De energiesector verdient beter

Luc Huysmans

Een nieuwe studie die de energiebevoorradingszekerheid van ons land in kaart brengt, ditmaal door het Planbureau. Dat lag bij het ter perse gaan op tafel voor het hoofdstuk energie in de onderhandelingen van de zeven Vivaldi-partijen over een nieuwe federale regering.

In de periode van de Vikingen klonk in menige kerk: “Van de gesel der Noormannen, verlos ons Heer!” Studies over de kernuitstap, hoe goedgemaakt ook, beginnen eenzelfde soort gebeden te ontlokken bij de energiebedrijven. Van de studies over kernenergie, verlos ons Heer!

Officieel zijn alle partijen voor de kernuitstap. In de praktijk vragen vooral Groen en Ecolo dat tegen 2025 alle kerncentrales dicht zijn. De liberalen plaatsen vraagtekens bij de haalbaarheid van de uitstap en de impact op de stroomprijs. Zeker voor dat laatste zijn ook de socialisten gevoelig.

In se zijn het redelijke argumenten. Alleen, we hebben ze nogal gehoord. Alle studies wijzen in dezelfde richting: de sluiting van alle kerncentrales leidt tot hogere stroomtarieven, omdat moet worden geïnvesteerd in alternatieven. Met name in gascentrales, die onze milieu-uitstoot verzwaren. Anderzijds biedt zekerheid over de kernuitstap investeerders de duidelijkheid dat hun projecten lang rendabel blijven. De hogere tarieven kunnen ook een signaal zijn om de stroomfactuur te verlossen van zaken die er niet thuishoren.

Intussen verstrijkt de tijd. De wet op de kernuitstap dateert van 2003. Zeventien jaar later zijn er, op een kaderwet voor de ondersteuning van nieuwe stroomproductie na, geen alternatieven. Terwijl het eenvoudig is: een regering beslist en zet het kader uit, en de industrie past zich aan, als ze redelijke termijnen krijgt om zich voor te bereiden. De energiesector en de maatschappij verdienen beter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content