De atypische kapitalist in Luc Tuymans

Bij de veilinghuizen Christie’s en Sotheby’s gingen deze week doeken van Luc Tuymans voor recordprijzen onder de hamer. Tentoonstellingen zoals bij Tate Modern in Londen hebben een wilde speculatiegolf op gang gebracht voor het werk van Belgiës duurste, nog levende kunstenaar. Welke marktaanpak gaat er schuil achter de BVBA ‘Luc Tuymans’? En wat is de rol daarbij van zijn Antwerpse galeriehouder Frank Demaegd?

Dit artikel kwam mee tot stand dankzij de Belgische vzw Arteconomy, die het spanningsveld tussen ‘kunst en economie’ onderzoekt. Voor meer info over hun seminaries en activiteiten (www.arteconomy.be).

Volgens de jaarrekening van de bvba van Luc Tuymans, behaalde Belgiës duurste, nog levende kunstenaar in 2003 een omzet van 2,2 miljoen euro en een nettowinst van bijna 800.000 euro. De kunstwerken die hij dat jaar produceerde, brachten niet alleen voor hemzelf een flinke stuiver op – met een rendement op eigen vermogen van 58 procent is zijn vennootschap bijna tien keer rendabeler dan het gemiddelde Belgische bedrijf – maar ook de fiscus: die kreeg welgeteld 444.000 euro in het laatje.

“Ik heb nooit de behoefte gevoeld om te emigreren naar belastingparadijzen, Uruguay of Ierland,” zegt het 46-jarige Antwerpse schilderfenomeen. “Ik heb ervoor gekozen om in België te blijven wonen en mee de sociale zekerheid van iedere Belg te betalen.” Inkomsten en uitgaven van Luc Tuymans zijn zo helder als pompwater. Maar zijn oeuvre lijkt op een economisch enigma. Achter zijn artistieke ziel zou je zelfs een uitgekiende marktaanpak vermoeden.

Eerste doeken verkocht voor 1000 euro

In 1990 kocht Jan Hoet een kleine Tuymans (‘Body’) voor 1500 euro. In november 2003 betaalde de Britse reclamegoeroe Charles Saatchi voor ‘Within’ zo’n 364.000 euro, meer dan het dubbele van wat de experts hadden geschat. En in juni 2004 werd ‘Illegitimate VIII’ op een veiling afgehamerd voor 210.000 euro.

In vijftien jaar tijd kregen zijn doeken wijd en zijd een prominente plaats in ‘s werelds meest gereputeerde musea of kunstencentra. Overzichtstentoonstellingen zoals bij Tate Modern in Londen en daarna in K21 te Düsseldorf hebben die marktwaarde nog verder opgekrikt en brengt nu bij tweedehands dealers een wilde speculatiegolf op gang.

Bij Christie’s werd gisteren het topwerk ‘Sculpture’ – uit de befaamde Mwana Kitoko-reeks die ons koloniale verleden in Congo onder de loep neemt – aangeboden voor een geschatte prijs van 382.000 tot 535.000 euro. Een ander schilderij van Tuymans, op canvas gezet in 1987, werd door de experts van het veilinghuis geschat op 153.000 à 230.000 euro. Ook Sotheby’s bleef niet achterwege: deze week gingen daar zowel een gouache als een olieverfschilderij onder de hamer.

“De marktdynamiek speelt een belangrijke rol en die is momenteel zeer sterk,” zegt Matthew Carey Williams, vice-president van de kunstdivisie bij Sotheby’s New York. “Eigenlijk is onze prijszetting nog conservatief. Zeker als we ons vergelijken met Christie’s. Zij zijn veel agressiever. Tuymans behoort op dit ogenblik tot de best verkopende levende kunstenaars. Hij ligt erg goed in de Amerikaanse markt en dat is ook de reden waarom we die veiling nu organiseren. Hij moet een sterke zomer inleiden.”

Of Tuymans daar zelf mee is opgezet, daarop wil Williams geen commentaar leveren. “Wij doen gewoon onze job,” zegt hij. Frank Demaegd van de Antwerpse galerie Zeno X, de zakelijke beschermengel van Tuymans, kijkt er met gemengde gevoelens tegenaan: “Je moet daar niet hypocriet over doen. Die veilingprijzen geven een eergevoel. Zoiets van ‘amai’. Maar ze hebben ook hun consequenties. Hoe ga ik ermee om? Dit is niet niks voor een galeriehouder en levend kunstenaar die begonnen voor 1000 euro per doek. Ofwel stap je daarin mee en dan kan je op korte termijn veel geld verdienen. Op de lange termijn krijg je echter de weerbots.”

Jongleren met vraag en aanbod?

Critici beweren dat Demaegd en Tuymans zelf jongleren met vraag en aanbod. Per jaar komen zo’n vijftien tot twintig werken op de markt – Tuymans vernietigt gemiddeld de helft van zijn eigen werk. En die doeken worden in eerste instantie met korting, zo’n 35 %, aangeboden aan de belangrijkste musea of kunststichtingen, vooral in de VS. Een andere doelgroep zijn de privé-verzamelaars die op hun solvabiliteit worden gescreend en bereid zijn het werk minstens tien jaar bij te houden.

Frank Demaegd ontkent dat hij hiermee doelbewust uit is op economische schaarste. “Wat is het doel van een kunstenaar? Dat zijn werk in een museum terechtkomt. Dan is hij uit de markt, weg van de speculatie.” Al heeft net die aanpak ook zijn economisch nut. “Dat klopt,” beaamt Tuymans. “Het mes snijdt langs twee kanten. Als een museum jouw werk koopt, wordt de waarde ervan gelegitimeerd. Je moet al ver teruggaan in de Belgische kunstgeschiedenis om op het vlak van verspreiding in publieke collecties een even relevant vergelijkingspunt te vinden.”

Een doek wordt met korting aan musea verkocht om niet de speelbal te worden van de speculatiebubbel op de markt, maar tegelijk consolideer je de marktwaarde van dit werk door zo snel mogelijk in musea aanwezig te zijn. Een gewiekste strategie? Demaegd: “Als een gereputeerd museum jouw werk inkoopt, profiteer je inderdaad mee van zijn symbolisch kapitaal. Maar het is te simpel om te denken dat je via een handlanger jezelf kunt inkopen in een museum. Die mensen hebben hun eigen reputatie te verdedigen. Het is wel een feit dat als het Museum of Modern Art in New York jouw doek in de collectie opneemt, dit op zijn beurt afstraalt op Tuymans en daarna op Zeno X.”

Woordbreuk door verzamelaars

Het duo waakt er scrupuleus over niet afhankelijk te worden van iemand die de prijs kan doen exploderen of ineenstorten. Niemand mag het werk van Tuymans ‘claimen’. Dit kan soms heel ver gaan. Zoals enkele jaren geleden, toen Demaegd met zijn collega David Zwirner, een New Yorkse galeriehouder, intervenieerde bij Sotheby’s om de verkoop van het doek ‘Lamproom’ tegen te houden. Het werk uit 1992, dat door een Belgische verzamelaar was aangeboden, werd tegen de volle pot opgekocht en doorverkocht aan een Amerikaanse verzamelaar die het in langdurig bruikleen gaf aan een museum in New York.

Ook met de recentste veilingen van Christie’s en Sotheby’s sloegen Zeno X en David Zwirner de handen in elkaar om te bieden op hun eigen werk. Zwirner: “Maar het wordt moeilijker. Zelf kunnen we die bedragen niet langer op tafel leggen. We kunnen alleen nog in opdracht van een verzamelaar bieden.”

Al is ook die aanpak niet meer waterdicht. De tweedehands markt, waarlangs werken rechtstreeks van verzamelaars worden opgekocht, steekt overal de kop op. Via tussenpersonen van musea krijgen speculanten toch adressenlijsten los. Zelfs veilinghuizen halen de neus niet op voor dergelijke praktijken. Tuymans: “Tijdens de tentoonstelling in Tate kregen we telefoons van mensen die werden opgebeld door veilinghuizen. Zij begrepen dit niet… Want ze hadden zichzelf nooit kenbaar gemaakt.”

Het doek ‘Sculpture’ dat bij Christie’s werd geveild, is recent nog door een Amerikaanse collectioneur aangekocht bij David Zwirner Gallery in New York. Zwirner: “Ik verkocht het aan Scott Ruden, een gerenommeerde Hollywood-producent ( nvdr û de producent van de animatiereeks South Park), die zijn woord brak en het toch te koop aanbood. Je probeert alles te controleren, maar dat lukt niet altijd. In België zijn Luc en Frank daar niet boos om, het is de ontgoocheling waarmee iedere galerijhouder vroeg of laat geconfronteerd wordt.

Frank Demaegd beaamt: “Recent nog heb ik me vergist in een Australiër. Die man was zo toegewijd dat hij zelfs in Spanje lezingen over Tuymans hield. Maar net toen hij zijn laatste schijf had betaald, verkocht hij aan Saatchi. Tja, wat kan je daaraan doen? Niets is frustrerender dan als galeriehouder een logische prijs trachten te behouden en dan zien hoe anderen met de winst gaan lopen.”

Vlaamse afgunst

In Londen worden momenteel tot eind deze maand vier werken van Tuymans tentoongesteld in The Saatchi Gallery. De exhibitie draagt de titel ‘The Triumph of Painting’. Tuymans zelf is formeel: “Ik heb nooit aan Charles Saatchi rechtstreeks verkocht. Dat zijn werken die hij op een maand tijd voor veel geld van andere mensen heeft gekocht. Als zo iemand 427.500 dollar voor één doek van mij ( nvdr û tegen de toenmalige koers 362.000 euro voor het doek Within’) neertelt, dan moet je je afvragen: waarom? Hij heeft die doeken nodig omdat hij mij nodig heeft. Saatchi werkt in drie lagen. De grote namen komen het laatst in zijn collectie. Zij moeten dan de rest van de tentoonstelling valideren. Zo werkt het spel. En je moet die wetmatigheden kennen. Je moet weten hoe de markt functioneert en er controle op krijgen.”

Ooit weigerde Tuymans als beginnend kunstenaar een miljoenenbod van Saatchi voor zijn hele jaargang. “Als één persoon zoveel macht over je krijgt door je hele oeuvre te beheren, bepaalt hij je verdere carrière. Zodra hij je beu is, dumpt hij jouw werken en kan je ‘s anderendaags gaan stempelen. Dat heeft hij in de jaren tachtig met de Italiaanse kunstenaar Cucchi gedaan. Ik was gewaarschuwd.”

Een tijdje geleden zond Zeno X een brief naar al zijn verzamelaars en particuliere klanten. “We vroegen ze in alle eerlijkheid om eerst via ons te passeren als ze er ooit zouden aan denken te verkopen. Tweedehands dealers viseren natuurlijk bij uitstek jonge mensen die vroeger goedkoop gekocht hebben. Al moeten we toegeven, de meeste Vlaamse verzamelaars zijn tot nu toe zeer loyaal geweest. Zij hebben in het verleden werk van Tuymans voor een appel en een ei gekocht en dat tot op vandaag bijgehouden. We moeten ze daarvoor dankbaar zijn. Zoiets zou in Amerika ondenkbaar zijn.” aldus Demaegd.

Maar Tuymans heeft het moeilijk met de Vlaamse afgunst op zijn succes. “Als je mijn parcours ziet, zijn mijn prijzen legitiem, andere kunstenaars kunnen dat niet zeggen. We spreken over een geglobaliseerde markt die in België niet bekend is. En dus ben ik een curiosum.”

Al heeft het systeem ook in zekere zin een zelfcorrigerende werking. De kunstwereld reilt en zeilt op vertrouwen. “Een verzamelaar die zich niet aan de spelregels houdt, komt niet meer terug,” stelt Frank Demaegd resoluut. “Als hij zijn werk wil verkopen omdat het niet langer in zijn collectie past, oké. Wie van de kunstenaar houdt, keert ook terug naar de galerie. We zijn dan bereid om dat werk door te verkopen. Zo hou je de markt en de prijs stabiel. Zodra dit vertrouwen is geschonden, is het gedaan. Dan hoeft die persoon bij mij of diverse andere galeriehouders niet meer aan te kloppen. Ook de waarde van zijn verzameling daalt, zodra hij zo’n reputatie krijgt.”

“Ik kan niet iedereen vertrouwen”

Ook tussen Zeno X en Tuymans is alles op vertrouwen gebaseerd. “Er bestaat tussen ons geen enkel contract over exclusiviteit, winstmarges of dergelijke,” zegt Luc Tuymans. Zelfs het beheer van zijn facturen laat hij aan de vrouw van Frank Demaegd over. De afspraak is dat voor elk door Zeno X verkocht werk 50 procent van de opbrengsten naar de kunstenaar gaan. De rest is naar de galeriehouder. Zodra een andere galerie in het spel komt – zoals David Zwirner Galery in New York of Wako Works of Art in Tokio – is de verhouding 50 % en 40 % (10 % voor de moedergalerie, Zeno X).

De zaak van Frank Demaegd haalde in 2003 een omzet van 5 miljoen euro (bijna een verdubbeling tegenover het vorige boekjaar) en 1 miljoen euro nettowinst. Behalve Tuymans heeft hij ook kunstenaars zoals Raoul De Keyser en Michaël Borremans in eigen beheer, maar het is duidelijk dat Tuymans het gros van zijn omzet schraagt.

Demaegd: “Dat geef ik volmondig toe. Maar tegelijk geef ik jonge mensen kansen. Zelfs al zou ik het hele oeuvre van een jongeling op een beurs verkopen, dan nog kan ik mijn maandelijkse kosten niet betalen. Alleen al het inrichten van een stand op een prestigieuze beurs kost mij al 50.000 euro. Indien Luc Tuymans voor het snelle geld zou gaan, dan kan hij beter overstappen naar grotere kunsthandelaars zoals Larry Gagosian of Anthony d’Offray. Hij zou er het dubbele kunnen verdienen.”

Luc Tuymans: “Onze samenwerking is organisch gegroeid. Het zou dom zijn dat na vijftien jaar af te breken. Ik denk ook dat hoe meer tussenpersonen je creëert, hoe moeilijker de controle is over je oeuvre. Ik kan niet iedereen vertrouwen. Het idee was van in het begin een langdurige relatie te starten. Na Documenta kreeg ik de kans om met alle grote namen in New York samen te werken, maar ik opteerde voor David Zwirner, die er toen zelfs nog geen galerie had. In het wereldje is dat op ongelooflijk misprijzen onthaald. Maar hij was de goede persoon met de juiste integriteit.”

“Op korte termijn ben ik misschien een idioot,” lacht Demaegd. “Maar we willen fundamenten leggen. Als je met zeven of acht galeriehouders werkt, ben je algauw te concurrentieel bezig. Je zou kunnen redeneren dat ik een dommerik ben omdat ik nu niet voor het dubbele van de prijs verkoop. Maar als morgen een Christie’s of Sotheby’s niet meer boven het prijsplafond van 300.000 euro komt, dan ben ik al mijn klanten kwijt aan wie ik voor 500.000 heb verkocht. Die zijn hun vertrouwen kwijt. Dat is ook wat ons onderscheidt van speculanten: zij hebben geen verantwoordelijkheid, wij wel.”

Tegelijk waarschuwt hij verzamelaars die doorheen alle speculaties hun kans schoon zien: “Het zou zeer naïef zijn om te denken dat elke Tuymans in een woonkamer nu plots diezelfde waarde heeft. Ieder doek heeft zijn cv en verdienste, het ene werk is het andere niet.”

Xavier Carbonez, Piet Depuydt

“Tuymans is een van de best verkopende nog levende kunstenaars. Daarom organiseren we die veiling. Hij moet een sterke zomer inleiden.” (Matthew Carey Williams, Sotheby’s)

“Niets is frustrerender voor een galeriehouder dan een logische prijs te behouden en dan te zien hoe anderen met de winst gaan lopen.” (Frank Demaegd, Zeno X)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content