De blauwe kater op de catwalk

Nee, als PRL’er draagt hij heus niet altijd een blauwe das. Deze man spiegelt zich vestimentair liever aan Italiaanse en Franse ministers. Trends ging twee uur shoppen in Antwerpen met minister van Financiën Didier Reynders.

Ook onze federale minister van Financiën geniet een voorkeursbehandeling bij Pal Zileri, dat Didier Reynders ( PRL) al sinds twee jaar kleedt. De Luikse politicus maakt een bijzonder ontspannen indruk wanneer hij samen met zijn vrouw de winkel binnenstapt: hemd open, hemelsblauw colbert, lichte broek. “Vaste regels heb ik niet,” zegt Reynders. “Meestal ga ik op mijn eentje shoppen, soms met mijn vrouw. Ik vind het leuk om me in een winkel kleren te laten aanbieden. En als men me advies geeft, luister ik. Maar ik weet op voorhand al of ik een stuk zal dragen of niet.”

Belgium: zero points

Het feit dat donkere kleuren al enkele jaren de mode domineren, betekent nog niet dat de meerderheid van de Belgische regeringsleden bij is. De kleur, de snit, het aanvoelen van een kostuum, het draagt allemaal bij tot enige elegantie. En Didier Reynders is zich daar terdege van bewust. “Sinds ik in die kringen verkeer, is de politieke wereld nauwelijks geëvolueerd in zijn kledinggewoonten. Het blijft allemaal erg klassiek. Maar er zijn uitzonderingen. De premier, bijvoorbeeld, draagt ook moderne kleding, vaak in het zwart _ ook hemden of polo’s trouwens. Hij draagt ook boots… Maar voor het overige is het binnen de mannelijke politieke klasse al klassiek wat de klok slaat.”

De elegantie van de politieke en zakenwereld in België is erg wisselvallig. Buitenlandse collega’s, zoals de Fransen en de Italianen, maken duidelijk meer indruk op Reynders. ” Dominique Strauss Kahn was iemand die zich erg ontspannen en openhartig gedroeg, maar wel altijd zeer klassiek gekleed ging: een donkerblauw pak _ misschien wel eens grijs als hij écht uit de bol ging _ maar altijd heel klassiek. Aan de andere kant geeft Laurent Fabius een meer gereserveerde indruk, maar zijn vestimentaire uitstraling is veel breder, gevarieerder en meer flashy in de keuze van dassen en hemden. Hij durft duidelijk meer. In Italië weet Carlo de Benedetti zich geweldig te kleden. Je ziet dat onmiddellijk aan de manier waarop het kledingstuk valt. Daar zit echt verfijning achter. Zeker als je op een dag van de enige vergadering naar de andere holt, vliegtuig in, vliegtuig uit. Als je kleren dán nog goed vallen, is dat geen toeval. Daar is over nagedacht. Zeker bij de Italianen zie je dat. Begin dit jaar ben ik naar een conferentie met bedrijfsleiders geweest, en je ziet écht het verschil. Die mensen kunnen zich kleden. In België krijg je voor een gelijkaardig publiek nooit die indruk.”

In het Belgisch parlement zijn de SP (SPA), Ecolo en Agalev intussen afgestapt van de das. “Wat de meesten vergeten is dat hemd-en-das een manier is om eenvormigheid in het halfrond te brengen,” zegt Reynders. ” Jean Defraigne deed die gewoonte naleven, en ik vind dat hij gelijk had. Het egaliserende vermogen van een pak met das wordt in het parlement maar al te vaak vergeten. We hebben daar overigens ook een aantal folkloristische optredens meegemaakt: Jean-Pierre Van Rossem en Jan De Corte kwamen in wat ongebruikelijke kostuums, al waren die eigenlijk veel meer doordacht dan die van de collega’s in een normaal pak. Een priester-arbeider uit Luik gaf in de Senaat blijk van een ernstiger vorm van folklore: je kunt toch wel je voeten wassen, ook al draag je sandalen?”

Reynders zou het in zijn tijd als fractieleider nooit geduld hebben dat een PRL-parlementslid slordig gekleed het parlement binnenkwam. “De kleding die je draagt, heeft wel degelijk een invloed op je gedrag. Als ik thuis vrienden of familie over de vloer krijg, kleed ik me heel losjes: een jeans, een polo enzovoort. En als ik met de kinderen speel, is het in short en met baskets aan.” En de minister gaat nog breder: hij heeft nog een paar Levi’s, koopt in de Verenigde Staten stukken van GAP. “Voor dassen en hemden vind ik mijn gading bij Bouvy in Brussel of bij mijn buren van Duck in Luik. Maar sinds een jaar of twee kleed ik me vooral met Pal Zileri, dat zich uitstrekt van kleurige zomerkledij tot klassieke pakken. Ik hou van de wat modernere stoffen en snit.” Reynders valt nog vrij makkelijk aan te kleden. “Ik heb maat 50-52 _ uitzonderlijk al eens een 54, als het seizoen gastronomisch nogal zwaar is uitgevallen.”

De minister als sandwichman?

Minister Reynders heeft er geen moeite mee om zijn naam en zijn functie aan een modemerk te koppelen. Oké, hij krijgt dan wel een voorkeursbehandeling, wordt prima ontvangen en van advies gediend in een showroom die niet toegankelijk is voor gewone stervelingen, maar hij betaalt wel netjes voor de stukken die hij uitkiest. “Ik betaal al mijn kleren zelf. De staatskas komt voor mijn garderobe níét tussenbeide. Ik hou uiteraard van het uitstekend onthaal hier. Ik heb een afspraak en ik weet dat ik een uur of twee iemand krijg die zich met mij bezighoudt en die mettertijd mijn smaak heeft leren kennen.”

Af en toe wordt hij door het een of andere merk benaderd. “Dat is nadrukkelijker geworden naarmate ik hogere functies bekleedde. De eerste die komen aankloppen, zijn de automerken. Voor de huidige regering heeft Mercedes een aanzienlijke inspanning geleverd om BMW te overschaduwen. Ik heb jarenlang met een BMW gereden, maar verschillende ministers zijn samen met mij overgestapt op Mercedes. Er zijn nu eenmaal budgettaire beperkingen als het over dienstwagens gaat. En als een merk dan 30% korting geeft, dan wordt niet lang geaarzeld.”

Sommige merken stellen ook computermateriaal ter beschikking. Zolang dat binnen de perken van de functie blijft, schept dat volgens de minister geen problemen. En hij ziet er evenmin graten in om contacten te onderhouden met modemerken. Reynders: “Maar ik heb geen contract lopen met die merken. Het enige contract dat ik heb, is de leasingovereenkomst voor mijn auto. Als ik bijvoorbeeld in een Pal Zileri op tv verschijn, zal ik nooit eisen dat die naam in de aftiteling wordt vermeld.”

Aardbeien op Wimbledon

De rol van mode in de internationale uitstraling van België wordt vaak onderschat. Denk maar aan het Belgische voorzitterschap van de Raad van Ministers van de EU, dat nog tot eind dit jaar duurt. Bij de geschenken aan staatshoofden, regeringsleiders en ministers, duiken vaak namen als Delvaux en Olivier Strelli op. De grote namen uit de hedendaagse mode, zoals de Zes van Antwerpen, die België een wereldwijde reputatie geven, staan echter niet op de eerste rij tijdens dit voorzitterschap. Didier Reynders: “De Antwerpse School heeft modellen die wat ingewikkelder te dragen zijn dan een pak van Pal Zileri bijvoorbeeld. Een Dries Van Noten misschien… maar het moet ook draagbaar zijn voor mij en de prijs moet me bevallen. Als minister zou ik er geen enkel bezwaar tegen hebben om kleren te dragen van grote Belgische stilisten, maar de contacten zijn er gewoon niet en ik zoek die ook weinig.”

Didier Reynders heeft er altijd op toegezien dat zijn kledij aangepast was aan zijn functie. “Aan de balie droeg ik altijd een toga, behalve voor de vrederechter, omdat dat daar niet noodzakelijk was. Als parlementslid en nu als minister van Financiën draag ik altijd een pak of een colbert met das. In het onderwijs, aan de HEC van Luik, laat ik ook de examens afleggen in pak met das _ een kwestie van hoffelijkheid. Maar het gebeurt ook wel dat ik les geef in een trui, een hemd of een polo en een linnen broek. En als ik les moet geven net vóór een ministerraad, dan gebeurt het al eens dat ik me jonger kleed.”

Tijdens de jongste vrouwenfinale op Wimbledon gingen het appelgroen van central court en de aardbeien met room die traditioneel in de box opgediend worden met thee en champagne, uitstekend samen met de nogal opzichtige lichtblauwe colbert die hij toen droeg. “Uiteraard is mijn kleding meer of minder kleurrijk naargelang van de functie die ik vervul of de plaats waar ik me bevind. Op internationale bijeenkomsten in de financiële wereld, in het parlement, het IMF of Ecofin heb ik de neiging om me in heel klassieke tinten te kleden, grijs of blauw, maar niet noodzakelijk in een driestuks met strepen. Daar staat tegenover dat de snit niet noodzakelijk klassiek hoeft te zijn. Over het algemeen draag ik blauwe hemden. Maar zelfs dan heb ik de indruk dat ik _ vooral door één van mijn honderden dassen _ moderner ben dan de collega’s rond de tafel. Behalve dan ten opzichte van Laurent Fabius, die er altijd als grote vernieuwer uitspringt. Toen ik jonger was, had ik de neiging om me ouder of strikter te kleden. Naarmate de jaren vorderden, ben ik steeds meer naar het moderne opgeschoven. Vijftien jaar geleden kreeg ik veel commentaar op mijn jeugdige leeftijd, dus ik wou er met mijn kleren geen schepje bovenop doen. Het woord gamin was immers nooit van de lucht.”

Serge Vanmaercke

Sinds ik in die kringen verkeer, is de politieke wereld nauwelijks geëvolueerd in zijn kledinggewoonten.”

“Van Rossem en De Corte kwamen in wat ongebruikelijke kostuums naar het parlement, al waren die eigenlijk veel meer doordacht dan de ‘normale’ pakken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content