De ambitieuze lama

“We kunnen een wereldspeler als Amgen of Genentech worden.” De CEO van Ablynx, Edwin Moses heeft steile ambities. Met vier producten in de testfase wordt hij ook au sérieux genomen.

Een bedrijf dat medicijnen wil maken van antilichamen uit – godbetert – lama’s? Het gaf nog niet zo lang geleden aanleiding tot monkellachjes en wenkbrauwengefrons. Maar geloof ons vrij, Ablynx staat bijzonder hoog aangeschreven in de Vlaamse biotechsector.

“Voor biotechbedrijven is het niet evident om de juiste focus te vinden, maar Ablynx is een schoolvoorbeeld van hoe het wél moet”, zegt Ann Van Gysel, algemeen directeur van de sectorfederatie FlandersBio. “Zijn technologieplatform is gezond en zeer sterk.”

Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, de motor achter de bloeiende Vlaamse biotechcluster, heeft zich daarom steeds dubbel geplooid om het bedrijf het naar zijn zin te maken met infrastructuur op het Gentse Technologiepark. Dat vertrouwen werd ook niet beschaamd, want Ablynx kan intussen de nodige adelbrieven voorleggen.

Het bedrijf, opgericht in 2001 door de Vlaming Mark Vaeck en nu geleid door de Welshman Edwin Moses, kan in zijn snelle ontwikkeling steunen op lucratieve partnerships met farmagrootheden Boehringer Ingelheim, Novartis, Wyeth en Merck Serono. Die zien heel wat heil in de technologie van Ablynx, waarvan de basis in het begin van de jaren negentig werd gelegd door onderzoekers van de VUB. Die ontdekten dat kameelachtigen een erg sterk afweersysteem hebben. Hun antilichamen zijn veel kleiner, eenvoudiger en sterker dan die van de mens en beter te isoleren en te behandelen.

Ablynx gebruikt die zogenaamde nanobody’s van lama’s nu als basis voor geneesmiddelen tegen onder meer trombose, osteoporose en Alzheimer, en voor de productie van ontstekingsremmers. Nanobody’s dringen dieper dan gewone antilichamen in het lichaam door en geven geen nevenwerkingen. De mini-antilichaampjes werden intussen getest op ruim 200 patiënten en vrijwilligers. “We maken onze producten zodanig gelijkend op menselijke proteïnen dat het lichaam het niet meer als lichaamsvreemd ziet”, zegt Moses.

Bekend bij topwetenschappers

Ablynx, dat eind vorige week zijn halfjaarresultaten publiceerde – met een omzet die 93 procent steeg tot 11,9 miljoen euro en met een nettoverlies van 10,5 miljoen – staat voor de belangrijkste maanden in zijn achtjarig bestaan. Weldra heeft het niet alleen twee producten in klinische testfase 1, maar vooral ook twee producten in fase 2. Bij fase 1 wordt getest op gezonde vrijwilligers, en bij fase 2 op een beperkt aantal patiënten.

Een van de twee is een middel tegen trombose, voorlopig nog gecodeerd als ALX 0081 (zie kader Solo met middel tegen TTP). Het tweede is een middel tegen reumatoïde artritis, dat samen met het Amerikaanse Wyeth wordt ontwikkeld. “Dit betekent een enorme stap voorwaarts. We zijn van een groep wetenschappers uitgegroeid tot een echt potentieel farmabedrijf”, zegt Moses. “We merken ook dat je in de VS, waar de meest ervaren biotechinvesteerders zitten, veel meer au sérieux wordt genomen eens je in fase 2 gaat.”

Voor het trombosemiddel wordt al druk gesproken met potentiële partners, omdat Ablynx de kosten voor de peperdure fase 3, met tests op grote groepen patiënten, niet kan dragen. Ablynx houdt al zijn partners trouwens voortdurend op de hoogte van alle ontwikkelingen. “Ook om zeker te zijn dat we op het juiste spoor zitten. We leren daar veel van. En er is altijd interesse. Wees maar zeker dat de topwetenschappers van de twintig grootste farmabedrijven Ablynx en onze nanobody’s kennen.”

Van de huidige partners ligt Wyeth bij Moses duidelijk in de bovenste schuif. Wyeth werd eerder dit jaar overgenomen door wereldmarktleider Pfizer, maar dat leidde nauwelijks tot ongerustheid. “Ze hebben ons verzekerd dat de relatie intact blijft.”

Wyeth ziet hun gezamenlijke product tegen artritis vooral als potentiële opvolger voor de blockbuster Enbrel. Die brengt jaarlijks 2,5 miljard dollar in het laatje bij Wyeth, dat tegen 2012 de verkooplicentie voor Enbrel verliest.

Een forse meevaller voor Ablynx is dat de man die de strategische deal met Boehringer begin 2007 organiseerde, de Zweed Mikael Dolsten, sinds kort bij Pfizer hoofd is van de afdeling biologics, de divisie medische producten op basis van biologische processen. Dolsten stapte ruim een half jaar na het akkoord tussen Ablynx en Boehringer op bij de Duitse farmagroep om hoofd R&D te worden bij Wyeth. “We hebben dus bij Pfizer iemand die goed op de hoogte is van Ablynx en nanobody’s, en wat we doen met Wyeth. Dat is een groot geluk.”

Absolutely lucky

Dat geluk had Ablynx ook al aan zijn kant toen het besliste naar de beurs te gaan. De operatie werd twaalf maanden voorbereid en uitgevoerd in november 2007. Had het bedrijf een maand langer getalmd, zou de IPO hoogstwaarschijnlijk op een fiasco zijn uitgedraaid. De IPO-markt stortte na de Ablynx-beursintroductie in.

“Een succesvol bedrijf heeft altijd geluk”, reageert Moses. “En als investeerder zou ik maar al te blij zijn om te kunnen investeren in iemand die het geluk aan zijn kant heeft. Maar toegegeven, het was echt close. We were absolutely lucky.”

De vlotte samenwerking met Wyeth smaakt duidelijk naar meer. “We hebben al onze partners bijzonder graag, maar met Wyeth is de relatie net iets anders, omdat we samen een product ontwikkelen. We zouden ontgoocheld zijn als onze relatie zich niet zou ontwikkelen.”

Ablynx heeft intussen 23 ontwikkelingsprogramma’s lopen, waarvan de helft met een partner. “De vraag is hoever je daarin gaat. We willen niet overpartnered raken. Als je voor álles een partner zoekt, word je door beleggers al gauw beschouwd als een dienstenbedrijf. En daarvoor is er weinig interesse.”

Technologie van de toekomst

Dat Ablynx door zijn partners en klinische tests steeds meer in de kijker van big pharma loopt, ligt voor de hand. En Moses is de laatste om een overname uit te sluiten. “Als CEO zou ik moeten neergeschoten worden, of minstens ontslagen als ik dat zou toelaten (lacht). Omdat ik dan een manier negeer om het bedrijf verder te ontwikkelen.”

Niet dat zo’n scenario momenteel op tafel ligt, maar het kan snel verkeren. Kijk naar Domantis, tot voor enkele jaren de grote concurrent van Ablynx, maar dan plots opgeslorpt door het Britse GlaxoSmithKline (GSK). “GSK wou Domantis naar verluidt niet kopen, maar ermee samenwerken. Tot plots een andere partij een bod uitbracht.”

Hij wijst ook op Medarex, een ander bedrijf dat op antilichamen werkt en eerder deze zomer werd overgenomen door farmagroep Bristol-Myers Squibb. Eerder ging Cambridge Antibody Technology op in MedImmune, een dochter van AstraZeneca. “Er zijn nog wel anderen, maar vaak zitten die in een nog vroeger stadium dan wij. Dus het aantal goede bedrijven dat op antilichamen werkt, wordt almaar kleiner, terwijl je aan de andere kant big pharma hebt dat zegt dat dit soort technologie de toekomst is.”

Na de overname van Medarex werd Ablynx trouwens tot volgende overnamekandidaat gebombardeerd door Piper Jaffray, een van de analistenhuizen die Ablynx van nabij volgen. Die analisten hebben zonder uitzondering Ablynx op hun kooplijst staan. “Ik zou niet verrast zijn als het morgen gebeurt en ik zou niet verrast zijn als het over drie jaar nog niet is gebeurd. Ik weet wel dat iedereen van onze technologie houdt. Als wij O&O-directeurs gaan bezoeken, komen er altijd twintig mensen opdagen.”

Het succes in klinische fase 2 en 3 zal de overnamekansen dicteren. “Neem bijvoorbeeld Boehringer. Als je tien jaar vooruitblikt en veronderstelt dat tien programma’s een fantastisch succes zijn geworden, zal dat Boehringer ruim 1 miljard euro aan mijlpaalbetalingen hebben gekost. En ze zouden daarbovenop zeer aanzienlijke royalty’s moeten betalen. Dan zal zo’n bedrijf zich zeker afvragen of het Ablynx niet beter koopt.”

Bij een overname zal het centre of excellence van Ablynx volgens Moses hoe dan ook in Gent blijven. “Misschien dat er voor mij geen job meer is, maar wél voor een groot deel van de organisatie. Je ziet het steeds vaker dat biotechbedrijven na hun overname vrijwel intact worden gelaten door de overnemer. De kopers willen dat de mensen blijven.”

Volgens de Vlaamse biotechinvesteerder Rudi Mariën, de voormalige sterke man bij Innogenetics, wordt een overname nochtans fors bemoeilijkt door de kleine free float van zowat 15 procent. GIMV is de grootste aandeelhouder met 19 procent, gevolgd door een rist durfkapitaalfondsen als Sofinnova, Abingworth, Alta Partners en Gilde. Maar Moses weerlegt dat dit een overname zou blokkeren. “We zijn geen doelwit voor een vijandige overname, want onze aandeelhouders begrijpen waar dit bedrijf mee bezig is en zouden nooit een unfair bod aanvaarden. Dat betekent evenwel niet dat ze een geschikt bod zouden verwerpen.”

Maar intussen zoekt Moses manieren om het aantal vrij verhandelbare aandelen op te trekken. “Ik word er ziek van om telkens weer te moeten horen ‘we houden van uw bedrijf en hoe kunnen we nu een groot aantal aandelen kopen?’ Want dat kan dus niet. Maar toch zullen de institutionelen op zeker moment wel verkopen, omdat het hun business is.” Moses rekent er intussen wel op dat weldra zo’n 500.000 Ablynx-aandelen beschikbaar komen door de vereffening van KBC Private Equity Fund Biotech.

“We zitten hier wel in Gent hé”

De CEO bereidt intussen ook al mondjesmaat de langetermijntoekomst van Ablynx voor. Ablynx steunt op één technologie, dat is een zwakte van het bedrijf, geeft Moses toe. “Wij vinden nanobody’s natuurlijk fantastisch. Maar als je me vraagt of over twintig jaar ieder nieuw farmaproduct een nanobodyproduct is, zeg ik neen. Er zullen andere, concurrerende technologieën zijn. Daarom dat wij al verder kijken en er ook aan denken om te investeren in andere technologieën. Niet omdat er iets mis zou zijn met nanobody’s, maar omdat je jezelf voortdurend opnieuw moet uitvinden.”

“Als je zo’n sterke technologie hebt, is het ook gemakkelijk om zelfgenoegzaam te worden. We moeten onszelf voortdurend uitdagen. En we zien het ook niet zitten om over tien of twintig jaar te werken op duizenden lama’s. Dat klinkt belachelijk. Slimme wetenschappers werken daarom op mogelijkheden om het immuunsysteem van de lama te transfereren naar muizen. Dus in plaats van vijf lama’s te injecteren, zou je duizend muizen kunnen inspuiten.”

Niet dat Moses nachtmerries heeft over de toekomst van Ablynx. “Het kan altijd zijn dat een of ander nanobody niet werkt. Maar mensen vergeten wel eens dat die ook van nature in kamelen zit en kamelenmelk wordt al duizenden jaren door mensen gedronken.”

Of Moses nog lang aan boord blijft bij Ablynx, durft de CEO openlijk te betwijfelen. “Als we vooruitblikken naar 2012, 2013 en dan de lancering van ons eerste commercieel product voorbereiden, ben ik waarschijnlijk niet de juiste persoon om dat te doen. Dan zoek je een CEO met een trackrecord van verkoop van geneesmiddelen en de ontwikkeling van een verkoopsteam.”

Moses zal in dat geval nog lang herinnerd worden voor het zelfvertrouwen dat hij heeft gepompt in het bedrijf. “In onze sector kijkt men steeds naar Amgen of Genentech. Het eerste wat ik zei toen ik hier kwam, was ‘wij kunnen zijn zoals zij’. En jij kent de Vlaamse mentaliteit veel beter dan ik: men zei ‘hoho, yeah right, we zitten hier wel in Gent hé’ (lacht). Als ik nu zeg dat we een Amgen of Genentech kunnen zijn, lacht niemand meer. Natuurlijk wordt het nog een steile klim, maar je hebt helden nodig. Je moet geloven dat je zó goed kan worden. Als je daar niet van overtuigd bent, zal je er ook niet geraken.”

Door Bert Lauwers/Foto: Michel Wiegandt

“We zijn van een groep wetenschappers uitgegroeid tot een potentieel farmabedrijf” Edwin Moses

“Een succesvol bedrijf heeft altijd geluk” Edwin Moses

“Natuurlijk wordt het nog een steile klim, maar je hebt helden nodig” Edwin Moses

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content