De boerenkrijg

Als Asterix tegen de Romeinen vecht de minzame schapenboer José Bové tegen de McDominantie van de industriële agrobusiness. Voor de millenniumronde pleit de volksheld van de Confédération Paysanne voor de oprichting van een handelstribunaal.

Montredon (Aveyron, Frankrijk)

Wie Millau in het hart van de Gorges du Tarn (Aveyron) – binnenrijdt, wordt onmiddellijk met de neus op de feiten gedrukt. Overal in de stad hangen affiches met de slogan: ” Roquefort. Non à l’embargo des USA.”

Op het marktplein en in de cafés overheerst één gespreksonderwerp: de wereldhandelsconferentie van november. Naast het toerisme leeft de lokale bevolking grotendeels van de verkoop van regionale producten, zoals de pittige schapenkaas uit de Cévennes. Bovendien kent de Larzac een grote traditie van verzet tegen het centrale gezag.

Nu de Verenigde Staten na het Europees verbod op hormonenvlees een aantal typische producten van het oude continent – waaronder Roquefort – in de banvloek sloegen, hebben de yankees bij de Fransen de kaas gegeten. Net zoals tijdens de Europese boerenopstanden tussen de 14de en de 16de eeuw, vechten de landbouwers tegen de industriële agrobusiness en de multinationals – de huidige grootgrondbezitters – die volgens hen slechts een eenheidsworst van slechte kwaliteit produceren.

Symbool voor deze verderfelijke eetcultuur staat McDonald’s. Wanneer de Amerikaanse hamburgerketen deze zomer besluit ook in Millau een vestiging te bouwen, is het hek van de dam. Onder leiding van de charismatische schapenboer José Bové (45) slopen een 300-tal aanhangers van de Confédération Paysanne (CP) – die 20% van de Franse boeren vertegenwoordigt – op 12 augustus 1999 het interieur van dit fast-foodrestaurant. Prompt gooit een lokale rechter Bové de gevangenis in.

“Achteraf bekeken had ik mij geen betere publiciteit kunnen dromen”, lacht de minzame Galliër met walrussnor en eeuwige pijp.

“In april 1999 protesteer ik zonder succes op een Europese werkvergadering van het Directoraat-Generaal VI tegen het gebruik van dierenmeel in het kippenvoer. Enkele maanden later – na het uitbreken van de dioxinecrisis – staat de voedselveiligheid hoog op de internationale agenda.” Dank zij de steun van duizenden sympathisanten, onder wie ook heel wat Amerikaanse boeren én onze Belgische choreograaf Maurice Béjart, komt de syndicalist op 7 september op borgtocht vrij.

Sindsdien staat de discussie over landbouw, veilig voedsel en de wereldhandelsorganisatie vooraan op de internationale agenda. In één klap heeft Frankrijk er een nieuwe volksheld bij. Vanop zijn eenzame boerderij op de barre hoogvlakte van Larzac – tussen de gapende kloven van de groene Gorges du Tarn – schudt Bové de hele wereld wakker. Prestigieuze Amerikaanse dagbladen, zoals The Washington Post en The New York Times, wijden aan hem een artikel op de eerste pagina. In Brooklyn draagt nu zelfs een wijnbar zijn naam.

De CP-woordvoerder groeit uit tot de incarnatie van de wereldwijde strijd tegen de excessen van de mondialisering. Net zoals Bové heeft de publieke opinie haar buik vol van la mauvesse bouffe – het slechte voedsel vol hormonen en dioxines – dat de consument vandaag voorgeschoteld krijgt. “Goedkoop ja, maar gezond? Bovendien smaakt het eten naar niets en ondergraaft de grootschalige agrobusiness de lokale economieën”, aldus Bové.

Vandaag slaat zijn discours aan. Zowel linkse revolutionairen als rechtse nationalisten, Gaullisten en groenen sluiten deze Asterix van de CP in de armen. Tijdens ons onderhoud in de Larzac belt de kabinetsmedewerker van de Franse kamervoorzitter Laurent Fabius op om een afspraak te maken.

Maar deze revolutionair laat zich niet zo gauw kisten. Hij kent het klappen van de zweep. Al meer dan twee decennia staat deze Franse Robin Hood op de barricade voor een kleinschalige en milieuvriendelijke landbouw. In 1974 verhuist de rebelse student uit Bordeaux naar de hoogvlakten van de Aveyron om mee te strijden tegen de plannen van het Franse leger om hun militair kamp in de Larzac uit te breiden. Samen met enkele kompanen vestigt Bové zich in een Montredon, vlak naast het hol van de leeuw. Zeven jaar later halen de bezetters hun slag thuis. Wijlen president François Mitterrand bergt de regeringsplannen op. In 1995 haalt Bové opnieuw de krantenkoppen door te gaan betogen tegen de Franse kernproeven op Mururoa in Polynesië. Tussen alle acties door blijft hij rustig zijn schapen hoeden. Zijn echtgenote runt een gîte d’étappe en promoot regionale producten uit de streek.

Handelstribunaal.

Ondertussen beleeft de Europese landbouwsector moeilijke tijden door tal van voedselschandalen en dumpingprijzen. Overal rijst protest tegen de macht van de grote supermarktketens en megadistributeurs.

De recente fusie tussen Carrefour en Promodès doet de gemoederen onder de Franse boeren fel oplaaien. De bevolking staat achter hen. Volgens de jongste enquête van l’Expansion verzet een meerderheid van onze zuiderburen zich tegen de toenemende mondialisering. Bové: “Wij zijn trots op onze hoogwaardige voedingsmiddelen van eigen bodem, die op een milieu- en diervriendelijke manier geproduceerd worden. De industriële agrobusiness maalt daar niet om. Toch slepen zij het gros van de staatssteun in de wacht. Zo gaat 80% van de Europese landbouwsubsidies naar amper 20% van de boeren.

Daarom vechten we – niet tegen de Verenigde Staten – maar tegen de overheersing van de concerns. Onder mom van vrijhandelsverkeer worden kleine boeren en werknemers onderdrukt, terwijl de consumenten een eenheidsworst in hun maag gesplitst krijgen. Monopolies – zowel in de voeding als in de banksector of de telecommunicatie – zijn een gevaar voor de samenleving. De huidige fusiegolf schept mastodonten, waar niemand nog enige controle op heeft. Integendeel, deze multinationals bepalen vandaag de normen en regels van onze maatschappij. Hun prioriteiten staan lijnrecht tegenover de belangen van landen en volkeren. Daarom verzet ik mij tegen de plannen van Coca-Cola om Orangina – de Franse frisdrank bij uitstek – over te nemen.”

“De markt mag de wereld niet domineren”, besluit Bové. “De mensen willen zelf vrij over hun eten en productiewijze kunnen beslissen. Net als individuen hebben ook volkeren fundamentele mensenrechten, zoals de voedselsoevereiniteit. Aangezien de grootschalige agrobusiness ons uniforme rommel opdringt, stellen wij binnen de schoot van de Wereldhandelsorganisatie de oprichting van een handelstribunaal voor – conform het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties in Den Haag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content