van de provincie Ontario en het finan- ciële en commerciële centrum van Canada. “Er is wereldwijde aandacht, zowel van landen als van bedrijven, voor onze financiële diensten en voor wat we goed hebben gedaan.”

Als Ecker spreekt, wordt er geluisterd in Canada. Ze was zeven jaar minister in de regionale regering van Ontario, onder meer voor Financiën. Nu is ze directeur van de sterke Toronto Financial Services Alliance en een gerespecteerd expert van ‘s lands financiële systeem.

Toch hoedt Ecker zich ervoor al te belerend over te komen. “We zijn voorzichtig optimistisch dat het land het goed blijft doen, maar we zijn niet zelfvoldaan. We hebben niet alle antwoorden. Sommige dingen die we hier doen, kunnen misschien wel een goede raad vormen voor anderen”, zegt Ecker in de aanloop naar de top van de leiders van de twintig grootste industrie- en groeilanden (G20) in Toronto, eind deze week. Die goede raad hadden niet alleen de grote buren in de VS goed kunnen gebruiken, maar ook de Belgische overheid, die noodgedwongen miljarden euro’s pompte in onze grootbanken.

Ecker zegt niet verrast te zijn geweest door de weerbaarheid van de Canadese banken in crisistijd. En dat de Canadese banken al vele jaren van saaiheid hun handelsmerk hebben gemaakt, klopt volgens haar volledig. “Het leidt geen twijfel dat onze businesscultuur conservatiever is. We hebben niet de risico’s genomen die andere financiële spelers in andere landen namen.”

Zo lieten de Canadese banken zich niet verleiden tot de handel in risicovolle producten zoals herverpakte kredieten (de collateralized debt obligations of CDO’s). Canada ontwikkelde bijgevolg, in tegenstelling tot de VS, ook geen subprime-markt (rommelhypotheken). Dat de Canadese banken die business links lieten liggen, heeft ook te maken met de perceptie van de Canadezen van hun financiële instellingen, zegt Ecker. “De banken hier worden meer beschouwd als een openbare voorziening dan als een business. Als banken hier zich dan gedragen als een echte business, is het van ‘hé, wacht eens even!’, en wordt dat meteen bekritiseerd.”

“Sommigen zeggen dat ook Canada erin zou zijn gezogen als de crisis nog enkele jaren had geduurd. Maar dat weet ik niet. Ik geef je het voorbeeld van de Toronto-Dominion, de op een na grootste Canadese bank. Die kreeg kritiek omdat zij zogezegd waarde ongebruikt liet, maar weigerde mee te gaan met de trend van exotische producten.”

Ecker wijst erop dat Canada ook strenge regels heeft voor afbetalingen en een beter risicobeheer eist van banken. “Van het zogenaamde ninja-lenen, no income, no jobs no assets, dat je hebt in de VS, is in Canada gewoon geen sprake, noch van aftrekbaarheid van hypotheken.” De Canadese banken zijn ook steeds voorzichtiger geweest in het investeren in schuldpapier. “We hebben kortom een verschillend businessmodel, maar ook een andere businesscultuur en andere regelgeving.”

Die conservatieve houding werd opgedrongen door de overheid. Zo mogen de Canadese banken niet alleen minder kredieten hebben uitstaan in vergelijking met andere landen, maar moeten ze ook een grote kapitaalbuffer aanleggen. Bovendien namen ze tijdens de crisis bijkomende maatregelen om het kapitaal te beschermen. Door die sterke kapitalisatie konden de banken ook in crisistijd leningen toestaan. “Omdat de banken sterk gekapitaliseerd bleven, zijn ze nu veel sterker en kunnen ze wat proactiever zijn in hun groeistrategie. Ze moeten geen energie steken in het herstellen van hun balansen.”

Wat de Canadese banken ook helpt, is dat ze in tegenstelling tot hun collega’s in de VS vrijwel allemaal nationaal actief zijn. “Als een deel van de economie het moeilijk heeft, kunnen ze terugvallen op andere regio’s met andere economische activiteiten”, zegt Ecker, die ook wijst op de gezonde concurrentie. De banken begrijpen dat ze maar beter aan eenzelfde zeel trekken om de activiteiten en jobs te behouden.

Het maakt dat Canada en zijn banken de goede richting blijven uitgaan. “Langzamer dan we hadden gewild, maar sneller dan gedacht in 2008”, zegt Ecker. Toch zijn er ook in Canada heel wat banen verloren gegaan, deels door de omschakeling van verwerkende nijverheid naar een diensteneconomie, maar vooral als gevolg van de problemen in de VS, de grootste handelspartner. “Er is het gezegde dat als ze niezen in de VS, wij in Canada een verkoudheid oplopen”, zegt Ecker. “Maar de fundamentals blijven zeer sterk. Onze schuldenpositie is een van de betere van de OESO. De bedrijfstaksen worden verlaagd om de concurrentiepositie te verstevigen, en we blijven investeren in onderwijs.”

Overheidsschuld aangepakt

Canada heeft volgens Ecker zijn sterke prestatie tijdens de crisis ook voor een groot stuk te danken aan het feit dat de Canadese financiële sector steeds intensief heeft gecommuniceerd met de overheid en de regelgevers, vindt Ecker. “Er waren erg veel collectieve gesprekken over hoe we de crisis zouden opvangen als die Canada zou raken.” Die gesprekken gingen tussen de minister van Financiën, de centrale bank, de regulator, de CEO’s van de banken en de Canada Deposit Insur- ance Corporation (het parlement richtte dat orgaan op om het spaargeld van de Canadezen te verzekeren tegen het faillissement van een van zijn leden). “We hebben bijgevolg geen enkele bank uit de nood moeten helpen.”

Het belang van goede communicatie leerden Ecker en de regering van Ontario zelf tijdens de recessie in de jaren negentig. “We probeerden duidelijk te maken waarom de overheidsschuld moest worden aangepakt. De regering werd daarop verkozen in 1995 om dat probleem te regelen. Door die duidelijke communicatie begreep de bevolking wat we deden.” Ecker en haar regering gaven toen ook het goede voorbeeld door de buikriem aan te halen. “Een voorbeeld: de provinciale politici schrapten hun pensioenplan. Men vond dat het te genereus was en om te tonen dat we er allemaal samen voor stonden, namen we deze beslissing. Daarom moet ik nu nog altijd werken (lacht).”

In Europa zijn de 27 EU-lidstaten het intussen eens geworden over het openbaar maken van informatie over hoe de grootste Europese banken, inclusief KBC en Dexia, er financieel voorstaan. De publicatie van die zogenaamde stresstests moet aantonen dat de banken geen problemen hebben. De lidstaten bereikten eerder deze maand ook een akkoord over de invoering van een nationale bankentanks. Die moet ervoor zorgen dat bij een volgend bankfaillissement de banksector zelf opdraait voor de gevolgen en niet de overheden.

Ecker verzet zich tegen zo’n taks. “Ik denk niet dat dit kan werken. Het is niet daardoor dat we in de problemen kwamen. Dat kwam door slechte supervisie, slechte zakelijke beslissingen, domme risicobeoordelingen, onvoldoende kapitaal en zinloze leningen.”

Door Bert Lauwers in Canada

“De banken hier worden meer beschouwd als een openbare voorziening dan als een business” Janet Ecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content