DE BOSS VAN HUGO BOSS

Voor het eerst in 162 jaar staat niet een lid van de familie Marzotto, maar ook geen Italiaan aan het roer van het Marzotto-concern (53% in handen van de oorspronkelijke familiale aandeelhouders sinds 1836). De Belg Jean F. de Jaegher (61 j.) leidt voortaan, in opvolging van graaf Pietro Marzotto, het Italiaanse textiel- en kledingimperium met een omzet van 55 miljard frank.

Jean de Jaegher stamt zelf uit een textielfamilie, oorspronkelijk uit het Kortrijkse, maar zijn grootvader begon een vlashandel in het Waalse Verviers. Vader de Jaegher nam de zaak over en ook zijn echtgenote de Jaegher groeide op in de familiale wolhandel van de Zurstrassen. Zo ontstonden zakelijke relaties met de Marzotto-groep. Jean de Jaegher voelde het verval in de Belgische vlassector aankomen en ging dan ook graag in op het verzoek van graaf Marzotto om als jonge econoom in zijn bedrijf te komen werken. Dat was in 1968, nadat hij zijn studies beëindigde aan de Antwerpse Ufsia, “Toen nog in het Frans,” zegt de Jaegher, die nog wel Nederlands leest, maar inmiddels een Amerikaanse Italiaan is geworden. Zijn drie kinderen leven en werken in Italië.

In 1980 werd De Jaegher gedelegeerd bestuurder van Marzotto. Het concern kreeg flinke groeischeuten vanaf 1984, via acquisities en omzetgroei. Kleding staat voor twee derde van de omzet en daarin weegt het merk Hugo Boss sinds 1991 in zijn eentje even zwaar, naast de merken Uomolebolle, Principe, Gianfranco Ferré, Missoni en Marlborro Classics (ex-VS); het overige derde bestaat uit de legendarische Marzotto-stoffen voor de kledingindustrie.

Na een tussenperiode, van 1984 tot 1988, waarin de Jaegher zich bezighield met het management van de Jolly-hotels – een zijtak van het Marzotto-concern (en hij onder meer een hotel opende op de Brusselse Zavel) – keerde hij terug naar de kernactiviteit. Tot 1995 sleutelde Jean de Jaegher in New York aan de herstructurering van Hugo Boss. In 1996 werd de Belg vice-voorzitter en hij ambieert als voorzitter van Marzotto Group een verdere internationalisering. Van de 9700 werknemers werken er 6000 in Italië. De groep heeft fabrieken in Duitsland, Zwitserland, Tsjechië, de VS en Tunesië en werkt in onderaanneming in Noord-Afrika, Midden-Europa en Azië. “75% van de omzet komt uit Europa, slechts 11,5% uit Amerika en 8% uit Azië. We willen mondialer worden,” zegt de Jaegher. “We worden nog professioneler, trouw aan onze traditie om wereldleider te zijn in ons vakgebied.”

Als vice-voorzitter van de Europese textiel- en kledingfederatie Euratex komt de Jaegher drie- tot viermaal per jaar naar Brussel. “Ik sta telkens versteld van het dynamisme in Vlaanderen, meer bepaald bij mijn neven uit het Kortrijkse. Jammer dat Wallonië zo achteroploopt. Ik troost me met de gedachte dat de streek rond Venetië – ons hoofdkwartier ligt in Valdagno – zo vreselijk armtierig was toen ik hier aankwam. Vandaag is het echter de meest actieve regio van Europa.” De Jaegher heeft lof voor de Belgische kledingbranche: “Wat overblijft, is kwaliteit. De modeontwerpers van Antwerpen, dat is wereldklasse.” Jean de Jaegher zetelt in de bestuursraad van Insead Italia, bekleedt nog een waaier functies en lidmaatschappen. Hobby’s? “Vrije tijd is schaars,” lacht hij, “maar golf spelen, ja dat wel.”