DE APRTHEID VOORBIJ. Welk mirakel ?

Zuid-Afrika is nog even racistisch als vroeger. Het enige verschil : de apartheid is vervangen door positieve discriminatie.

Locatie : Richards Bay, Natal.

Sommige geluiden worden zo vaak herhaald dat ze niet meer tot je doordringen, zoals het getsjirp van krekels in de avond. In Zuid-Afrika is één van die geluiden de uitdrukking “het Zuidafrikaans mirakel”. Je hoort ze keer op keer, terwijl het aantal moorden stijgt, jonge mensen alle hoop op werk verliezen, korrupte politici BMW’s en landhuizen kopen, de dienstensektor in gebreke blijft, de normen in verval geraken en het leven steeds brutaler en gemener wordt.

De mirakuleuze gebeurtenis waar de uitdrukking naar verwijst, is de geweldloze overgang van een blank minderheidsbewind naar een zwart meerderheidsbewind. Dat is inderdaad een wonder, en ik voel een geweldige opluchting bij het idee dat de apartheid niet meer bestaat. Maar als wonder is het te vergelijken met de pijnloze amputatie van een been : enerzijds ben je blij dat het zieke been weg is, en opgelucht omdat je er zo weinig van hebt gevoeld. Anderzijds zou het toch leuk zijn als je weer gewoon kon stappen… Maar in plaats daarvan zucht je en zoek je je krukken. Zo ongeveer voelen de blanke Zuidafrikanen zich onder het zwarte meerderheidsbewind.

MIN OF MEER HETZELFDE.

De reden waarom de blanken met zoveel verslagen onverschilligheid op de korruptie en de onbekwaamheid van de ANC-regering reageren is dat ze nooit veel anders hebben verwacht. Bovendien hebben ze onder het blanke minderheidsbewind min of meer hetzelfde meegemaakt.

Lang geleden, in de duistere tijden van de apartheid, vroeg ik een blanke, Engelssprekende Zuidafrikaan waarom hij altijd voor de Nasionale Party van Frederik Willem de Klerk stemde, hoewel hij de Afrikaners haatte en de NP korrupt en inkompetent vond. Hij antwoordde : “Zij weten hoe ze de nikkers moeten aanpakken. Dat is hun enige sterke punt. ” Net als de meeste andere blanken was hij bereid om alle korruptie van de apartheid door de vingers te zien, op voorwaarde dat ze haar heilige taak vervulde : “de nikkers” onder de duim houden. Wij zijn dus slecht bestuur gewend.

Veertig jaar lang riepen de blanken die tegen een zwart meerderheidsbewind gekant waren : “Kijk naar het noorden ! ” Nu hun verzet gebroken is, verrast het hen niet dat wij op dezelfde manier worden bestuurd als de Afrikaanse landen ten noorden van ons.

In zwart Afrika gaat men niet in de politiek om de gemeenschap te dienen. Men doet het om uit die gemeenschap te ontsnappen. Wanneer men na uitputtende jaren van komplotteren en campagne voeren een hoge politieke positie bereikt en veel geld verdient, heeft men allesbehalve de behoefte om terug te keren naar het door ziekten geteisterde, verpauperde dorp waar men vandaan komt. Het enige wat de armen van hun politici kunnen verwachten is een groet van op de achterbank van een Mercedes die in volle verkiezingscampagne voorbij suist. Zo werkt de politiek in Afrika. Zo werkt ze ook in Zuid-Afrika. Alleen een gek of een domme buitenlander zou iets anders verwachten.

Wat Winnie Mandela en Allan Boesak doen, is dus volstrekt normaal : ze nemen geld dat bestemd is voor de armen en besteden het aan weelderige auto’s en dure meubelen voor henzelf. Ze kopen landhuizen die zo ver mogelijk van de zwarte massa verwijderd zijn. Ze paraderen als koningen. Wanneer iemand daar kritiek op heeft, is hij of zij een racist. Natuurlijk. Blank Zuid-Afrika vond de recente problemen van Allan Boesak buitengewoon grappig. De Skandinavische schenkers die zijn Stichting voor Vrede en Rechtvaardigheid het geld hadden gegeven, moesten op geen medeleven rekenen : zoveel naïviteit is gewoon irriterend. En wat zijn prille diplomatieke loopbaan betreft, vinden de blanken dat Boesak als lieveling van de anti-apartheidsbeweging, held van het ANC, schuinsmarcheerder, bon vivant en oplichter de volmaakte referenties heeft om ambassadeur van Zuid-Afrika bij de Verenigde Naties te worden.

POSITIEVE DISCRIMINATIE.

Minder komisch vinden de blanken het programma voor positieve discriminatie (affirmative action). Het is een racistisch beleid dat erin bestaat mensen banen te geven vanwege hun huidskleur in plaats van hun kompetentie. Deze praktijk is nu endemisch in de ministeries en de parastatalen, die koste wat het kost hun raciale kwota’s van zwarte werknemers willen opschroeven “om de rassenbalans te verbeteren”. Voor een jonge afgestudeerde die naar een baan solliciteert, zijn kwalifikaties en geschiktheid minder belangrijk dan de kleur van zijn huid. Voor de Zuidafrikanen is dat natuurlijk niets nieuws. De bureaukraten van de Zuidafrikaanse spoorwegen of van Eskom (de parastatale elektriciteitsmaatschappij) hielden zich vroeger keurig aan de reglementen die de banen voorbehielden aan blanken, kompetent of niet. Nu passen ze even ijverig de reglementen toe die banen voorbehouden aan zwarten, hoe onbekwaam ze ook zijn.

Een vriend bij de personeelsdienst van Eskom vertelde me dat zwarte sollicitanten onveranderlijk veel slechter op de bekwaamheidstests presteren dan blanken, maar dat zij de banen krijgen. Het resultaat is dat de blanken elke zwarte werknemer van Eskom, met inbegrip van de onlangs benoemde direkteur van een elektriciteitscentrale, als onbekwaam beschouwen. De affirmatives kunnen niet ontslagen worden en zijn boven elke kritiek verheven. Als hun bazen iets aan te merken hebben, zijn het “racisten”. (In het nieuwe Zuid-Afrika kun je elke diskussie winnen door je tegenstander een racist te noemen.)

Blanke afgestudeerden, ook ingenieurs, voelen zich in het nieuwe Zuid-Afrika steeds waardelozer. Als ze carrière willen maken in de technologie of de industrie, zijn ze gedwongen het land te verlaten. Het idee dat Zuid-Afrika het voorbeeld van Taiwan en andere recentelijk geïndustrializeerde landen van het Verre Oosten zal volgen, is dus niet meer dan een waangedachte.

MISDAAD.

Terwijl het nieuwe Zuidafrikaanse meerderheidsbewind zich in grote lijnen heeft gedragen zoals men van een zwarte Afrikaanse regering zou verwachten, is er één grote uitzondering. Voor de verkiezingen van april 1994 hoorde ik veel blanken vooral overtuigde racisten beweren dat het enige voordeel van een zwarte regering de harde repressie zou zijn van de zwarte misdaad en de zwarte rellen. “Een zwarte regering zal de kaffers onder de duim houden, ” zeiden ze. Ze verwezen (deze keer goedkeurend) naar het noorden, naar de zwarte regeringen die zodra ze aan de macht kwamen alle politieke en kriminele zwarte oppositie verpletterden. De blanken verwachtten dus dat de politie, die in de nadagen van het bewind van president de Klerk zwak en onzeker was geweest, onder president Mandela haar zelfvertrouwen zou terugvinden en carte blanche zou krijgen om wet en orde te herstellen. Desnoods met harde middelen. Dat is niet gebeurd. De politie is nog zwakker dan vroeger en de misdaad neemt onkontroleerbaar toe. Onlangs zijn er zelfs incidenten geweest waarin blanke en zwarte politiemensen het tegen elkaar opnamen in plaats van tegen de misdaad.

Het kriminele geweld is de grootste bekommernis van blank Zuid-Afrika. Het is een redelijke bezorgdheid, die gestaafd wordt door angstaanjagende statistieken over het aantal moorden, verkrachtingen en gewapende overvallen. Niemand voelt zich nog veilig. Ik woon in Richards Bay in Natal, op nog geen twee kilometer van de zee en haar prachtige tropische stranden. Op die stranden worden week na week mensen neergeschoten, neergestoken en verkracht. De reaktie van de blanke liberalen die hier wonen (een minderheid) is in groep en zwaar bewapend naar het strand te gaan, vaak in terreinwagens, met revolvers, pistolen en repeteergeweren. De politie doet niets.

Terwijl blank Zuid-Afrika zich zorgen maakt over de meer dan 50 moorden per dag, piekert de ANC-regering meer over de Kommissie van de Waarheid, die naar het voorbeeld van de processen van Nürnberg de misdaden van het verleden moet beoordelen hoewel er waarschijnlijk geen straffen zullen komen, alleen maar onthullingen. Volgens het ANC zal de Kommissie evenwichtig zijn en zowel de gruweldaden van het eigen terroristische verleden behandelen als de misdaden van de apartheid. De blanke Zuidafrikanen geloven daar geen woord van. Wanneer ik blanken vraag of ze denken dat de Kommissie van de Waarheid zal uitzoeken welke belangrijke ANC-leiders, met inbegrip van ministers in de huidige regering, Robert McBride, een terrorist van het ANC, het bevel gaven tot een bomaanslag op drie onschuldige blanke vrouwen, lachen ze mij uit. Zij geloven dat de Kommissie een partijdige heksenjacht tegen het vroegere blanke establishment zal organizeren, een handige afleiding van de aktuele problemen.

NORMVERVAGING.

De blanken verwachten ook dat het onderwijs en de gezondheidszorg achteruit zullen gaan. Het ANC maakt zich klaar om veel geld en een enorme bureaukratie in te zetten om de standaarden voor de zwarten in die twee sektoren te verhogen en die van de blanken te verlagen. Over tien jaar zullen diploma’s van de universiteit van Kaapstad of Witwatersrand waarschijnlijk niet langer erkend worden in Europa of Noord-Amerika. Het zullen dan echte “Afrikaanse” diploma’s zijn, die alleen in Afrika iets waard zijn. In een blanke arbeiderswijk van Kaapstad ontstond fel verzet toen een leegstaande blanke school door zwarte kinderen in gebruik werd genomen. Dat was echter een uitzondering. De bezorgdheid van de blanken over de dalende normen uit zich meestal alleen in gemopper en het opzijleggen van geld voor privé-scholen.

De blanken moeten nu toegeven wat ze vroeger door de vervormende lens van de apartheid niet hoefden te zien : dat de meeste zwarten er oneindig veel slechter aan toe zijn dan zijzelf, dat hun onderwijs en gezondheidszorg verschrikkelijk slecht zijn. Ze kunnen geen morele redenen geven waarom alleen zij van Europese standaarden zouden genieten. En dus zetten ze zich somber schrap voor Afrikaanse standaarden of maken ze plannen om te emigreren.

De blanken kennen echter een dieper probleem, dat op een vreemde manier wordt verzwegen : het probleem van het nationale gevoel. Voor blanke Zuidafrikanen zijn de zwarte ministers vreemde gezagsdragers, een beetje als de managers van een hotel in het buitenland waar je op vakantie bent. De nieuwe Zuidafrikaanse vlag wordt sterk gewaardeerd als ontwerp en is populair, maar haar felle kleuren en mooie vorm zeggen even weinig over de natie als Mickey Mouse of het embleem van BMW. Nelson Mandela geniet algemeen respekt maar wordt steeds meer een abstrakte figuur. Zijn erg verstandige toespraak bij de opening van het parlement had iets van dat geluid van krekels in de avond, en alleen al vanwege zijn ras kunnen de Boeren hem nooit zien als een nationale leider van het kaliber van Paul Kruger. Zuid-Afrika is nu nog minder een natie en nog meer een stuk aardrijkskunde dan onder de apartheid.

ZWARTE IMMIGRATIE.

Een eigenaardig bewijs hiervan is het probleem van de illegale zwarte inwijking. Ten tijde van de apartheid bestond er een konstante druk van zwarten die de vreugden van de zwarte vrijheid in de landen ten noorden van Zuid-Afrika, waar ze honger en ontbering leden, wilden ruilen voor de gruwelen van het blanke minderheidsbewind, waar ze veel betere levensomstandigheden zouden hebben. Om hen tegen te houden, bouwde de apartheidsregering elektrische hekken aan de grenzen. Nu de apartheid gevallen is en de grenzen minder efficiënt worden bewaakt, stroomt een vloed van zwarte immigranten Zuid-Afrika binnen. De verschillende manieren waarop de blanke en de zwarte Zuidafrikanen op hun komst reageren, is erg opvallend. De zwarte Zuidafrikanen zijn sterk gekant tegen de zwarte inwijkelingen. De blanken trekken er zich niets van aan. In de zwarte townships rond Johannesburg krijgen de illegale zwarten de schuld van alle denkbare problemen en worden er pogroms tegen hen georganizeerd. De plaatselijke zwarten willen dat de immigranten worden verjaagd. Ze haten hen nog meer dan de blanke Engelsen de zwarte immigranten haatten ten tijde van de uitvallen van de Britse conservative Enoch Powell tegen “de immigratie uit de nieuwe Commonwealth”. Maar de blanke Zuidafrikanen kan het allemaal niets schelen.

Voor de zwarte Zuidafrikanen zijn de immigranten afkomstig van andere stammen, en dus anders en hatelijk. (De immigranten zijn ook bereid om voor veel minder geld te werken, wat de haat nog vergroot.) Voor de blanken zijn de immigranten gewoon zwarten.

De meeste blanken (mijzelf inbegrepen) zien geen verschil tussen een in Zuid-Afrika geboren zwarte of iemand uit Zimbabwe, Zambia of Mozambique. Voor de blanke Zuidafrikaan bestaat er dus niet zoiets als een “zwarte landgenoot”. Anders dan de blanken in Groot-Brittannië zijn ze reeds verpletterend in de minderheid tegenover de zwarten en hebben ze niet de minste hoop om hen ooit in een verkiezing te verslaan. Daarom maakt het hen niets uit of er een paar miljoen zwarten meer het land in komen. Er bestaat geen gevoel van een Zuidafrikaanse natie waarin zwart en blank elkaar als landgenoten beschouwen, en dus als anders dan de anderen.

Het vraagstuk van een blanke Zuidafrikaanse natie is uiteraard in grote mate het vraagstuk van de Boeren (zie ook Boeren voor Moboetoe, blz. 54). Net zoals op het einde van de Boerenoorlog vormen zij nu een natie zonder staat. Zoals de Basken, de Koerden en de mensen van Wales worden zij door anderen geregeerd in het land waar hun natie werd geboren. De blanke Afrikaners reageren met een eigenaardige kalmte op het verlies van hun natiestaat. Niemand zegt : “Ik had jullie gewaarschuwd”. Je ziet geen bumperstickers met “Mijn fout is het niet, ik heb NP gestemd”. De stemming is gelaten.

Hoe lang die passiviteit zal duren, is onvoorspelbaar. En wat er na het vertrek van Nelson Mandela zal gebeuren, is nog minder zeker.

ANDREW KENNY

(c) The Spectator.

PRESIDENT NELSON MANDELA Geniet algemeen respekt, maar wordt steeds meer een abstrakte figuur.

NA DE APARTHEID De moeizame weg naar een multikulturele natie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content