Datawetenschapper wordt de meest sexy job

Slaat uw organisatie vele petabytes aan gegevens op? Vindt u cruciale informatie niet meer terug in al die rijen en kolommen vol cijfertjes? Weet u niet hoe u meerdere complexe analyses met elkaar moet kruisen? Dan wordt het tijd om een datawetenschapper in huis te halen.

Datawetenschappers – data scientists in het Engels – zijn deskundigen die ontdekkingen doen in de wereld van de big data, verzamelingen van gegevens die zo groot zijn dat ze nog amper te beheren vallen. De functiebenaming bestaat nog maar een paar jaar, maar er zijn al duizenden datawetenschappers aan de slag, zowel in startende ondernemingen als in bedrijven die reeds lang meedraaien.

Datawetenschappers voelen zich zo op hun gemak in de digitale wereld dat ze in staat zijn structuur te brengen in grote hoeveelheden data zonder enige vorm. Op die manier maken ze de analyse ervan mogelijk. Ze weten de hand te leggen op waardevolle gegevensbronnen, voegen ze samen met andere en verfijnen het resultaat. In een competitief landschap waarin zich voortdurend nieuwe uitdagingen aandienen en de gegevens toestromen, kunnen beleidsvormers dankzij datawetenschappers die stap doen van een analyse ad hoc naar een permanente ‘dialoog’ met de gegevens.

Zeldzaam profiel

Over welke talenten moet een datawetenschapper beschikken om succesvol te zijn? Hij is een soort kruising van een hacker, een analist, een communicator en een betrouwbare adviseur. Een extreem krachtige en even zeldzame combinatie. De meest fundamentele, universele competentie van een datawetenschapper is dat hij in staat moet zijn om code te schrijven. Misschien zal dit minder belangrijk zijn over vijf jaar, wanneer meer mensen ‘datawetenschapper’ op hun visitekaartje hebben staan. Datawetenschappers zullen daarentegen wél altijd in staat moeten zijn om te communiceren in een taal die alle stakeholders begrijpen. En ze zullen ook altijd moeten beschikken over het speciale talent om op basis van gegevens een verhaal te vertellen, hetzij met woorden, hetzij met beelden, hetzij – nóg beter – met een combinatie van beide.

Aangezien het aanbod aan opleidingen gestaag toeneemt, zal er wellicht almaar meer talent in de pijplijn komen te zitten. Verkopers van big data-technologie doen er ook alles aan om die gebruiksvriendelijker te maken. Intussen kwam al één datawetenschapper met een creatieve aanpak om de kloof te dichten. De Amerikaanse postdoctorale beurs The Insight Data Science Fellows Program – een initiatief van Jake Klamka, deeltjesfysicus van opleiding – haalt wetenschappers uit de academische wereld en stoomt ze in zes weken klaar voor een succesvolle carrière als datawetenschapper. Tijdens de opleiding treden data-experts van lokale bedrijven (zoals Facebook, Twitter, Google en LinkedIn) op als mentor en krijgen de deelnemers actuele uitdagingen voorgeschoteld. “De vraag vanuit de bedrijfswereld is enorm”, aldus Klamka. “De bedrijven slagen er gewoonweg niet in om zulke getalenteerde profielen te vinden.”

De kwantitatieve analisten van vandaag

Hal Varian, chief economist bij Google, zei ooit: “Statisticus zal in de komende tien jaar de meest sexy job zijn. Iedereen denkt dat ik een grapje maak, maar wie had ooit gedacht dat ICT-ingenieur de meest sexy job van de jaren negentig werd?”

Als ‘sexy’ betekent dat je uitzonderlijke kwaliteiten hebt die zeer gewild zijn, zitten datawetenschappers in elk geval op rozen. Ze zijn niet makkelijk te vinden, duur en, aangezien ze zeer gewild zijn, ook moeilijk aan boord te houden. Er zijn nu eenmaal niet veel mensen die een wetenschappelijke achtergrond combineren met computervaardigheden en analytische competenties.

Datawetenschappers zijn vandaag voor de bedrijfswereld wat kwantitatieve analisten in de jaren tachtig en negentig waren voor Wall Street. Destijds gingen natuurkundigen en wiskundigen aan de slag bij investeringsbanken en hedgefondsen, waar ze volkomen nieuwe algoritmen en datastrategieën konden uitdenken. Vervolgens werkten diverse universiteiten een masteropleiding financial engineering uit. Die bracht een tweede generatie talentvolle profielen voort, die makkelijker te benaderen waren door een doorsneebedrijf. Het patroon werd nog een keer herhaald in de jaren negentig, maar dan met search engineers: ook zij bleken over uitzonderlijke, zeldzame competenties te beschikken die men dan ook al snel ging onderwijzen in de opleidingen computerwetenschappen.

© HARVARD BUSINESS REVIEW/NEW YORK TIMES SYNDICATE. THOMAS H. DAVENPORT EN D.J. PATIL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content