De dwangarbeiders van de Cotopaxi

Wat bezielt een groep drukbezette managers uit de ICT-branche om alle luxe en comfort achterwege te laten en veertien dagen lang vijf onherbergzame vulkanen in Ecuador te beklimmen? Uw verslaggever stapte mee. Verslag van een hoogteziek groepsexperiment.

0 .15 uur. Tien silhouetten schuifelen half wakend, half slapend in het licht van de Petzllamp de steile gletsjerwand op, als boetelingen in een processie van Echternach. Hoogte: 4650 meter. De sneeuw is in de spookachtige glans van de volle maan als een narcoticum dat klimmers doet ijlen. Vermaledijde dwangarbeiders aan de ketting, op sleeptouw genomen door hun wraakgids.

Wat bezielt drukbezette kaderleden uit de ICT-branche om gedurende twee volle weken alle luxe en comfort achterwege te laten en vijf fameuze vulkanen in Ecuador te trotseren? Twaalf kilometer (11.909 meter) hoogteverschil overbruggen zij in veertien dagen tijd. Met hoofdpijn, dorst, duizeligheid en maagklachten tot gevolg, de onvermijdelijke symptomen van de gevreesde hoogteziekte.

1.00 uur. Zwijgend, hijgend, bijtend naar zuurstofarme lucht prevelt iedere klimmer zijn schietgebed. Hoe sneller uit die vrieshel, hoe beter voor de zielenrust. De wind giert, de hagel striemt. Een geur van vulkaanzwavel welt op uit donkere ijsspleten. Zij banen zich een weg, slaapwankelend, als de blinden van Breughel.

De schoonheid en de ongereptheid van het Andesgebergte, met zijn condors en kolibries, trekt aan. Dat zeker. Ook de culturele diversiteit van zijn bevolking fascineert – een bruisende smeltkroes van mestizos, criollos, mulattos, Amerikaanse en Afrikaanse indianen? Of is het de unieke ervaring een ongewone prestatie te leveren met gelijkgezinden: collega’s van een en dezelfde sector?

3.30 uur. De Petzllamp wordt nutteloos. De aanzwellende vrieswind tovert het ding om tot een vormloze vanillebol die flauw licht uitstraalt. Het koude klimkoord blijft als staaldraad aan de handschoenen kleven. Die hele berg wordt één gigantische diepvries. Gevoelstemperatuur: -12 °C.

“Informaticamanagers hebben bij velen het imago nogal saai te zijn”, merkt coördinator Wim Bosmans op, zelf kaderlid bij het Woluwse informaticabedrijf ARHS. “We zouden de hele tijd voor ons computerscherm doorbrengen en weinig dynamiek uitstralen. Met dit initiatief bewijzen we het tegendeel. Het brengt de nodige animo in de sector.”

4.45 uur. De vulkaan geeft zich gewonnen. De eerste ijsklimmer bereikt, meer dood dan levend, de top. Hoogte: 5789 meter. Vijf lotgenoten volgen. Vier anderen namen al vroeger een wijze beslissing: rechtsomkeer. Weg uit deze helse sneeuwstorm.

Uitputting en barstende hoofdpijn

Het was in de nacht van zondag op maandag, 21 januari, dat tien van de achttien Belgische ICT-kaderleden dit ijzige avontuur beleefden. Ze beklommen de Cayambe, een nog steeds actieve vulkaan ten noordoosten van de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito en de hoogste en koudste piek op de evenaar.

“Je verwacht je aan koude, maar niet aan een temperatuur van -12 °C door een sneeuwstorm pal op de evenaar”, erkent Marnix Tack (48), Group ICT-manager bij Associated Weavers. Zelf liep hij al een tweetal marathons en in India, Marokko en China deed hij enkele trektochten. “Ik was inderdaad niet voorbereid op de koude en de uitputting bij de beklimming én afdaling van de Cayambe.”

Ook Hilde Havermans (39), moeder van twee kinderen, verlegde tijdens de expeditie haar grenzen. Zij is chief information officer bij Siemens Enterprise Communications. “Als je verder moet ondanks uitputting en barstende hoofdpijn – je kunt namelijk moeilijk midden op een berg blijven zitten – dan besef je dat je tot meer in staat bent dan je vooraf voor mogelijk hield. Een dergelijke ervaring is pure toegevoegde waarde voor de eigen persoonlijkheid.”

Nochtans kwam de meest extreme ervaring voor haar al veel vroeger tijdens de expeditie. Op de vierde dag was de beklimming van de Rucu Pichincha (4716 meter) gepland, een zogenaamde acclimatisatiedag. “Precies hier waren de effecten van de hoogte voor mij het meest voelbaar. Dat dit al zo vroeg in het programma gebeurde, gaf mij een onbehaaglijk gevoel.”

Bij Frank Peeters (52), gedelegeerd bestuurder van het informaticabedrijf Aexis International, was de situatie net andersom. De aanval op de hoogste piek van de expeditie, de Cotopaxi (5897 meter), was voor hem de zwaarste beproeving. Hij somt de redenen op: “Hoogteziekte, opgestapelde vermoeidheid na veertien dagen van fysieke arbeid en weinig slaap, materiaal en schoenen die niet aangepast bleken aan de sneeuw, een offday en de druk van de medeklimmers om ze niet in de steek te laten.”

Van in het begin was het duidelijk dat precies het halen van de top van de Cotopaxi, een van de mooiste stratovulkanen uit de Ecuadoriaanse Andes, voor iedereen een persoonlijke overwinning zou worden. “Daar werd duidelijk dat iedereen naar boven wilde”, aldus Peeters.

Kleurenspectrum van Jung

Het team zelf, zestien mannen – inclusief uw verslaggever – en drie vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 45 jaar, werd geselecteerd uit een 150-tal kandidaten en kreeg vijf maanden lang een intensief trainingsprogramma voorgeschoteld. Op medisch en fysisch vlak gebeurde de begeleiding door het Nottebohm Hart & Sport Medical Centre in Brecht.

Voor de psychologische doorlichting deed de expeditie een beroep op het adviesbureau Insight. Met behulp van de kleurentheorie van de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Gustav Jung bracht dit consultancybedrijf de belangrijkste kenmerken van ieders persoonlijkheid in kaart en legde daarmee de groepsdynamiek vast.

De resultaten waren verrassend. “Het team is zeer taakgericht en heeft een tekort aan introverte gevoeligheid”, stelde Fons Feekes van Insight vast. “Dit betekent dat het voor de meeste leden van de groep niet evident is om de menselijke gevoelens en relaties binnen het team goed tot uiting te laten komen.” Nog voor de expeditie vertrok, gaf hij aan de leden het volgende advies mee: “Eenieder zal ogen en oren te weinig hebben om details die de stemming in de groep beïnvloeden – denk maar aan problemen met de uitrusting, de reisomstandigheden, het weer of de non-verbale communicatie – tijdig op te merken.”

Om het in jungiaanse termen te zeggen: de kleur van de expeditie was dominant rood. “Onder stress kunnen er snel emoties van agressie, controle en intolerantie opduiken in de groep”, aldus Feekes. De spiegelkant van het team is groen. Elk lid zou erover moeten waken voldoende positieve feedback uit te wisselen met de andere: luisterbereidheid, respect tonen, en iets tussen de lijnen door kunnen lezen zouden van cruciaal belang zijn.

“We waren erg benieuwd hoe het dit keer zou aflopen”, glimlacht Wim Bosmans. Met dit initiatief is hij niet aan zijn proefstuk toe. Beyond Limits, het organisatieplatform van de Belgische ICT-managers, had al twee andere expedities achter de rug: de beklimming van de Kilimanjaro in februari 2006 en een trekking naar het Himalayagebergte in Nepal in het voorjaar van 2007.

“Deze groep was bijzonder slagvaardig en fysiek erg goed voorbereid”, zegt Bosmans. “Maar van alle expedities”, zo geeft hij grif toe, “was de beklimming van deze vijf Ecuadoriaanse vulkanen ook veruit het meest extreme initiatief.” Vooral de Cotopaxi, een van de hoogste nog actieve vulkanen ter wereld, 75 kilometer ten zuiden van Quito, gold als een erg gewilde kers op de ijstaart. “Daar kwam de strijd tussen individueel en groepsbelang inderdaad het sterkst tot uiting”, aldus Hilde Havermans.

Ruzie in de groep

De beklimming van de vulkaangletsjer Cotopaxi, die geen fysieke zwakheid duldt, wordt doorgaans in groepjes van drie of vier gedaan: twee klimmers met één gids, aan elkaar bevestigd door een klimkoord, de helm op het hoofd, de schoenen voorzien van ijzerzolen en het ijshouweel in de hand.

Als een van hen terug moet wegens problemen, dan zijn er twee opties. Ofwel kan de frissere klimmer aansluiten bij een ander klimgroepje. Is dat niet mogelijk, dan is er maar één uitweg: mee afdalen met de klimpartner. “Persoonlijk heb ik hier in grote mate de inspanning gewaardeerd van Frank ( nvdr – Peeters) om samen met ons de volgende klimgroep te bereiken, voor hij zelf op zijn stappen moest terugkeren”, zegt Hilde Havermans. “Dit is een grotere overwinning op jezelf dan het bereiken van de top, vind ik: blijven afzien voor de groep, ondanks je eigen pijn en uitputting.”

Aansluiting vinden bij een andere klimgroep is dan weer geen evidentie voor die laatste. Ten eerste brengt een groter gezelschap meer gevaren mee. De gids wordt nerveuzer. En het kan ook de verdere klim aanzienlijk vertragen. Als er dan in die omstandigheden opnieuw iemand moet afhaken, dan legt dit een grote hypotheek op de groep.

“Ik was hierop voorbereid”, merkt Frank Peeters op. “Ik had er wel degelijk rekening mee gehouden dat de situatie extreem zou worden. Eerlijk gezegd, ik had zelfs ruzie in de groep verwacht, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Het is een wonder dat de sfeer in de groep tijdens de volledige twee weken optimaal is gebleven.”

Dit viel ook Marnix Tack op. “Terwijl tijdens de groepsanalyse een gebrek aan groene of introvert meevoelende persoonlijkheden in het team werd vastgesteld, was er toch veel collegialiteit, luisterbereidheid en behulpzaamheid”, stelt hij vast. “Deze expeditiegroep was een zeer rijp team, zowel in voor- als tegenspoed”, moet ook Frank Peeters erkennen.

“We grapten soms over een rood of geel kantje dat even als een duiveltje de kop op kwam steken, maar dit maakte de dingen benoembaar”, vertelt Hilde Havermans. “Dankzij de analyses van Fons Feekes hadden we vooraf een vrij goed beeld van het type persoonlijkheid dat ieder expeditielid heeft. Het is natuurlijk best mogelijk dat die opmerkelijke aandacht voor elkaar juist het gevolg was van het feit dat ons vooraf gevraagd werd om hier extra op te letten.”

Marc Surinx (46), chief technology officer van USG People International, had minder geluk. Ondanks zijn ijzersterke conditie, bleek zijn lichaam en spijsverteringsstelsel niet bestand tegen beklimmingen boven 5000 meter. “Maar precies de humor en de weinige frictie in de groep lieten mensen boven zichzelf uitstijgen. Dit is een unieke ervaring. Best voor herhaling vatbaar, wat mij betreft.” En dan, al glimlachend: “Al had ik toch liever wat meer vrouwelijke leden in het team gezien. Dat zorgt voor een beter evenwicht en nog minder haantjesgedrag.” (T)

INFO: www.beyondlimits.ws

Door Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content