De eerste fluwelen scheiding

Zonder rivieren van bloed, zonder jarenlang gekonkel, werd België geboren. Wat kostte de scheiding? De eindbalans, een kosten- en batenrekening ontbreken. 177 jaar na 1830 en dichter bij een nieuwe secessie, is onze politieke geboorte een fabelverhaal. Er is een boek voor 21 juli.

De eerste fluwelen scheiding was de Belgisch-Hollandse, de tweede de Tsjechisch-Slovaakse. Onze secessie wordt herdacht met een ingewikkeld monument op het Martelarenplein van Brussel. Een mausoleumpje voor de patriotten van 1830. Even ingewikkeld is het uiteenrafelen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tussen het omwentelingjaar en 1839. Kan je meer dan anderhalve eeuw later nieuwe grondstof delven uit de boedelscheiding? Ja, naar blijkt uit een boek van 314 bladzijden met kleine letters, “De Prijs van de Scheiding”.

Wat was bijvoorbeeld de rol van de overheidsstatistiek in de opbouw van België. Trots werd zij, bewijst Nele Bracke, gepropageerd als uiting van het modernisme en het succes van België. De astronoom Adolphe Quetelet groeide in het nieuwe land uit tot een bewierookte overheidscijferaar. Was de Belgische revolutie voor de haven van Antwerpen een catastrofe of had zij zonnige zijden? Karel Veraghtert ontsluiert hoe de Belgen de onafhankelijkheid van het jonge Brazilië prompt erkenden en zo de Europese poortwachters werden voor de tropische landbouw uit die contreien. Moesten de Belgen fiscaal dieper in de portemonnee tasten door hun magere schatkist, vele vijanden en een onthoofde administratie? Het gekoloniseerde Indonesië kreeg door de dood van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden een exploitatiever plantagestelsel. Willem I en zijn nazaten behoefden een vervangingsinkomen voor het verlies van België.

Stijn Van de Perre verzamelde, met Frank Judo en uitgever Karl Drabbe, historici van Noord en Zuid in de hoop op een sterkte-zwakteanalyse van 1830. Inspirerend was een Frans boek uit de late jaren van de twintigste eeuw. Een cijferbalans van de Franse Revolutie: financieel, demografisch, fiscaal, infrastructureel, politiek, maatschappelijk. Stijn Van de Perre: “Wij wisten op voorhand dat wij nooit een eindsom zouden berekend krijgen, anderzijds tonen wij nieuwe wegen en zijn wij een eind opgeschoten naar een SWOT – Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats – van 1830.”

Stijn Van de Perre (41) promoveerde op het proefschrift “De lasten van de macht. Fiscaal beleid in België 1830-1914” (2003). VUB-professor Els Witte schreef een knappe studie over de overheidsfinanciën tijdens de revolutietijd van 1830. Over de postrevolutionaire periode is haast geen research gedaan tot Stijn Van de Perre doctoreerde.

“De Prijs van de Scheiding” staat niet tegen de achtergrond van de secessies van de jongste twintig jaar in Europa. Zegt Van de Perre: “De behoefte om meer internationaal economisch studiewerk te verrichten naar scheidingen lijkt mij groot.” Vragen die hem bezighielden: wisten de revolutionairen waar ze naartoe wilden, had men bij- voorbeeld een zicht op de overheidsfinanciën? “Ik ben vooral bezig met fiscale geschiedenis. Dat klinkt niet sexy, maar het is essentieel voor elk sociaal-politiek verhaal. De schuldenopbouw, de verdeling van de schulden tussen Nederlanders en Belgen, de begrotingen zijn belangrijk. De auteurs maakten geen cijferboek, maar zijn niet vies van getallen,” getuigt Van de Perre.

Met welk belastingsysteem is België gestart in 1830? Stijn Van de Perre: “Fiscale zaken raken de portemonnee en elke burger voelt zich betrokken. Bizar is mijn ontdekking dat België ondanks alle kritiek van voor de revolutie op het belastingstelsel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, tot in 1914 de contouren van dat gewraakte systeem in stand hield. Kleinigheden werden geschrapt, de basiswetten bleven.”

Nederland moderniseert zijn belastingen in 1822. Stijn Van de Perre: “Je denkt spontaan: een secessie is een revolutie en dus zal men beginnen met een schone lei, neen dus. De verzoekschriftenbeweging van 1828-1829 was een belastingrevolte en de Belgische opstandelingen spelen daar handig op in. Symbolische zaken worden wel geschrapt, bijvoorbeeld het maal- en slachtgeld, want de burgers ervaren die verandering tastbaar. De herverdeling van de belastingen op andere grondslagen wordt beloofd, zonder dat er iets beweegt. Artikel 139 van de Belgische grondwet somde de vraagstukken op die men belangrijk vond en opgelost dienden te worden, echter tot aan de vooravond van 1914 bleef het veelal bij woorden.”

De Nederlandse leidende ambtenaren ontvluchten Brussel na de revolutie en zelden is de expertise daar om professioneel en gedreven te onderhandelen. Stijn Van de Perre: “Verzachtende omstandigheden zijn, het gebrek aan informatie – veel gegevens blijven in of verhuizen naar Den Haag – en eveneens de euforie van de jonge staat. Bij de eerste begrotingen was de landsleiding aanvankelijk optimistisch, men zou meer eigen middelen verwerven en belangrijke uitgaven vielen weg. Een poos leefde het plan van een belastingverlaging, maar dat ging snel over.”

In de eerste onderhandelingen met Den Haag over de schuldverdeling, hangt België af van de goodwill van de grote machten. Stijn Van de Perre: “Men heeft zich door hen laten afdreigen. Ook Leopold van Saksen-Coburg wilde slechts op de Belgische troon als het verdrag van de XVIII artikelen – het eerste scheidingsverdrag – werd goedgekeurd. Dat verdrag was lange jaren onderwerp van moeizame onderhandelingen. Het Verdrag van de XXIV Artikelen, een uitgebreidere versie van de eerste tekst, is getekend om de mogendheden niet boos te houden. De onderhandelingen werden sluiks gevoerd achter de rug van het nieuwbakken parlement.”

Willem I liet de schuldenkwestie rotten om persoonlijke redenen. De karakters speelden mee plus de positie die Willem I wilde behouden in Nederland na het verlies van België. Niemand wist hoe groot de staatsschuld was van de Zuidelijke Nederlanden, zoals men evenmin wist waar de Noordelijke Nederlanden financieel-economisch stonden bij de onderhandelingen van 1814, die leidden tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Stijn Van de Perre: “De wankele vertrekbasis wreekt zich bij de scheiding, want men vaart zonder kompas.”

De omwenteling van 1830 bracht één grote verbetering bij de overheidsfinanciën: hun doorzichtigheid, gekoppeld aan een toezichthouder. Voor 1830 waren de begrotingen, zowel de gewone als de buitengewone, volslagen duister, spookachtig. De Belgische grondwet bepaalde uitdrukkelijk dat het parlement zicht moest krijgen op de inkomsten en de uitgaven en het recht van toezicht ontving. Stijn Van de Perre: “Een grote stap voorwaarts en daarbij past de stichting van het Rekenhof, dat de parlementaire controle ondersteunt.”

“De Prijs van de Scheiding” – Frank Judo en Stijn Van de Perre (red.) – 314 blz. / 25 euro – Uitgeverij Pelckmans (ISBN 978 90 289 4431 2)

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content