De begeleider begeleid

Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Dat businessangels een sociale organisatie zoals de loopbaanbegeleider Levanto bijstaan, is opmerkelijk. Levanto kan steeds minder rekenen op subsidies en wil groeien.

Sinds eind vorig jaar heeft Herman Verstrepen, de voormalige directeur van IBM Emea en nu businessangel, elke maand een afspraak met An-Rose Vandewinckele, de directeur van Levanto. Die organisatie begeleidt mensen met beperkte kansen op de arbeidsmarkt bij hun zoektocht naar een baan. Ze bemiddelt voor hen, biedt hun een opleiding aan of laat hen werkervaring opdoen. Levanto, dat zijn personeelsbestand in vijf jaar tijd uitbreidde met 99 medewerkers tot een totaal van 533, overkoepelt andere bedrijven, zoals een aannemers-, een verhuis- en een schoonmaakfirma. Bij elke ontmoeting kiezen Verstrepen en Vandewinckele een onderwerp dat ze grondig uitspitten, zoals het strategische plan of de interne communicatie. Die coachingsessies en de driemaandelijkse adviesrondes met een complementair team van businessangels moeten Levanto helpen te groeien.

Meerwaarde creëren

Businessangels nemen doorgaans jonge, veelbelovende start-ups onder de vleugels. Dat een bekende businessangel een sociale organisatie adviseert, is dus ongewoon. Levanto behoort tot de groeibedrijven die worden begeleid door het adviesbedrijf Sim Belgium. Toen het businessangelnetwerk Ban Vlaanderen enkele jaren geleden een begeleidingstraject voor groeibedrijven organiseerde, bleek daar veel vraag naar te zijn. Omdat coaching zonder financiering geen kerntaak is van Ban Vlaanderen, kreeg Boudewijn Dupont, die het proefproject tot dan voor Ban Vlaanderen had gecoördineerd, de kans die dienst met Sim Belgium voort te zetten, onafhankelijk van Ban Vlaanderen. “Levanto is de enige sociale organisatie die we begeleiden”, zegt Dupont. “Maar dat businessangels zich willen engageren in een sociale organisatie, mag toch ook niet verbazen.”

Drie types bedrijven komen in aanmerking om via Sim Belgium door een businessangel van Ban Vlaanderen te worden begeleid: start-ups jonger dan vijf jaar, waarvan het personeel en de omzet snel groeien; bedrijven die de afgelopen drie jaar met 20 procent zijn gegroeid, zoals Levanto (zie tabel Levanto in cijfers); en ‘innovatiegazellen’, of mature ondernemingen die een reorganisatie doorvoeren om opnieuw te groeien.

Levanto wordt voorlopig een jaar lang begeleid, maar die periode kan worden verlengd als blijkt dat de coaches een meerwaarde kunnen brengen. Levanto is een vzw, maar in een regulier bedrijf zouden de businessangels gemakkelijker voor een toegevoegde waarde kunnen zorgen. Dat betekent niet dat Levanto helemaal moet worden omgevormd en bijvoorbeeld een nv-structuur moet aannemen. Voor sommige onderdelen van de organisatie kan dat echter wel. Daardoor wordt het voor Levanto eenvoudiger om samen te werken met reguliere bedrijven en nieuwe financieringskanalen aan te boren.

Gedaalde subsidies als motor

Voor de sociale organisatie is zo’n transformatie een grote stap. De motor van de veranderingen bij Levanto zijn de gedaalde subsidies van de Vlaamse overheid. “Als we een belangrijke speler op de markt willen blijven, moeten we de sociale tewerkstelling op een andere manier invullen”, zegt An-Rose Vandewinckele. “We moeten zelf activiteiten opstarten en innoveren, bijvoorbeeld door te kijken of er ook plaats voor sociale tewerkstelling is in sectoren waar die nog niet is doorgedrongen.”

In de praktijk wil dat zeggen dat Levanto steeds meer bedrijfsactiviteiten moet ontwikkelen die winstgevend zijn. De professionalisering van de organisatie is volop bezig. Zo werd er onlangs een raad van bestuur geïnstalleerd en is er een mentaliteitsverandering merkbaar bij de werknemers die bij Levanto aan de slag gaan: het aantal mensen dat bedrijfseconomisch denkt, neemt toe. “Die beweging werd enkele jaren geleden ingezet, nadat we een contract waren misgelopen en mensen moesten ontslaan”, zegt Vandewinckele. “Dat was pijnlijk, maar die ervaring verklaart voor een belangrijk deel waarom we vandaag staan waar we staan.” De reorganisatie dwong Levanto zijn ondernemersvaardigheden aan te scherpen. Vandewinckele denkt dat de behoefte aan die vaardigheden de komende jaren alleen maar zal toenemen.

Vroeger draaide Levanto op 80 procent subsidies en op 20 procent eigen inkomsten, vandaag is dat al 60 tegenover 40 procent. Het doel is tot een fiftyfiftyverhouding te komen. An-Rose Vandewinckele: “Onze missie blijft sociale tewerkstelling te creëren, maar bepaalde activiteiten kunnen dichter aanleunen bij reguliere bedrijven dan vroeger het geval was. We willen partnerschappen met hen opzetten. Volgens ons is daar nog een groot potentieel voor.” Een voorbeeld van zo’n partnerschap is de samenwerking met Clear Channel voor het A-Veloproject in Antwerpen. Medewerkers van Levanto zorgen ervoor dat er in elke terminal voldoende Velo-fietsen ter beschikking staan.

Geen concurrent voor privébedrijven

Wordt Levanto, ondanks de keuze voor samenwerking, op termijn toch niet te veel een concurrent voor privébedrijven? “We willen de concurrentie niet vervalsen”, zegt Vandewinckele. “We dingen met eerlijke prijzen mee naar openbare aanbestedingen. En we zijn niet altijd de goedkoopste.”

Herman Verstrepen vult aan: “Een organisatie professioneler maken doe je niet noodzakelijk uit winstbejag. Het gaat erom een goed zakenmodel te ontwikkelen en goed te communiceren. Als ik zie hoeveel mensen uit de sociale economie Levanto inschakelt in de reguliere economie, vind ik dat maatschappelijk erg belangrijk. Als ze in de toekomst nog meer mensen kunnen begeleiden, is dat ook goed voor de reguliere bedrijven.”

In 2012 maakten 1970 mensen gebruik van een project van Levanto om een baan te vinden: 600 werden intensief begeleid, 222 namen deel aan een werkervaringstraject, 438 kregen een opleiding, 350 ontvingen loopbaanbegeleiding, 35 werkten via dienstencheques en 130 gingen aan de slag in een sociale werkplaats.

BENNY DEBRUYNE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content