De draaideur

Cor Boonstra heerst als een satraap bij Philips, wat hij ontkent. Managers komen en managers gaan. In de gratie staan bij Cor Boonstra maakt het verschil tussen leven of sterven in de directiekamers. De poort tot het machtscentrum van Philips lijkt een draaideur, klinkt de Nederlandse kritiek. Philips is belangrijk voor België.

De afrekening tussen Gérard Mestrallet ( Suez Lyonnaise) en Philippe Bodson ( Tractebel) bereikt haar eindfase. De ego’s botsen en de strategieën geraken niet op mekaar afgestemd. Wie meent dat het managen van ondernemingen een rationeel proces is, ziet hier dat hij fout zit. Over de grens, bij een bedrijf dat voor Belgen belangrijk is, rommelt het eveneens al jaren in de bestuurskamers. Bestuurder of directeur zijn van Philips is in de jongste tien jaar deelnemen aan een resem georchestreerde of onverwachtse schokken. Het zal wel allemaal moeten om in de vaart der volkeren en der bedrijven recht te blijven, maar verandering is de enige constante sedert 1989. De continuïteit in de leiding en de strategie ontbreekt, klagen hoge en lage medewerkers, vakbondslui en politici. Philips is een on-Nederlands bedrijf geworden door de breuken, ruzies, personele veranderingen van het jongste decennium. De rationele en correcte Nederlander wordt niet weerspiegeld in de corporate banana republic van Eindhoven (sorry, Amsterdam; het hoofdkwartier moest verhuizen, want Noord-Brabant was te provincialistisch voor de nieuwe chef). Het persoonlijke drama tussen Cor Boonstra (61j.) en zijn voorganger en toeverlaat, Jan Timmer, wordt breed geëtaleerd in een boek, krantenartikelen en bedrijfsanalyses. In het Timmer-kamp heerst de overtuiging dat Boonstra zijn mentor verraadde en Jan Timmer in de raad van commissarissen (waaruit onzeAndré Leysen op 25 maart e.k. ontslag neemt) het leven zuur maakte, waardoor hij boos opstapte.

38 verschuivingen

Het Nederlandse nieuwsmagazine Elsevier berekende dat vanaf de zomer 1990, de start van Jan Timmer, er liefst 38 verschillende personen zaten in de raad van bestuur en de groepsraad. Het ritme van de stoelendans in de top van Philips is zelfs naar internationale normen ongeëvenaard. Jan Timmer erfde een financieel zieke onderneming met bedrijfsonderdelen die diep in het rood zaten. Hij haalde voor de eerste maal de roskam door de leiding. Twintig procent van de topmedewerkers verloren hun baan. Elsevier somt op: “Sommige zwakke topmanagers verdwenen direct uit de leiding (onder wie Lorenz, Otten, Goris) en werden vervangen door nieuwe namen ( Bodt, Meyer, Kloster). Anderen ( Tuyt, Van Houten, Hubée, Appelo) mochten hun termijn uitzitten.” Jan Timmer begon meteen aan te werven buiten Philips: Pierre Everaert, de Belgische president van het Nederlandse warenhuisconcern Ahold, kwam voor zijn marketingflair, Frank Carrubba, een Amerikaan, voor research & development, Dudley Eustache, een Brit, voor de financiën. In 1993 verbeterden de cijfers en de directiekamer kriebelde van de dadendrang. Deze ging gepaard met onrust. Einar Kloster, hoofd van licht (met een belangrijke fabriek in het Belgische Turnhout) drong aan op een verzelfstandiging van zijn divisie. Timmer had daar geen oren naar en Kloster vertrok. Dat vertrek opende de deur voor Cor Boonstra.

Bij Sara Lee/ Douwe Egberts in Utrecht houdt men de kiezen op mekaar over Cor Boonstra. Daar zat hij jaren voor hij naar de Verenigde Staten verhuisde om de centrale leiding van de voedingsonderneming op zich te nemen. Cor Boonstra zou charme aan brutaliteit gepaard hebben bij Sara Lee in Nederland. Hij was een goede veranderingsmanager, zag snel de rotte plekken en aarzelde niet om gevoelloos en kordaat te wieden in mensen en producten. Cor Boonstra aardde niet bij Sara Lee over de plas. Hij was van plan met pensioen te gaan, maar dan kwam de verrassende en vererende vraag om bestuurder van Philips te worden met de kans op een doorgroei naar de toppositie. Oud-voorzitter Wisse Dekker van de raad van commissarissen, die Boonstra binnenhaalde: “Achteraf kan je zeggen dat we zijn verleden beter hadden moeten nagaan of een betere schets van zijn persoonlijkheid hadden moeten maken.”

In theorie selecteren de commissarissen (in België, de bestuurders) de bestuurders (in België, de leden van het directiecomité). Maar de praktijk is vaak totaal anders. Elsevier: “De zittende topman beslist veelal wie hij als zijn opvolger of nieuwe collega-bestuurder voordraagt. Waarna de raad van commissarissen geacht wordt, akkoord te gaan. Dat gebeurt dan ook meestal. Want wie wil er ruzie met de feitelijke baas?”

Voor de opvolging van Timmer kwam uiteindelijk enkel de buitenstaander, Cor Boonstra, in aanmerking. Pierre Everaert had absoluut niet de verwachtingen ingelost en Henk Bodt was een grijze mus; zonder flair of charisma.

Cor Boonstra begon op 1 oktober 1996 en raasde als een stormwind door het concern. Een jaar later was er een koningsdrama met Jan Timmer, hem was beloofd dat hij voorzitter zou worden van de raad van commissarissen, na de tussenpaus Floris Maljers, ex- Unilever-baas. Cor Boonstra verzette zich tegen de komst van Jan Timmer in die zetel. Boonstra haalde de meerderheid, want hem wegzenden had het concern meer schade berokkend dan Timmer afvallen. Die laatste verbrak alle banden met de onderneming die hij 44 jaar trouw en hardwerkend had gediend. Floris Maljers bleef dan aan, maar hield het afgelopen zomer toch voor bekeken, een meningsverschil met Cor Boonstra is de meest plausibele reden. Marcel Metze schreef Let’s make things better (1997) en bracht, geholpen door Cor Boonstra en Floris Maljers, achtergronden bij het koningsdrama omtrent Jan Timmer. Metze: “Het conflict tussen Jan Timmer en Cor Boonstra werd niet veroorzaakt door grote meningsverschillen, maar door diepgaande emoties en door de enorme kloof tussen beider denkbeelden. Anders gezegd: tussen iemand die voortkomt uit een inmiddels meer dan 105-jarig bedrijf, en een manager die juist een afkeer heeft van dergelijke oude culturen.” Boonstra is gewend zijn managers keihard verantwoording te vragen voor hun prestaties.

Saneren

Cor Boonstra zette de traditionele bestuursvorm op de tocht, draaide de sleutel in het slot bij verlieslatende dochters of verkocht ze (bijvoorbeeld Superclub, Grundig, kabelbedrijven). Ondanks die saneringsdrift staat de helft van de divisies volgens de jongste jaarcijfers in de rode cijfers. De toverformule van Boonstra is snel uitgewerkt. Hij hanteerde de bijl, maar laat na te melden dat de saneringen al op een lijstje van Jan Timmer stonden, die dus slimmer was dan Boonstra vandaag wil toegeven. De nieuwe baas koos voor de consumentenelektronica en verwijderde interne criticasters uit bestuursorganen (“Boonstra is een kei in power play“, zegt een insider). Wie wordt geliquideerd of verkiest de eer aan zichzelf te houden, kan rekenen op een ruimhartige afscheidsregeling. Afkoopsommen van miljoenen gulden zijn geen uitzondering. De tegenprestatie luidt weliswaar: mondje dicht over de reden van het ontslag. Dat is geen herenovereenkomst, maar een getekende belofte. Het hoge zwijggeld brengt mee dat velen enkel anoniem willen praten over het leven en sterven in de directiekamers van Philips. De bestuurders Jan Tollenaar en Henk Bodt stapten verbitterd op. Jan Post, directeur van Philips Nederland, werd in augustus 1998 ontslagen. In de herfst volgde bestuurslid Doug Dunn na een openbaar conflict met Cor Boonstra over de geldverslindende samenwerking met het Amerikaanse Lucent in de mobilofoniemarkt. De projectmanager, MikeMcTighe, werd sindsdien ook ontslagen. De Brit Doug Dunn was niet zomaar een topman, algemeen werd hij aanzien als één van de betere managers in de jongste tien jaar bij Philips en als kandidaat-voorzitter van het concern. Dunns vertrek werd sterk betreurd tot in de onmiddellijke omgeving van Cor Boonstra. Hij ontving een groot aantal blijken van aanhankelijkheid en steun bij zijn vertrek. Vice-president Dudley Eustache staat op het punt om te vertrekken, wat te maken heeft met zijn leeftijd, hij is 62, maar er is meer aan de hand. De tweede man is, zoals andere van de ontslagnemende of uitgerangeerde directeuren, een vertrouweling van de vorige topman, Jan Timmer. Het gezaghebbende NRC Handelsblad schrijft in een hoofdartikel van afgelopen zaterdag: “Dat uitgerekend de belangrijkste coach van Boonstra, Maljers, in deze moeilijke periode vertrekt, is een slecht teken. Zeker nu de Philips-president niet bereid blijkt te zijn tot zelfkritiek.”

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content