‘DE FISCUS STELT ZICH DE JONGSTE JAREN VRIJ AGRESSIEF OP’

Fiscaal advocaat en professor Michel Maus is het er niet mee eens dat de administratie de intensiteit van de fiscale controles heeft opgedreven. “In aantal controles blijft de fiscus ondermaats scoren. De fiscus weet dat ook en probeert nu via een subtiel trucje zijn cijfers op te poetsen. De enige controles die er echt toe doen zijn de grondige controles, waarbij men de belastingplichtige echt deftig gaat controleren. Die vorm van controle staat tegenover de beheerscontrole, waarbij de fiscus bij wijze van spreken louter nagaat of de belastingplichtige wel zijn aangifte heeft ingediend. Tot 2011 werd in de statistieken een onderscheid gemaakt tussen die vormen van controle en werd duidelijk dat het aantal grondige controles ondermaats is. In de personenbelasting bijvoorbeeld werd per jaar slechts 0,2 procent van de belastingplichtigen grondig gecontroleerd. Vanaf 2012 — de laatst beschikbare statistieken — maken de statistieken dat onderscheid niet meer. Alle controles worden samengeteld, wat dus een zeer vertekend beeld geeft van de activiteit van de fiscus. Het is dus niet zo dat de intensiteit van de controles is verhoogd; men heeft enkel de statistieken verbloemd. De effectiviteit kan dus nog een pak beter.”

Omzet draaien

Professor Maus erkent wel dat de fiscus bepaalde sectoren viseert. “De fiscus probeert gerichter te werken bij de selectie van de controles en legt daarbij inderdaad de focus op bepaalde sectoren — zoals de horeca of de bouw — en bepaalde fiscale technieken — vruchtgebruik, notionele-intrestaftrek, transfer pricing. Daarvoor maakt hij gebruik van datamining, maar de parameters die daarbij worden gehanteerd, houdt de fiscus angstvallig geheim. Ik ben er niet van overtuigd dat dat een goede tactiek is.”

Een en ander voedt het idee dat de controleurs naar targets toe werken. “De hardnekkigheid en de bedenkelijke houding van sommige ambtenaren doet vermoeden dat zij ook een ‘omzetcijfer’ moeten halen en dat elke controle moet opbrengen”, meent Maus. “Dat doet op zijn minst vermoeden dat de ‘omzet’ voor elke controleur belangrijk is met het oog op gunstige evaluaties. De fiscus zou veel meer goodwill creëren met een soort van early warning-tactiek waarbij hij op voorhand belastingplichtigen informeert over de sectoren en de fiscale technieken die hij gaat viseren. Een beetje dus zoals onze flitscontroles die via de radio worden aangekondigd.”

Professor Maus heeft ten slotte een goede raad voor de belastingplichtige die een strenge controle op zich af ziet komen. “Als de controle normaal verloopt en de controleur zich redelijk opstelt, is het aangewezen het met hem op een akkoord te gooien. De ervaring van de jongste paar jaar leert echter dat de fiscus zich vrij agressief opstelt en de grenzen van zijn controlebevoegdheid opzoekt.”

Juridische stappen

Daardoor ontstaan problemen, weet Maus. “Zo beschouwen de fiscale ambtenaren bijvoorbeeld de fiscale visitatie meer en meer als een fiscale huiszoeking. En bij de controle van de computerboekhouding deinzen de ambtenaren er zeker niet voor terug de computergegevens van een belastingplichtige volledig af te tappen, met inbegrip van het e-mailverkeer. In dat geval moet de gecontroleerde de fiscus ook durven te wijzen op de beperkingen van zijn onderzoeksmacht en zijn juridische stappen aangewezen. Maar daar moet je dan weer stalen zenuwen voor hebben. De fiscus wordt nooit ‘procesmoe’ en zal de belastingplichtige tot allerlei procedures dwingen om via de procesdruk alsnog een akkoord af te dwingen.”

J.S.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content