De Chinezen gaan voor goud

Corruptie, een enorme staatsschuld en een autoritaire regering: China heeft het allemaal in 2002. Maar de veranderingen die zullen plaatsvinden, wijzen allemaal in de juiste richting.

Maar de echte uitdaging voor Hu en zijn collega’s heeft niets te maken met hoge gebouwen en glasvezelverbindingen. Het gaat om de vraag of zij in 2008 een land kunnen laten zien dat zulke topfaciliteiten aankan. Het antwoord zal zijn: bijna. De zaken die in 2002 niet zullen veranderen _ autoritaire gewoonten en het falen om de problemen op te lossen van de verlieslijdende staatsbedrijven _ zullen voor teleurstellingen zorgen.

Het succes van de Chinese kandidatuur werd door veel Chinezen niet alleen beschouwd als een teken van acceptatie door de internationale gemeenschap, maar ook als een bevestiging van het feit dat het adembenemende tempo van de economische hervormingen in de afgelopen 22 jaar niet voor niets is geweest. Maar nu verbleekt de glans van de triomf. De Chinese leiders, Chinese bedrijven en beleidsadviseurs staan voor een testcase.

De toetreding van China tot de WTO midden december 2001 markeerde het moment dat voor het eerst in duizenden jaren het ‘Rijk van het Midden’ op vrijwillige basis ermee akkoord is gegaan om vergaande economische hervormingen door te voeren op last van richtlijnen die afkomstig zijn van een vreemde macht. Het houdt in dat bijna elke sector van de economie op den duur zal worden blootgesteld aan internationale concurrentie. Voor buitenlandse zakenlieden die actief zijn in China zal dat een geruststelling zijn.

Sociale ontwrichting

Hoewel de volledige openstelling van de markt pas vijf jaar na toetreding een feit zal zijn, is de kans op sociale ontwrichtingen _ en zelfs opstanden _ in 2002 verre van denkbeeldig. Als de schokgolven van de terroristische aanslagen in New York en Washington de wereld in een recessie dompelen, kan de toevloed aan directe buitenlandse investeringen waarop Peking hoopt wel eens achterwege blijven.

Intussen lijkt ook de handel op een flinke teleurstelling uit te draaien. De export begon in 2001 te haperen en voor 2002 is een forse inkrimping van het Chinese handelsoverschot voorspeld, wat het moeilijke debat over het al of niet devalueren van de munt _ dat voor het laatst in 1999 werd gevoerd _ weer nieuw leven inblaast.

Deze moeilijkheden tezamen zorgen voor een snel wisselende stemming. Handel en buitenlandse investeringen maakten de afgelopen jaren een steeds belangrijker onderdeel uit van het bruto binnenlands product (BBP), wat aangeeft dat een mondiale recessie tot hevige gevolgen zou kunnen leiden. Dat neemt niet weg dat het lidmaatschap van de WTO China verplicht tot een grondige herstructurering van zijn financiële, industriële en agrarische sector. Zo’n vijf miljoen mensen zullen in 2002 voor het eerst te maken krijgen met werkloosheid. Dit spookbeeld achtervolgt niet alleen de Chinese arbeiders, het benauwt ook de politieke leiding. Premier Zhu Rongji hield onlangs zijn gehoor voor: “Vrienden, u applaudisseert wel, maar we weten nog niet hoe krachtig de concurrentie is waarmee we te maken zullen krijgen. Ik ben er nog niet gerust in.”

Zhu, die nog minstens een jaar verantwoordelijk is voor het economische beleid, beseft dat hij _ wil hij sociale onrust afwenden _ de groei boven 6% moet houden. Om dat te bereiken, moeten er in 2002 weer enorme overheidsuitgaven worden gedaan. Er moet ongeveer 150 miljard yuan (18 miljard dollar) belastinggeld worden uitgegeven aan infrastructurele projecten die in eerste instantie zijn bedoeld om banen te scheppen en om particuliere bestedingen aan te moedigen. Economen zijn echter van mening dat daar minstens 250 miljard yuan voor nodig is. Hoe hoger de uitgaven, hoe groter de staatsschuld wordt. De Chinese overheid heeft, in verhouding tot haar bruto binnenlands product (BBP), waarschijnlijk al een grotere schuld dan Japan: een probleem dat in 2002 groter wordt.

Moeilijke relaties met Amerika

De kans bestaat dat binnenlandse spanningen de buitenlandse betrekkingen van China onder druk zullen zetten. In het komende jaar zal duidelijk worden hoe duurzaam de steun van de regering is aan Amerika’s oorlog tegen het terrorisme. Is het echt een kwestie van steun aan Amerika of moet China niets hebben van het islamitische fundamentalisme, in het bijzonder in zijn westelijke provincies? Net als de Verenigde Staten wil China dat er niets overblijft van het islamitische fundamentalisme in Afghanistan. Maar er kan een conflict ontstaan wanneer het regime dat na de Taliban in het zadel wordt geholpen _ een regime dat zwak zal zijn en waarop moeilijk greep is te krijgen _ op zoek gaat naar buitenlandse vrienden. China zal daarop invloed willen uitoefenen, net als Rusland en de Verenigde Staten. China’s onverzoenlijke opstelling tegenover de Amerikaanse plannen voor een ruimteschild, zal ook de betrekkingen belasten.

Dit soort vraagstukken zullen in 2002 op jongere schouders rusten, althans in formele zin. Hu zal Jiang Zemin in de herfst op het zestiende congres als secretaris-generaal van de Communistische Partij opvolgen. Hu, een carrièrepoliticus, maakte vrienden toen hij in de jaren tachtig Tibet bestuurde en dat werden er onlangs meer op de Partijschool. Hier doen ervaren partijleden hun vaste dosis Mao Zedong-denken en Deng Xiaoping-theorie op. Nieuw in het rooster van 2002 is het Jiang Zemin-denken. Jiang blijft in 2002, en ook nadien nog, actief in het leger. Met behulp van het leger, dat hem op zijn wenken zal bedienen, hoopt hij de touwtjes in handen te houden.

Maar er zijn tekenen dat hem dat niet zal worden gegund. Toen hij in het begin van 2001 aankondigde dat particuliere zakenlieden aangemoedigd zouden moeten worden om toe te treden tot de partij, bekritiseerden vele trouwe partijgangers hem om zijn fout dat hij hen had moeten raadplegen. Het beleid ging gewoon door en zal op het congres van 2002 formeel worden bekrachtigd, maar de deining die Jiang veroorzaakte, toonde ook de grenzen van zijn macht. Hu is populair, zo niet charismatisch, en hij lijkt een veilige keuze.

Rond andere functies zal een hardere concurrentiestrijd ontbranden. Bij de opvolging van Zhu in 2003 zal het dringen worden. Vice-premier Wen Jiabao is favoriet, maar Jiangs vriend, Li Changchun, die momenteel de provincie Guangdong bestuurt, zou daar wel eens tussen kunnen komen. Tientallen hogere functies zullen in 2002-2003 in andere handen komen, waardoor het beleid de komende jaren gestalte krijgt.

Deze nieuwe generatie krijgt met talloze problemen te maken, maar er is er niet één die zo delicaat is als de vraag hoe politieke hervormingen moeten totstandkomen. Het vraagstuk is acuut. Corruptiegevallen in de top van de partij hebben het Chinese publiek geschokt. In één ervan kwam aan het licht dat Shenyang, de vijfde stad van China, volledig in de macht was van gewetenloze maffiabazen die de trouw eisten van de burgemeester, zijn staf, de plaatselijke belastingdienst, het openbaar ministerie en verschillende andere functionarissen. De leiders hebben getracht harde tegenmaatregelen te nemen. Oudere functionarissen worden nu geregeld geëxecuteerd of gevangen gezet. Dit soort dingen zullen in 2002 vaker voorkomen. Maar de weigering van de partij om de simpele waarheid te aanvaarden dat totale macht totaal corrumpeert, betekent dat echt succes niet haalbaar zal zijn.

Corruptie, een enorme staatsschuld en een autoritaire regering: China heeft het allemaal in 2002. Maar de veranderingen die zullen plaatsvinden, wijzen in wezen allemaal in de juiste richting, namelijk dat China een welvarend land wordt dat tevredener zal zijn met zijn rol in de wereld. Als Hu en zijn ploeg erin slagen die moeilijke overgang in 2008 voor elkaar te krijgen, hebben zij een Olympische medaille verdiend.

James Kynge

De auteur is correspondent voor Financial Times in Peking.

[2002]

De kans op sociale ontwrichtingen _ en zelfs opstanden _ zal in 2002 verre van denkbeeldig zijn.

[2002]

China zal in 2002 meer veranderen dan de meeste landen in tien jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content