‘De Brazilianen leiden de dans niet in België’

Van Brouwerij Artois tot AB InBev. Jo Van Biesbroeck begon in 1978 bij de Leuvense brouwerij en volgde de expansie naar de eerste plaats in de wereld. Hij is de laatste Belg in het directiecomité van de internationale biergroep.

Jo Van Biesbroeck (56) is sinds twee jaar de voorzitter van de zone West-Europa van de brouwerijgroep AB InBev. Hij is de laatste Belg in het veertienkoppige directiecomité nu marketingdirecteur Chris Burggraeve op 30 juni vertrekt. Van Biesbroeck leidt een groep van 7000 werknemers, van wie 2700 in ons land.

De Leuvenaar is een discreet man en toch behoort hij tot het vaste meubilair van de brouwerijgroep. “Ik ben 34 jaar geleden begonnen bij de Brouwerij Artois. De groep heeft me ongelooflijk veel kansen geboden.” De vader van vier kinderen en trouwe supporter van Anderlecht maakte alle acquisities en alle reorganisaties van nabij mee. “Ik heb altijd mijn gedacht gezegd. Dat is belangrijk om te overleven in een groep die veel belangrijke veranderingen gekend heeft.”

We ontmoetten de laatste der Mohikanen van de Interbrew-generatie in de bar van het hoofkantoor van AB InBev in Leuven. Hier voelt hij zich duidelijk thuis, daar waar zijn Stella staat.

JO VAN BIESBROECK. “In de eerste plaats hou ik enorm veel van bier en de sociale sfeer die het creëert. Ik zou lang moeten zoeken naar een andere sector die me evenveel voldoening schenkt. Ten tweede komt iedereen altijd maar aandraven met de Belgische vertegenwoordiging aan de top van AB InBev, maar binnen de groep worden de mensen niet gecatalogeerd op hun paspoort. Het is altijd diegene met de meeste competentie die de functie krijgt. Wat niet wegneemt dat je moet aansluiten bij de groepscultuur. Misschien wel het belangrijkste is dat je een open geest bewaart.”

Een open geest voor de veranderingen die doorgevoerd worden door het Braziliaanse management?

VAN BIESBROECK. “Niet alleen dat, want sinds ik 34 jaar geleden begon, heb ik enorm veel veranderingen meegemaakt. Toen was dit nog een Belgische vennootschap die wat internationale activiteiten had, in Afrika. Vandaag is het een multinational met de envergure van een Coca-Cola of een Nestlé.

“De groep heeft me altijd veel kansen gegeven. Op mijn 34ste werd ik benoemd tot financieel directeur van Interbrew en maakte ik mijn intrede in het directiecomité. Ik heb ook de kans gekregen om in alle departementen van de onderneming te werken. Dat heeft me toegelaten om een intern netwerk op te bouwen. Ik heb deelgenomen aan alle grote acquisities. Bovendien heb ik altijd een goed contact gehad met de CEO’s en de familiale aandeelhouders, die ik al geruime tijd ken. Onze relatie is gestoeld op vertrouwen en wederzijds respect.”

Beschouwt u zich als de bewaker van de Belgische belangen? Bent u een aanspreekpunt voor de Belgische aandeelhouders?

VAN BIESBROECK. “Helemaal niet en dat is ook niet nodig. Hier is eerder de persoonlijkheid dan de nationaliteit van tel. Ik onderhoud een even goede relatie met de Belgische en de Braziliaanse aandeelhouders. Sinds laatstgenoemden in 2004 hun intrede deden, heb ik hun vertrouwen gewonnen, dat heeft niets te maken met de Belgische belangen.”

Sinds 2003 bent u ook verantwoordelijk voor de strategie. Wat houdt die titel in?

VAN BIESBROECK. “In die functie be-schouw ik mezelf als een adviseur of een partner van de CEO en de raad van bestuur voor alle strategische kwesties. Een of twee keer per jaar trekken we echt tijd uit, samen met Carlos Brito en het directiecomité, om na te denken over onze strategische keuzes in markten, distributiekanalen, segmenten, merken, innovatie, enzovoort. Dat ik die rol kan spelen, heb ik te danken aan mijn betrokkenheid bij alle acquisities van de groep (Canada, Verenigd Koninkrijk, Oost-Europa, China, Brazilië en Verenigde Staten) en bij de fusie met het Braziliaanse AmBev. Daarnaast was ik altijd een van de eersten om die markten te gaan verkennen en de organisatie en de producten ervan te proberen te begrijpen. Er zijn maar weinig mensen in de groep die dezelfde ervaring hebben.”

De jongste jaren werd het Belgisch filiaal niet gespaard. Je krijgt de indruk dat het Braziliaanse management weinig ruimte laat voor sentiment.

VAN BIESBROECK. “Ik vind niet dat in België de dans geleid wordt door een Braziliaans management. Voor mij moet het Belgisch filiaal zichzelf ondersteunen dankzij zijn eigen prestaties. Het specifieke is dat het moet werken in een biermarkt die structureel terugloopt, maar dat is het geval voor heel West-Europa. Daarom heb ik sinds mijn aantreden in 2010 sterk de nadruk gelegd op innovatie en vernieuwing. Het is van de aangroei van de inkomsten dat de groei van de onderneming, de markt en de werkgelegenheid afhangt. Maar zolang die groei er niet is, moeten we onze structuur aanpassen aan de reële volumes. Bovendien zitten we in een markt waarin de bedrijfskosten zeer hoog zijn. Vandaar het belang van een doeltreffende organisatie, wat de centralisering van sommige functies veronderstelt. Alle essentiële posten blijven in elk land behouden, de andere worden gecentraliseerd.

“Uit de jongste peiling bij het personeel blijkt een zeer hoge tevredenheidsgraad in mijn zone, een van de beste van de groep. Dat verheugt me ten zeerste. Ik vind het heel belangrijk om te luisteren naar ons personeel, wat we trouwens aangetoond hebben in de voorbije achttien maanden waarin we onderhandelden met de sociale partners over het nieuw sociaal akkoord.”

West-Europa werd vaak vergeleken met het lelijke eendje wegens de dalende volumes en de geringe bijdrage (7,9 %) aan de groepswinst. Is dat nog altijd zo?

VAN BIESBROECK. “Als ik niet overtuigd was van de groeimogelijkheden in West-Europa, zou ik hier niet zitten. Het is een markt die gemiddeld daalt, maar daarbinnen zijn er producten, zoals de dure bieren en de specialiteiten, die wel een groei kennen. We worden in deze zone geconfronteerd met een aantal trends, zoals de veroudering van de bevolking, die we vroeg of laat ook in andere zones van de groep meemaken. Onze zone biedt het voordeel dat ze een model is voor de groep. Als we het middel vinden om die tendensen te keren, dan zal dat een goede investering zijn voor de hele groep. 2011 was voor de zone een goed jaar. We hebben overal marktaandeel gewonnen, behalve in het Verenigd Koninkrijk. Vorig jaar noteerden we voor het eerst een gelijktijdige toename van de volumes in België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland.”

Hoe kondigt 2012 zich aan?

VAN BIESBROECK. “We verwachten een moeilijk jaar. En er komen er nog. Onder de jongeren krijgt bier tegenwoordig veel meer concurrentie van andere dranken. Ik ben ervan overtuigd dat we het antwoord vinden in bierinnovaties. Sinds ik in deze functie zit, strijd ik voortdurend tegen de vooroordelen. Een voorbeeld: ik hoorde dat het bierverbruik in de horeca het niet goed meer deed. Dat is niet juist. De consument besteedt nog altijd evenveel buitenshuis, maar hij drinkt andere dingen dan bier en hij verbruikt meer in bistro’s en tavernes dan in cafés. Daarom hebben we de Perfect Draft gelanceerd, ook in de horeca, voor de kleinere debieten.”

Kunt u uw marges verbeteren, anders dan door de prijzen te verhogen?

VAN BIESBROECK. “In de voorbije tien jaar is de stijging van de bierprijs redelijk geweest vergeleken bij andere dranken. Niemand verhoogt graag de prijzen, maar als de prijs van de grondstoffen en de bedrijfskosten stijgen, dan moet je de winstmarge beschermen. We blijven sleutelen aan onze kosten door de productiviteit te verhogen en nieuw leven te blazen in onze portefeuille met innovaties voor onze sleutelmerken, zoals bijvoorbeeld de Leffe.”

Nu u de diensten gereorganiseerd hebt, vrezen de vakbonden dat u ook het productieapparaat aanpakt.

VAN BIESBROECK. “Op dit ogenblik draaien onze vier brouwerijen in Leuven, Jupille, Hoegaarden en Sint-Pieters-Leeuw op een zeer hoge capaciteit aangezien de helft van de productie, vooral dan die van Leuven en Hoegaarden, geëxporteerd wordt. Onze taak bestaat er dus in het volume in België verder te ontwikkelen en de productiviteit te vrijwaren. Dat is belangrijk als we de exportvolumes in België willen houden. 99 procent van onze inspanningen binnen de zone gaat naar de organische groei via innovatie en de ontwikkeling van onze merken.”

SANDRINE VANDENDOOREN, FOTOGRAFIE JONAS HAMERS (IMAGEGLOBE)

“Ik onderhoud een even goede relatie met de Belgische en de Braziliaanse aandeelhouders”

“99 procent van onze inspanningen in West-Europa gaan naar de organische groei via innovatie en de ontwikkeling van onze merken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content