De ‘dubbele duik’ komt er gegarandeerd

De vraag is niet of er een ‘dubbele duik’ komt van de economie in de VS, maar wel wanneer die zal komen en hoe sterk die zal zijn. En zal Europa dit keer immuun blijven voor de Amerikaanse problemen?

De afgelopen weken werd duidelijk dat de conjunctuurindicatoren aan het verzwakken zijn. In de VS bereikte de werkloosheid de psychologische grens van 6%. Economen doen de toename van die werkloosheid nog af als een “typisch achterlopende indicator”. Maar dat zou wel eens minder waar kunnen zijn dan ze hopen.

‘Bubble’-cijfers in de VS. Het is niet omdat iedereen roept dat het herstel automatisch zal komen, dat het ook echt zo zal zijn. Vergeet niet dat de economen al een hele tijd hard aan het roepen zijn: we beleven momenteel het meest aangekondigde maar tegelijk ook meest uitgestelde herstel in de geschiedenis. De verbetering van de cijfers in het eerste kwartaal heeft tot nu toe niets met een duurzaam herstel te maken. De dynamiek van de finale vraag in de VS blijft verslechteren.

Conjunctuuroptimisten vinden steun bij uitlatingen van bedrijfsleiders zoals John Chambers. Het is ontroerend om te zien hoeveel personen nog steeds denken dat een bubble-bedrijf bij uitstek zoals Cisco de credibiliteit heeft om een retour naar de economische boom-jaren aan te kondigen. Chambers vergeleek de prestatie van zijn bedrijf in het eerste kwartaal met een home run (vergelijk het met een hattrick in onze taal). Vrij cynisch voor hun aandeelhouders, die in dezelfde periode een own goal van zo’n 30% slikten.

Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Fed, richt dan weer alle hoop op de productiviteit. Een hoge productiviteitsgroei zorgt tegelijkertijd voor stijgende lonen (zelfs zonder opties), stijgende bedrijfswinsten, een lage inflatie en dus lagere rentevoeten. Het probleem van de hoge schulden bij gezinnen en bedrijven smelt dan als het ware als sneeuw voor de zon.

De productiviteitsgroei van bijna 9% in het eerste kwartaal zal dus velen doen watertanden. Helaas hebben de Amerikaanse groeicijfers een hoog Enron-gehalte. De groei in de afgelopen jaren is voor het grootste deel geïnflateerd door techno-uitgaven. Als de VS dezelfde macro-economische boekhoudregels zou gebruiken als Europa, zouden de productiviteitsverschillen tussen beide regio’s verschrompelen. Van de 5,8% groei in het eerste kwartaal kon er 3,2% op rekening worden geschreven van een voorraadafbouw. In de productiviteitsberekening worden dan units die vorig jaar werden geproduceerd gedeeld door een nog steeds krimpende arbeidsmarkt vandaag. Is dat werkelijk de definitie van productiviteitsgroei?

De Amerikaanse staat is intussen op een dramatisch snelle manier naar een groter dan verwacht tekort afgegleden. Zoals de economische vrijbuiter Paul Krugman deze week schreef in de New York Times, werden structurele belastingverminderingen toegekend op basis van bubble-belastinginkomsten in 2000. Slechts een klein deeltje van het tekort is te wijten aan de oorlogsinspanningen. Het is dus niet zo dat het neerhalen van de Twin-towers aan de grondslag ligt van het herrijzen van het Twin-deficit (dubbel tekort, zowel op de lopende rekening als in de overheidsuitgaven).

Positieve punten in Europa. Enquêtes tonen aan dat bedrijfsleiders in Europa hun inschattingen over de huidige toestand neerwaarts blijven bijstellen en dat ze omgekeerd evenredig hun verwachtingen opwaarts bijstellen op basis van het Amerikaanse optimisme. Een dubbele dip in de VS kan het optimisme in Europa knakken. De ervaring van de voorbije zeven jaar geeft immers weinig argumenten om te geloven dat Europa economisch zou kunnen ontkoppelen van de VS. Naast het opnieuw uitstellen van investeringen zou een mogelijke depreciatie van de dollar de Amerikaanse miserie ook gedeeltelijk exporteren naar het Oude Continent.

Toch zijn er enkele positieve punten voor Europa. Een van de enige groeipolen in de wereld bevindt zich in onze achtertuin. Oost-Europa houdt inderdaad zeer goed stand, en lijkt het terugvallen van de Amerikaanse exportmarkt deels te compenseren. Voorts heeft de Europese Centrale Bank (ECB) nog steeds meer marge dan de Fed om bij een eventuele dubbele duik de schok te verzachten. En ook een sterkere euro is niet alleen negatief: hij kan de aandacht wekken van buitenlandse investeerders en dus nieuwe projecten in euroland financieren. Het zou eventueel het begin kunnen zijn van een mini-New-Economy-hype in Europa.

Onze negatieve houding tegenover de VS laat dus ruimte voor wat optimisme in Europa. Sporadische hoera-berichten (zoals Cisco) doen de dollar nog even opveren. Toch kan het geen kwaad uit de dollartrein te stappen, het volgende station heet immers pariteit. Jawel: een verhouding van 1 tussen euro en dollar, of een depreciatie van de dollar van ongeveer 10%.

Geert Noels [{ssquf}]

De auteur is hoofdeconoom van het beurshuis Petercam.

Jawel, de euro zal stijgen in waarde. We gaan naar een verhouding van 1 tussen dollar en euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content