De goede oorlog loopt ten einde

In Afghanistan komt een einde aan de Amerikaanse interventie. Het land waggelt naar stabiliteit.

Het eerste deel was makkelijk. Amerikaanse strijdkrachten begonnen Afghanistan te bombarderen op 7 oktober 2001, nadat het talibanregime geweigerd had Osama bin Laden uit te leveren. Na zes weken viel de hoofdstad Kaboel. De taliban en Al-Qaeda vluchtten naar de grotten van Tora Bora. Tot dan was nog geen enkele Amerikaanse soldaat gesneuveld.

Vandaag is het beeld veel somberder. Een primitief leger verslaan als je lasergeleide raketten hebt, is niet moeilijk. Rust brengen in een achtergebleven en kapotgeschoten land is dat wel. De opstand die op de invasie volgde, heeft het leven gekost aan 3000 Amerikanen en niet-Afghaanse bondgenoten.

De Amerikaanse bevolking heeft alle interesse verloren in wat Barack Obama ooit de ‘goede oorlog’ noemde. Syrië, Egypte, Iran en Noord-Korea lijken dringender problemen voor de supermacht. Maar de Amerikaanse nalatenschap in Afghanistan is van immens belang. Als het land opnieuw vervalt in chaos als de coalitietroepen zich in 2014 terugtrekken, kan het opnieuw een broedhaard voor terroristen met wereldomvattende ambities worden, en destabiliseert het zijn labiele buur Pakistan.

Maar misschien kan het ergste vermeden worden. Afghanistan houdt presidentsverkiezingen in april. De verkiezingscommissie wordt volgepropt met vriendjes van president Hamid Karzai, die eigenlijk geen kandidaat meer mag zijn, maar graag een jaknikker de topfunctie wil bezorgen terwijl hij zelf de touwtjes in handen houdt. Toch lijken de verkiezingen nog net voldoende legitiem om de belangrijkste oppositiegroepen te ontraden de wapens op te nemen tegen de overwinnaar.

Toch enig gezag

De Amerikanen trekken tegen het einde van 2014 hun troepen terug uit Afghanistan, maar niet allemaal. Een restmacht van 10.000 soldaten blijft toezicht houden. Dat moet genoeg zijn om te vermijden dat het land uit elkaar valt. Het leger en de politie moeten voortaan opstandelingen tot staan brengen. Ze vormen misschien niet de meest gedisciplineerde ordediensten ter wereld, maar zolang de Verenigde Staten hun opleiding en logistieke bijstand geven en hun lonen subsidiëren, trekken ze zich wel uit de slag.

De taliban verdwijnen niet. In 2014 doden ze vele soldaten en politiemensen en nog meer burgers, maar ze nemen het land niet opnieuw over. De Afghanen klagen dat hun verkozen regering corrupt, incompetent en vaak onrechtvaardig is, maar relatief weinigen onder hen willen de zeloten opnieuw aan de macht zien.

De Amerikaanse terugtrekking creëert geen machtsvacuüm, zoals de Russen deden toen ze in 1989 vertrokken. De Amerikanen laten een regime achter dat bij de bevolking enig gezag heeft. De volgende Afghaanse president eindigt niet als Mohammad Najibullah, de laatste Sovjetmarionet, die uiteindelijk door de taliban gecastreerd en vermoord werd.

Sommigen voorspellen dat India en Pakistan sluiks een nieuwe oorlog gaan voeren in Afghanistan. Met zijn steun aan de taliban en allerlei jihadistische groepen stookt Pakistan al geruime tijd onrust in Afghanistan. India was altijd vriendelijk tegenover de vijanden van Pakistan, zoals Karzai. De rivaliteit tussen de twee atoommachten van Zuid-Azië “wordt bijzonder explosief als ze gaan wedijveren voor invloed in Afghanistan”, schrijft de historicus William Dalrymple.

Anderen achten dat onwaarschijnlijk. “India is eigenlijk niet geïnteresseerd in Afghanistan”, zegt Michael O’Hanlon van de Brookings Institution. Het is te klein, te arm en te verafgelegen om de Indiase politici wakker te houden.

De auteur is redacteur Verenigde Staten van The Economist

ROBERT GUEST

Weinig Afghanen willen de taliban weer aan de macht zien komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content