‘De Chinese realiteit dringt niet door’

Hoewel China de tweede economie van de wereld is geworden, heeft Europa geen gecoördineerd China-beleid. “Onze bedrijven dreigen nog meer klappen te krijgen”, waarschuwt Philippe Snel, zakenadvocaat in Sjanghai.

Het is nu officieel: China wipt over Japan in de rangschikking van belangrijkste economieën en staat nu tweede, na de Amerikaanse economie. “China heeft dit gepresteerd met slechts 30 procent van zijn bevolking. We beseffen hier niet waar het naartoe gaat als het overgrote deel van de 1,4 miljard Chinezen die economie meetrekt”, onderstreept Philippe Snel van het Belgische zakenadvocatenkantoor De Wolf & Partners in Sjanghai en de voorzitter van BenCham – de Benelux-Chinese Kamer van Koophandel. “China is nog een reus op lemen voeten, maar die reus is wel opgestaan in nauwelijks dertig jaar en zal verder groeien.” De geest is uit de fles. We zullen ermee moeten leren leven dat China zich doet gelden.

PHILIPPE SNEL (DE WOLF & PARTNERS). “We zijn de belangrijkste handelspartner van China, ook al is dat niet het resultaat van een gecoördineerd Europees beleid. Een sterk gebundeld beleid, althans in een aantal strategische domeinen, zou Europese bedrijven in China beter aan de bak helpen in bijvoorbeeld groene energie of milieutechnologie. Peking weet echter dat elk Europees land liefst zijn eigen ding doet. We steken elkaar gretig de loef af.

“Elke Europese universiteit heeft haar eigen partners en programma’s, terwijl een Erasmus-programma gericht op de specificiteit van China de uitwisseling van studenten zou optimaliseren. Er is ook geen gezamenlijk migratiebeleid: wees maar zeker dat voor een belangrijke Chinese investeerder hier of daar een loopje wordt genomen met de Schengen-regels. Anderzijds heeft zelfs ICBC, de belangrijkste Chinese bank, moeite om Chinees personeel naar hier te krijgen.

“In China werken de Europese kamers van koophandel zo goed mogelijk samen, maar er is geen ervaringsuitwisseling of gemeenschappelijke visie bij de ministeries van Industrie in pakweg Duitsland, Frankrijk of Italië. Dat totale gebrek aan positionering plaatst ons in een moeilijkere uitgangspositie dan Amerikaanse of Japanse concurrenten.”

Hoe efficiënt is het Amerikaanse beleid?

SNEL. “Europa spreekt alleen uit één mond als het over mensenrechten gaat, maar dat wordt door de ambassades weer meteen bij de Chinese autoriteiten afgezwakt zodra er een contract in de lucht hangt. We moeten met de Chinezen over mensenrechten praten, maar vanuit een coherent beleid.

“De Amerikanen bespelen meerdere fronten tegelijk, maar gecoördineerd vanuit één bron. Minister van Financiën Timothy Geithner heeft in China gestudeerd en onderhoudt goede relaties met topmensen; minister van Defensie Robert Gates zegt duidelijk waar het op staat, terwijl minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton voor de harde aanpak is.

“Geithner kan verwijzen naar de warme adem van de hardliners in Washington om concessies af te dwingen, omdat dat kadert in een breder coherent beleid. Alleen zo kun je een dialoog opbouwen en geleidelijk een waaier van thema’s afwerken. Vooral omdat de Chinese president en de premier maar de spreekbuis zijn van de driehonderd mensen die het in Peking voor het zeggen hebben. Je moet vooraf weten of president Hu Jintao een eigen mening vertolkt dan wel een opvatting waarvan hij denkt dat ze de meerderheid vertegenwoordigt of het effectieve standpunt van de partij.

“De Amerikanen bespelen die diversiteit in het partijapparaat en gaan zo stap voor stap vooruit. Eén thema op tafel leggen, zoals Europa doet, of komen met een principiële houding mondt snel uit in zwart-witdiscussies. Op andere vlakken dan mensenrechten is Europa verdeeld. Bovendien worden onze denktanks doorgaans bemand door oudgedienden uit het bedrijfsleven en de diplomatie of oud-academici. Bekwaam, maar niet op de bal spelend. In Washington zitten mensen die niets anders doen dan professioneel nadenken over hoe ze de relaties met China het best aanpakken. Europa vaart in de mist en dat is verontrustend.”

Hoe efficiënt is de Belgische benadering van de Chinese markt?

SNEL. “Het Belgische paviljoen op de wereldtentoonstelling van Sjanghai is uiteindelijk een succes geworden, mede door de inzet van onze bedrijven en de professionele aanpak van het commissariaat-generaal. De opvolging gebeurt nu in het vooruitzicht van een prinselijke handelsmissie in het najaar.

“Massamissies met vierhonderd bedrijven lijken mij nochtans inefficiënt. We moeten gaan naar thematische zendingen voor specifieke bedrijfssectoren, kleinere zendingen die vaker terugkeren onder leiding van een federaal minister in samenspraak met de gewestelijke ministers. Zonder dat er een kakofonie ontstaat. Natuurlijk is het ontbreken van een duidelijk Belgisch beleid tegenover China problematisch, vooral om Chinese investeerders aan te trekken.”

China versterkt zijn greep op de grondstoffenstromen en pikt meer marktaandelen in?

SNEL. “De Belgisch-Afrikaanse kamer van koophandel heeft interessante voorstellen om Chinese bedrijven in Afrika schaakmat te zetten. Ik vind dat we toenadering moeten zoeken. Ik merk in onze praktijk in Sjanghai dat de Chinezen het moeilijk hebben omdat zij niet de menselijke capaciteiten hebben om hun activiteiten in Afrika te leiden.

“Onze expertise en netwerken kunnen best samengaan met hun financiële slagkracht. Een confronterende houding is weinig realistisch, we denken er toch ook niet aan om Amerikaanse bedrijven in Afrika schaakmat te zetten.

“Chinese bedrijven zijn intussen wereldwijd dominant aanwezig met hun producten en hefbomen voor grondstoffen. Die nieuwe realiteit lijkt in Europa nog niet te zijn doorgedrongen. Chinezen hebben geen boodschap aan Europese opgeheven vingertjes over wat ze in Afrika aanrichten, want verwijzen meteen naar onze neokoloniale fratsen. Ook de Afrikanen ergeren zich aan zulke volkomen steriele discussies.”

Hoe relevant is de discussie over de onderwaardering van de Chinese munt?

SNEL. “De strijd om de yuan is achterhaald. De jongste vijf jaar is die met 20 procent opgewaardeerd en hij blijft stijgen. Alleen mag je niet verwachten dat Peking zijn munt in één klap met 20 procent laat stijgen omdat de onevenwichten dan gigantisch zouden zijn.

“De assertievere houding tegenover China van EU-commissaris Karel De Gucht is positief, omdat ze aangeeft dat er toch nagedacht wordt over het nieuwe gegeven dat China in de wereldeconomie is. Alleen mag zo’n assertief beleid niet leiden tot protectionisme, een conclusie die gebaseerd is op een voorbijgestreefde perceptie van China.

“De harde realiteit is dat China de tweede wereldeconomie is geworden met slechts 30 procent van zijn bevolking. Het is nu al de eerste automarkt, maar in het toerisme heeft vandaag slechts 5 procent van de bevolking middelen om te reizen. 1 procent daarvan komt naar Europa en nu al klaagt men in Parijs dat er bij Louis Vuitton geen handtassen meer te koop zijn en dat de hotels vol zitten met Chinezen. Het is slechts een begin.

“Protectionisme tegenover de Chinezen is alsof Europa zou zeggen: we gaan onze problemen met Amerika oplossen door stoer te gaan doen. We hebben gezien hoe Huawei zijn conflict met Option heeft opgelost door een participatie te nemen, nog geen volledige overname.

“Er is veel onwetendheid, wederzijds. Als je dan komt aandraven met populaire, simplistische oplossingen, riskeer je op zere tenen te trappen in Peking. Chinese leiders staan ook onder druk van de partij, die geen monoliet is en waarin ultraconservatieven hun houding verstrakken. Zo boor je een echte dialoog de grond in.”

Is het China menens met het aanwakkeren van de binnenlandse consumptie?

SNEL. “Absoluut. In 2010 is de consumptie fors gestegen. Mensen die tot voor kort met een tractor reden, hebben nu een auto. Je merkt het aan de kleding en de horeca. Peking had al langer door dat een exportgedreven economie niet houdbaar is. Er werd na de financiële crisis zwaar geïnvesteerd in infrastructuur. Niet in bruggen die nergens toe leiden, maar in steden landinwaarts en 180.000 kilometer hogesnelheidslijnen. Dat past allemaal in een langetermijnvisie: Kashgar in het uiterste westen wordt bijvoorbeeld een nieuw Shenzhen om de economische ontwikkeling van het binnenland op gang te trekken.”

De kredietverlening steeg van 160 procent van het bruto binnenlands product in 2000 tot 200 procent, met veel slechte bankleningen?

SNEL. “Ja, maar die kredietpolitiek is opnieuw strakker. Bovendien zijn de Chinese bedrijven solider en professioneler dan in 2000. Investeringen zijn nuttig voor hun economie: in onderzoek, onderwijs, sociale diensten. Er is in China een nomenclatuur van 300 topleiders, maar dat is geen familiaal onderonsje zoals in Egypte, Algerije of Tunesië.

“De Chinese communistische partij is een meritocratie waarin de beste elementen uit topuniversiteiten bovendrijven. Een deel daarvan stroomt door naar de partij, het andere naar staats- en privébedrijven. Ook in China steken mensen zichzelf in brand en zijn er onlusten. Meestal gaat het om conjuncturele incidenten die te maken hebben met onteigeningen, huisvesting en zo meer. En in tegenstelling tot de Arabische landen wordt de gewone man zichtbaar beter van het gevoerde beleid.”

ERIK BRUYLAND, FOTOGRAFIE FILIP CLAUS

“Europa vaart in de mist en dat is verontrustend” Philippe Snel

“Als je komt aandraven met populaire, simplistische oplossingen, riskeer je op zere tenen te trappen in Peking”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content