DE ECHTE BULLS

De Nobelprijs Economie.

Deze prijs vormt met straten voorsprong de meest prestigieuze prijs in de economische wetenschap. De miljoenen verbonden aan deze prijs gingen voor het eerst over de toonbank in 1969. Sommige jaren kregen 2 of zelfs 3 economen de prijs toegewezen. Hierin ligt de verklaring dat Robert Mundell de 44ste laureaat in de rij vormt. De dominantie van de ‘ University of Chicago‘ inzake deze Nobelprijs is verpletterend.

Het Nobelcomité duidt bij de jaarlijkse toekenning de universiteit aan waar het feestvarken op dat moment nog rondhangt of laatst actief was. Gemeten volgens dit criterium haalde Chicago acht keer de buit binnen, net het dubbele van Harvard en de Britse Cambridge University die elk vier keer scoorden. De acht Chicagoans zijn Milton Friedman, Theodore Schultz, George Stigler, Merton Miller, Ronald Coase, Gary Becker, Robert Fogel en Robert Lucas. Met enkel Coase als mogelijke uitzondering brachten al deze mensen effectief in Chicago hun bekroond werk voort.

Het overwicht van Chicago vergroot echter nog aanzienlijk wanneer men gaat kijken waar de andere laureaten zich bevonden op het moment dat zij dat werk produceerden dat later door het Nobelcomité specifiek vermeld werd bij de prijstoekenning. Uit bijhorend artikel over de laureaat van dit jaar, Robert Mundell, blijkt dat ook hij duidelijk thuishoort in de Chicago-stal. Volgens dit criterium zit ook de winnaar van twee jaar geleden, Myron Scholes, daar en daar alleen op zijn plaats. Tien op 44 is dus een minimale schatting van de echte score van Chicago. Bovendien haalde deze universiteit pas in 1976 met Milton Friedman haar eerste Nobelprijs binnen. Sedert Friedman scoorde Chicago tien op 33.

Loopt men het rijtje verder af, dan blijken ook Friedrich von Hayek en Tjalling Koopmans, winnaars in respectievelijk 1974 en 1975, meerdere jaren te hebben doorgebracht aan de ‘University of Chicago’ en er ook historische publicaties gecreëerd te hebben. Het lijstje wordt pas echt indrukwekkend als men ook nog eens op een rijtje zet wie er als student zijn opleiding genoot en/of als docent en onderzoeker enkele jaren doorbracht. Paul Samuelson (1970), Kenneth Arrow (1972), Herbert Simon (1978), Lawrence Klein (1980), Gerard Debreu (1983), James Buchanan (1986), Trygve Haavelmo (1989) en Harry Markowitz (1990) verkeren in dit geval.

In het Amerikaanse basketbal toonden de ‘Chicago Bulls’ van de legendarische Michael Jordan zich jarenlang het absolute topteam van de hele wereld. In de economische wetenschap toont de ‘University of Chicago’ – wanneer we ons baseren op haar dominantie in de Nobelprijs Economie – nu reeds decennialang de absolute nummer één.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content