De Duitse locomotief sputtert

De Duitse consumenten zouden de export moeten aflossen als motor van de Duitse economie. Die consument laat het nog altijd afweten. Dat is slecht nieuws voor ons.

Hoe belangrijk is de Duitse economie voor België?

Duitsland produceert een kwart van het bbp in het eurogebied, de grootste economie van Europa. Dankzij uitstekende exportprestaties de voorbije jaren transformeerde de Duitse economie van de zieke man van Europa naar de locomotief van Europa. Duitsland is ook de belangrijkste handelspartner van België. Vorig jaar voerden we ruim 60 miljard euro uit, 18 % van de totale export. Belgische bedrijven voeren meer uit naar Duitsland dan naar alle landen buiten de EU samen. In de eerste vijf maanden van dit jaar steeg onze export naar Duitsland nog met 16 %, wat onze economische groei een stevige duw gaf. In die periode deed de Duitse economie het uitstekend, ook te danken aan het zachte winterweer waardoor de bouw op toerental bleef. Sindsdien is het vertrouwen van de Duitse ondernemers en consumenten in vrije val en balanceert de Duitse economie op het randje van de recessie.

Waarom sputtert de locomotief?

Omdat Duitsland de voorbije jaren groeide dankzij de export, is de economie ook bijzonder gevoelig voor een globale groeivertraging. Met de VS en landen als Frankrijk en Italië op het randje van een recessie, Japan in recessie en heel wat groeilanden die gas moeten terugnemen, vertraagt de Duitse exportgroei gevoelig. De sterke euro ondermijnt bovendien de prijscompe-titiviteit. En Duitsland is bijzonder energieafhankelijk. De gestegen energieprijzen hebben miljarden euro’s koopkracht van de Duitsers naar de olie-exporterende landen getransfereerd. Het Duitse groeimodel moet nochtans tegen een stootje kunnen. Van een vastgoedzeepbel en kredietcrisis is geen sprake. De vastgoedprijzen zijn de voorbije tien jaar zelfs gedaald. De Duitse economie verdiende haar boterham met echt verdiend geld. Het leeglopen van de internationale vastgoed- en krediet-bubbel zou dus veel minder impact mogen hebben. Het geluk van Duitsland is de specialisatie in investeringsgoederen en die vinden gretig aftrek in de groeilanden. Niet alleen in China & co, ook in Centraal-Europa, dat een solide groeibuffer vormt langs de Duitse oostflank. Het blijft wel de vraag in welke mate de groeilanden te lijden hebben onder de groeikramp in het Westen. Op langere termijn kan een vertraging van de globalisering ook heel slecht nieuws zijn voor Duitsland.

Wanneer komt de Duitse consument onder stoom?

De sterkte van Duitsland is ook haar zwakte. Vandaag zou de Duitse interne consumptie de export moeten aflossen als groeimotor, maar de Duitse consument kan die rol (nog) niet aan. Het exportmirakel is mee te danken aan een jarenlange loonmatiging die de groei van gezinsbestedingen zowat doodkneep. Na de eenmaking moest Duitsland de lonen zowat bevriezen om de concurrentiepositie van de Oost-Duitse bedrijven te verdedigen. Ruim tien jaar nam de koopkracht niet of nauwelijks toe. Bij gebrek aan beschikbaar inkomen bleef de Duitse consumptie al die jaren in de startblokken. De Duitse consument houdt bij het minste onraad de knip op de portemonnee. Eindelijk leek de eenmaking afbetaald. De werkgelegenheid nam de voorbije jaren gevoelig toe en die extra jobs waren de belangrijkste bron van extra beschikbaar inkomen. Ook in de lonen leek nieuw leven te komen. Maar eerst een ongelukkige BTW-verhoging en daarna de duurdere energiekosten en bijhorende inflatiepiek doorkruisten dit scenario. En de globale groeivertraging heeft het consumentenvertrouwen terug naar af gejaagd. De opleving van de Duitse consumptie is nog maar eens uitgesteld. Maar als Duitsland de inspanningen om de werkgelegenheid te verbeteren, volhoudt en eens de groeivertraging overwaait, zou die consument de Duitse locomotief eindelijk onder stoom moeten brengen. (T)

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content