De architect en de handelaar

Architecten moeten niet enkel zorgen dat hun gebouwen mooi ogen. Steeds vaker moeten ze bij de ontwikkeling van hun project een heel winkelconcept uitdenken.

Met dit geslaagde initiatief wilden de organisatoren structuren in de kijker plaatsen die door hun omvang niet kunnen concurreren met de grote namen die de stands op de beurs innemen. In het paviljoen vonden dagelijks verschillende rondetafelgesprekken plaats. Onder de genodigden bevonden zich bouwpromotoren, maar ook kleinhandelaars en verantwoordelijken van grote winkelketens. Wat kwamen die hier zoeken?

“Voornamelijk stof tot nadenken,” stellen de Belgische architecten die aan de wieg stonden van de Cité de l’Architecture. “Nieuwe, originele ideeën waarmee ze aantrekkelijke concepten kunnen gaan ontwikkelen. De kleinhandelaars moeten nu al hun strategie voor de toekomst uitwerken, en hierin schuilt voor hen net het grote probleem. Ze moeten nu concepten uitdenken die beantwoorden aan de verwachtingen van de consumenten van morgen. Met zijn eigen objectieve visie op het bedrijf, reikt de architect nieuwe ideeën en mogelijkheden aan.”

Een vooruitziende blik

Aan ideeën is er bij de architecten geen gebrek. Zowel wat betreft de vestiging van het nieuwe gebouw en de omgeving ervan als wat betreft het bedrijf zelf. “Het zou bijvoorbeeld een grote uitdaging zijn eens grondig te gaan nadenken over de opwaardering van de handelsvestigingen,” voegen ze er nog aan toe. “Niet enkel over een betere functionaliteit, maar ook bijvoorbeeld over een inpassing van deze vestigingen in onze leefomgeving.”

“We willen met onze projecten een sterk imago creëren voor de merken,” gaat Jacques Zajtman, een van de leden van Cité de l’Architecture, verder. “Het is belangrijk dat de architect eerst een duidelijk inzicht verwerft in het product en zichzelf vervolgens wegcijfert om het product zelf zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen.” Zajtman, die tekende voor de Muji-winkel op de Brusselse Brouckèreplaats, heeft voor het project zijn eigen ideeën gecombineerd met die van de verantwoordelijken van de keten. Het heel eenvoudige productengamma komt sterker naar voren dankzij de zuivere en minimalistische inrichting op basis van doorlopende lijnen. Omdat het gebouw uit meerdere verdiepingen bestond, besloot de architect de installatie van een lift op te nemen in zijn project.

Geslaagde kleurencombinaties, aangepaste wandelruimte, inrichting van de ruimten en een grondig bestudeerde keuze van het meubilair: de architecten van het Atelier d’Art Urbain hebben in grote mate bijgedragen tot het succes van Exki. “We moesten bij het uitwerken van ons concept volledig van nul beginnen,” zegt Christian Sibilde, een van de vier partners van het bureau. “Dat was een uiterst motiverende uitdaging. We moesten uitgaan van het gedrag en de gewoonten van de ‘toekomstige’ consument en hem een antwoord bieden dat hij helemaal niet zou verwachten.”

Er moet ook altijd grondig worden nagedacht over het concept en over de manier hoe dit het best kan worden ingepast in het gebouw. “Bij de grote winkelketens zijn er vaak een aantal normen die we moeten respecteren,” zegt Pierre Vanden Broeck, die onder meer verantwoordelijk is voor een aantal projecten voor Mango, H&M, Cortefiel, en die momenteel werkt aan de bouw van de toekomstige Lancel-winkels. “Die normen maken deel uit van het imago van de keten en moeten dus in alle vestigingen aanwezig zijn. Wij moeten ze dus op zo’n manier trachten in te passen dat ze maximaal kunnen profiteren van de troeven die het gebouw te bieden heeft.”

Véronique Pirson

De Cité de l’Architecture verenigt negen Belgische bureaus: Paul Becker, Baudouin Courtens, Oswald Dellicour, Jacques Depelsenaire, Jean de Salle en Christian Frisque, Marc Errera, Marc Gossé, Paul-David Perraudin en Jacques Zajtman.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content