‘De economie boomt niet’

Sinds de overname van de gipsplatenafdeling van Lafarge hees Etex zich definitief in de wereldspits van bouwmaterialen. Ondanks de hoge lonen blijft België een centrale spil, zegt CEO Fons Peeters.

De reusachtige fabriekshallen van Eternit in Kapelle-op-den-Bos ogen behoorlijk saai. Meters opgestapelde, kleurloze gevelplaten domineren het landschap. Maar schijn bedriegt. Het vrij discrete familiale Etex is een wereldwijde kolos in bouwmateriaal, met tentakels tot in Argentinië en Indonesië. Sinds de overname van Siniat, de gipsafdeling van Lafarge, eind 2011 bevestigt de bouwgroep haar positie als wereldwijde speler in wandbekleding.

“De synergie met Siniat betekent op lange termijn een gigantische versterking van Etex”, zegt Fons Peeters. De Vlaamse CEO van de groep slaat en zalft als het over het Belgische ondernemersklimaat gaat. Hier zijn fantastische, innovatieve ingenieurs, maar de Belgische lonen rijzen de pan uit. “De cijfers zijn gigantisch. Het is onbegrijpelijk dat daarover nog gediscussieerd wordt.”

De beurzen hebben de voorbije maanden een stevige klim achter de rug. Volgens zowat alle media trekt de conjunctuur weer aan. Voelt Etex de heropleving?

FONS PEETERS. “Ik lees elke dag weer in de media hoe de economie veel beter draait, maar in onze bouw zien we nog niet veel vuur. Het eerste halfjaar van 2013 was gewoonweg moeilijk. We wisten niet goed of dat alleen door de strenge winter kwam of ook de verzwakking van de conjunctuur. Zou er een boom volgen in het tweede halfjaar? Die boom is er niet. Het gaat lichtjes beter dan in de tweede helft van vorig jaar, maar we zien zeker geen sterk groeiende economie.”

Hebt u het dan over West-Europa?

PEETERS. “Nee, ik spreek over de wereldwijde conjunctuur. Oké, de conjunctuur is goed, maar niet zo vurig als het zou kunnen zijn. China verbruikt minder grondstoffen, waardoor de koperprijzen dalen. Dat heeft een impact in landen als Chili en Peru, en dus ook een effect op de consumptie.”

Jammer voor Etex. Het is net in die groeilanden dat u steeds weer nieuwe fabrieken neerzet.

PEETERS. “In Chili spreken we van 6 procent groei, in Europa van 0,6 procent. Dat is toch een dimensie verschil. Het tempo waarin we nieuwe fabrieken openen, blijft gelijk.”

West-Europa is een volwassen markt zonder veel groeimogelijkheden, tenzij in renovatie en dus energiebesparende maatregelen.

PEETERS. “Met nieuwe materialen en systemen kan je die stabiele markt toch doen groeien. De Europese Commissie eist energiebesparing in gebouwen en woningen. Verwarming en koeling zijn verantwoordelijk voor 40 procent van de CO2-uitstoot. Dat is gigantisch. We weten dat we die uitstoot kunnen halveren. Bovendien betekent nieuwbouw slechts een fractie van het gebouwenbestand. Driekwart van de gebouwen dateert van vóór 1975. Er zijn dus veel kansen in renovatie. Europa duwt daaraan, de regeringen geven subsidies.”

Maar dan wordt u wel afhankelijk van subsidies, die regeringen kunnen terugschroeven.

PEETERS. “Subsidies waren nooit een grote motivering voor renovatie, wél de energiebesparende gevolgen. Belangrijker is dat de energiefactuur kan halveren. Subsidies zijn vaker een storende, dan een helpende factor. Engeland subsidieert 15 procent van de hypothecaire leningen. Dat is fout, ze creëren weer een vastgoedzeepbel.”

De wereldwijde O&O-centra voor vezelcement, materiaal voor brandbeveiliging en isolatie zijn gevestigd in België. Dat centrum wordt volledig vernieuwd. Hoe lokt u een Indiase wetenschappers naar Kapelle-op-den-Bos?

PEETERS. “Wij slagen daarin, ook al is dat in België niet gemakkelijk. Als je een Indiër netto iets meer wil geven dan wat hij in India kan verdienen, moet je er een schep bovenop doen in sociale lasten.”

Vinden briljante Indiërs België aantrekkelijk genoeg als land?

PEETERS. “België heeft een internationale cultuur. Het is een tolerant, multicultureel land, met internationale scholen. Alleen het klimaat staat hen tegen. Ze zouden voor het warme klimaat misschien liever in Spanje wonen. Maar de economie zit hier, niet in Spanje. We hebben veel collega’s van diverse nationaliteiten. Die voelen zich hier goed. Maar de loonkosten zijn gigantisch.

“Wij kunnen identieke functies, bijvoorbeeld een machinewerker of een vorkliftchauffeur, vergelijken in België en onze buurlanden. We zijn veruit het duurst. Dat gaat niet om 5 procent. Procentueel zijn we een vijfde duurder dan het nummer twee, Duitsland. We zijn 30 procent duurder dan Engeland. Die cijfers zijn gigantisch. Het is onbegrijpelijk dat daarover nog discussie bestaat. Ik hoop dat onze politici toch beseffen dat de sociale kosten boven op de nettolonen de pan uit rijzen.”

En toch investeert u nog in België, onder meer in een gloednieuw wereldwijd O&O-centrum.

PEETERS. “Die opmerking is terecht, maar we hebben ook kennis in huis. De verhuizing van een O&O-centrum vergt een gigantische omschakeling. Bovendien zijn bouwmaterialen zwaar. Die transporteer je niet zomaar. Door de aard van onze materialen zijn we in hoofdzaak een lokale producent.”

Eind 2011 deed Etex met Siniat, de gipsplatendochter van Lafarge, zijn grootste overname ooit. Hoe loopt de integratie?

PEETERS. “Zeer goed. We hebben in twee jaar nog geen enkele manager verloren. Dat zijn allemaal mensen met een zeer hoog profiel en een grote verantwoordelijkheid. Voor hen was het toch een schok. Ze kregen een nieuwe aandeelhouder, cultuur, spelregels. Ze hebben zich met enthousiasme geïntegreerd. De combinatie van gipsplaten en vezelcement is uniek. In Europa gebeurt dat onder druk van energiebesparingen. In de groeilanden is er een grote behoefte aan de bouw van nieuwe huizen. De sy-nergie met Siniat is op lange termijn een gigantische versterking van Etex.”

Ook de Belgische belegger gelooft erin. Een obligatielening van 400 miljoen euro voor de financiering van de overname was in september vorig jaar in één dag verkocht. Gaat u nog obligaties uitgeven?

PEETERS. “Wellicht. Jaren waren de banken onze partner voor de financiering. Maar door de Bazel-regulering hebben de banken nu toch minder appetijt voor de financiering van bedrijven. Bedrijven moeten hun financiering diversifiëren. We hebben dat nu de eerste keer gedaan, voor de overname van Siniat. Die diversificatie zal in de toekomst nog gebeuren. De bankenregels blijven bestaan, we gaan niet ineens terug naar de banken. ‘Oké, dat was interessant, maar nu komen we gewoon terug bij u.’ Nee, in de toekomst kunnen we weer naar de obligatiemarkt trekken, bij nieuwe overnames en investeringen.”

De solvabiliteit zakte door de overname van Siniat naar ongeveer 20 procent. Komt er een kapitaalverhoging?

PEETERS. “Nee, die zit er niet in. De schuldgraad zou de volgende jaren moeten zakken door de behaalde kasstromen uit onze operaties.”

Een beursgang is evenmin aan de orde?

PEETERS. “We hebben er geen nood aan. We zijn heel tevreden met onze familiale aandeelhouders. We willen ze, via hun vijf vertegenwoordigers in de raad van bestuur, maximaal informeren. We willen dat ze onze plannen en strategie kennen. We hebben een zeer geëngageerde aandeelhouder, die tegelijk ook aan het management een grote vrijheid geeft. Wij moeten niet naar de beurs voor de verwerving van beslissingsvrijheid. Onze aandeelhouder is voor de lange termijn geëngageerd. Hij vraagt niet elk kwartaal een resultaat. Dat is een fantastische combinatie.”

Blijkbaar, want u bent een one company man. U werkt al sinds 1973 bij Etex. Waarom?

PEETERS. “Het voordeel van Etex is dat ik nooit langer dan vijf jaar in dezelfde onderneming werkte, ook al bleef ik in dezelfde groep. Ik ging intercontinentaal, intercultureel, veranderde van bedrijf in de diverse sectoren, de verschillende technologieën. De bedrijfscultuur is een rode draad in mijn hele carrière. We zijn een Belgische groep, de beslissingen worden in België genomen. Dat is een voordeel voor de Belgen die hier werken.”

U bent al 65. Moest u niet met brugpensioen?

PEETERS. “Nog zo een van die waarheden en geplogenheden in België. Toen ik in Duitsland werkte, was het helemaal geen noodzaak met 65 met pensioen te gaan. Ook in de fabriek in de Verenigde Staten was 65 een leeftijd zoals een andere. Maar uiteraard komt er ooit een einde aan. Ik wil de integratie van Siniat tot een goed einde brengen. Wellicht stop ik er eind 2014 mee, dan moet een nieuwe generatie overnemen.”

WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“De Belgische lonen rijzen de pan uit. Onbegrijpelijk dat daarover nog gediscussieerd wordt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content