De facelift van NPM

De studenten van de universiteit van Tilburg bestuderen elk jaar ‘de case Albert Frère’. “Hij is hét voorbeeld van machtscreatie met een minimale inzet van middelen,” aldus Luc Renneboog, professor Corporate Finance. ” Power without money. Hoewel without vandaag erg relatief is. Frère zet enorme bedragen in.”

Bovenaan de piramide staat Frère-Bourgeois, dat voor iets meer dan de helft participeert in de sleutelvennootschap Erbe. Zo gaat de controlestructuur verder via de Nationale Portefeuillemaatschappij, Agesca, Parjointco, Pargesa en uiteindelijk Groep Brussel Lambert. Het komt erop neer naast elke participatie (van 50 % plus minimaal één) andere aandeelhouders te vinden.

Frère investeert al jaren met de Canadees Paul Desmarais in Pargesa en GBL, via Power Corporation du Canada. De alliantie ligt vast tot in 2014. Daarnaast is Frère verbonden met de families Arnault (Cheval Blanc) en Rothschild (Château Rieussec). Vroeger was André Leysen (Cobepa) het Vlaamse steunpunt van Frère, maar vandaag werkt hij vooral samen met Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren, in GIB, hamburgerketen Quick en de groep Flo). Een historische partner is BNP Paribas (in Pargesa). Voor NPM en GBL doet Frère een beroep op de beurs.

Professor Ariane Chapelle van Solvay Business School doctoreerde met de verhandeling Essays on the Economics of Banking and Corporate Governance over de controlestructuren in België. Ze is een collega van NPM-topman Gilles Samyn. “Wie participeert in NPM zit vrij hoog in de piramide en kan dus relatief meer profiteren van het rendement van Frères investeringsstrategie,” weet ze. “Met een rendement ver boven het beursgemiddelde kan je niet klagen.”

De voorbije jaren is de groep Frère grondig herschikt. Bondgenootschappen werden afgeblazen (UAP) en tussenstructuren verdwenen (Electrafina, Audiofina, Fibelpar, Royale Vendôme). Meerderheidsparticipaties of controledeelnemingen vlogen de deur uit: Royale Belge, BBL, Petrofina, Tractebel en de Generale Maatschappij. De controle wordt omgezet in minderheidsparticipaties in Bertelsmann, Total en Suez.

Jean-Marie Caucheteux, ING Equity Research: “Groep Frère evolueert van een schimmig conglomeraat met een nogal agressieve strategie naar een transparante groep met een eerder defensieve portefeuille.”

Deze strategie staat haaks op de filosofie ” Petits minoritaires, petits cons, grands minoritaires, grands cons” die Frère ooit aankleefde. Insiders verklaren de strategische ommezwaai als een manier om de opvolging binnen GBL/NPM te regelen. “Ooit zal zijn zoon Gérald het heft in handen nemen,” weet een zakenvriend. “Die is uiteraard omringd door uitstekende technici, zoals zijn schoonbroer Thierry De Rudder en Gilles Samyn. Eigenlijk is de stroomlijning van de groep Frère een vorm van erfenisplanning.”

Jean-Marie Caucheteux: “Dat is inderdaad de mening van sommige analisten. Het is erg moeilijk het post-Albert Frèretijdperk in te schatten. Omdat de huidige topman meestal op de voorgrond staat, weten we niet of het briljante team rond zijn opvolgers even performant kan zijn. Ze hebben de kans nog niet gekregen zich te bewijzen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content