De Europese geloofwaardigheid

Jef Vuchelen Jef Vuchelen is professor Economie aan de VUB

De herschikking van de Griekse overheidsschulden heeft geresulteerd in een korte windstilte van de eurostormen. De pauze is welkom om een eerste balans op te maken. Niemand kan ontkennen dat er veel werk is verzet en dat de eurozone er institutioneel beter voorstaat dan enkele jaren geleden. Het nauwere en strengere toezicht op het budgettaire beleid is ontegensprekelijk een belangrijke stap in de juiste richting. Er blijven nog veel stappen te doen, maar, even belangrijk, Europa heeft de afgelopen jaren veel krediet verloren.

De uitbarsting van de Griekse crisis heeft veel kwaad bloed gezet. Je kunt je terecht afvragen hoe het mogelijk was dat Europese regeringsleiders, gesteund door de eurocraten, de Grieken toelieten om met vervalste rekeningen toe te treden tot de euro. Steeds werd er gedaan alsof er niets aan de hand was; ondertussen bleven de rekeningen onbetrouwbaar. Het initiële Griekse tekort voor 2010 van 10 procent van het bbp is met meer dan de helft bijgesteld. De vraag of in andere eurolanden ook geknoeid werd met de cijfers, blijft onbeantwoord.

De Europese regeringsleiders hebben de omvang van de Griekse crisis steevast geminimaliseerd. Aanvankelijk werd systematisch en met grote stelligheid beweerd dat er geen herschikking van de Griekse schulden kwam. Uiteindelijk was de herschikking substantieel omvangrijker dan de grootste tegenstanders van de euro ooit mogelijk achtten.

De ervaring met deze schuldherschikking doet sterk terugdenken aan de wisselkoersdevaluaties uit de jaren zeventig en tachtig. Ook toen ontkenden de beleidsvoerders dat er wijzigingen in de pariteiten zouden plaatsvinden. Vaak was dat een leugen. Weliswaar een begrijpbare leugen om bestwil, maar toch heeft dit het toenmalige wisselkoersbeleid ondergraven.

Het blijft een open vraag of we met schuldherschikkingen dezelfde weg opgaan. Komt er na de Griekse schuldherschikking een Spaanse? Kunnen Portugal, Ierland of zelfs Italië aan de verleiding weerstaan om een deel van hun overheidsschulden te ontkennen en zo alle inwoners van de eurozone mee te laten betalen voor het lokale wanbeleid?

De schuldherschikkingen dreigen gemakkelijkheidsoplossingen te worden voor laks overheidsbeleid, zoals devaluaties dat vroeger waren. Toegegeven, Europese leiders pogen dit te verhinderen via een strenger toezicht op het budgettaire beleid, maar de schulden zijn opgebouwd en de nationale overheden kunnen ze alleen nog beheren en afbouwen. Hiermee valt weinig electorale eer te halen.

De Griekse verkiezingen op 6 mei kunnen een eerste indicatie geven. Een massale afstraffing van de meerderheidspartijen zou de beleidsvoerders in de andere zuiderse eurolanden kunnen leren dat de bevolking het beleid spuugzat is en dat alleen een totale ommezwaai nog populariteitsperspectieven biedt. Weinigen geloven dat dit in de eurozone kan. Maar ook hierover hebben de Europese leiders voorspellingen gemaakt.

Na de schuldherschikking zou een exit van Griekenland uit de eurozone de tweede grote geloofwaardigheidstest voor Europa worden. Ultiem zal dit voor de Grieken niets uitmaken, want de tering moet sowieso naar de nering gezet worden. Ofwel leggen de beleidsvoerders dit op een min of meer gecontroleerde wijze op binnen de eurozone, ofwel zal de markt dit op een meer chaotische wijze doen via oplopende inflatie.

De eurocrisis staat dagelijks op een keerpunt. Iedere bevestiging van het beleid is een vaststelling dat geen spectaculaire ontwikkeling te verwachten valt. Zo sleept de euro zich langs de boord van de afgrond. Zolang de beleidsvoerders bereid zijn om voort te werken aan een deugdelijk financieel bestuur is er niet echt reden om te pessimistisch te zijn. Het wordt wel tijd dat ook aan de politieke integratie wordt gewerkt. We hopen dat de komende verkiezingen in Griekenland, Frankrijk en volgend jaar in Duitsland, voor het nodige elan zorgen. Tenminste als de financiële markten hiervoor hun toelating geven.

De auteur is professor economie aan de VUB.

JEF VUCHELEN

Kunnen Portugal, Ierland of zelfs Italië aan de verleiding weerstaan om een deel van hun overheidsschulden te ontkennen en alle inwoners van de eurozone mee te laten betalen voor het lokale wanbeleid?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content