De Belgen zijn de braafsten aller Galliërs

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Pieter Timmermans toonde zich afgelopen week een tevreden man in De Tijd. De directeur-generaal van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) was opgelucht dat de meeste sectorale CAO-onderhandelingen binnen het kader van het eerder onderhandelde interprofessioneel akoord (IPA) afgesloten waren. En hij roemde de sociale rust: “De crisissen van de jaren zeventig en tachtig hebben steeds tot so-ciale onrust geleid. In vergelijking daarmee zijn we er deze keer in geslaagd om een sereen sociaal klimaat te behouden.”

Het serene sociale klimaat zou niet mogen verwonderen. Terwijl in de meeste andere landen werknemers aan koopkracht inleveren, voorzag het Belgische IPA een nettokoopkrachtverhoging van 125 euro voor dit en het komende jaar. De automatische loonindexering blijft in dit land bestaan omdat het een akkoord is – of zou moeten zijn – tussen werkgevers- en werknemersorganisaties om de so-ciale rust te garanderen. Bovendien kent België met tijdelijke werkloosheidssystemen voor arbeiders, tijdskrediet en flexibele brugpensioenregelingen systemen die werknemers in crisistijden veel beter opvangen dan in de ons omringende landen. Systemen die vele werknemers het pijnlijkste van de crisis besparen en handenvol geld kosten. Sociale vrede is wel het minimum wat daartegenover moet staan.

T och is de sociale en maatschappelijke rust in ons land ook verontrustend. Het wijst er eens te meer op dat ingrijpende maatregelen niet worden genomen. In hevige crisistijd zwemmen de sociale partners rond de noodzakelijke herstructureringsbeslissingen. De flexibilisering van de arbeidsmarkt, het goedkoper maken van arbeid en het activeren van het arbeidspotentieel waren al voor de crisis noodzakelijk. Eenmalige maatregelen zoals tijdelijke werkloosheid van bedienden raken ook niet verder dan de onderhandelingstafel. De sociale rust bestaat niet omdat er zoveel goede beslissingen worden genomen, maar dankzij de beslissingen die er niet worden genomen. De leden van de Groep van Tien schuiven de hete aardappelen door naar de federale regering waarvan ze weten dat die helemaal niet in staat is om in te grijpen.

Ondertussen woedt de crisis onvermoeid verder. Wie gelooft dat enkele positieve economische berichten een volledig herstel aankondigen is te optimistisch. Die indicatoren zijn pril en niet algemeen. Voor één bedrijf dat beter dan verwachte resultaten naar buiten kan brengen, zijn er veel meer bedrijven die hun omzetten en winsten nog steeds zien dalen. Verschillende bedrijven zijn nog volop aan het herstructureren, andere beginnen eraan en van andere is de inkt op het herstelplan nog niet opgedroogd. Sommige bedrijven kunnen gewoon geen herstructureringsplan opstellen omdat ze niet over de nodige financiële middelen beschikken. De economische realiteit zal er voorgoed anders uitzien en dat is voor bedrijven die zich niet kunnen aanpassen levensgevaarlijk. Wie vandaag zijn toekomst niet kan garanderen, zal er ook geen hebben.

Bedrijfsleiders gijzelen of bedrijven in moeilijkheden lamleggen, zijn geen daden waarop we zitten te wachten. Maar de Belg is te braaf. Meer verontwaardiging over het non-beleid in ons land zou gepast zijn. We zitten in een crisis die om crisismaatregelen smeekt. Niet alleen om deze jaren door te komen, maar ook voor de komende decennia. Het lijkt alsof er een intellectuele vermoeidheid is toegeslagen als het gaat over de crisis en de maatregelen die de sociale partners en de regering moeten nemen. De mensen berusten bijna in al het onheilspellende nieuws. Waarom zouden ze zich ook zorgen maken? Want ondanks alle onheilsberichten, blijven de acties uit. Dus denken ze, zo erg kan het niet zijn. Fout, het is een vals gevoel van veiligheid.

Niet enkel de financiële consequenties van het non-beleid zullen groot zijn, maar ook de emotionele. Burgers van een land dat geen geld heeft om zijn sociale welvaart te verzekeren leven wantrouwiger, sparen meer, consumeren minder en zij die kunnen, zullen het land zelfs proberen te verlaten. Terwijl regeringsleiders later spijt zullen hebben dat ze de noodzakelijke hervormingen niet hebben doorgedrukt, zullen de jonge burgers van dit land nog meer spijt hebben dat ze zoals in andere landen niet meer maatschappelijke druk hebben uitgeoefend. En dat ze daarvoor de rekening gepresenteerd zullen krijgen.

Politici vragen zich luidop af welk momentum ze kunnen gebruiken om aan de bevolking duidelijk te maken dat er moet worden ingegrepen en bespaard. Het momentum is nu… (T)

DE AUTEUR IS ADJUNCT-HOOFDREDACTEUR.

An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content