CRISIS DOOR COMMISSIEGELDEN

De Amerikaanse economie drijft op consumptie. En een hypotheekcrisis betekent minder consumptie. De VS zullen blijvende gevolgen overhouden aan de crisis.

De Dow Jones Industrial Average had vorige maand op Wall Street de magische grens van 14.000 punten nog niet bereikt of de pudding zakte weer in elkaar. In enkele dagen tijd verloor de index 700 punten en nu kwakkelt hij radeloos voort. De oorzaak was de lang sluimerende crisis in de Amerikaanse hypotheekmarkt, die lange tijd door analisten was onderschat. Euforie maakte plaats voor ontnuchtering in een financiële wereld die wordt voortgestuwd door rijzende verwachtingen.

Het was opvallend hoelang de bankiers, analisten en financiële waarnemers geloofden in de groei van de Amerikaanse hypotheekmarkt voor mensen met een beperkte kredietwaardigheid. Weinigen zagen het gevaar van de oplopende rente voor deze zogenaamde subprime-markt. Standard & Poor’s en Moody’s gaven de aandelen uit de hypotheekmarkten lange tijd een hoge rating. Toen het noodlot van de rentestijging toch toesloeg, dachten velen dat de nationale economie een tegenvaller zonder moeite kon verwerken. De Amerikaanse economie heeft een omvang van ongeveer 13 triljoen dollar, een onvoorstelbaar groot bedrag. Zelfs enkele honderden miljarden dollars aan hypotheekmalaise zou volgens optimisten amper een rimpeling teweegbrengen. Maar dat bleek een verkeerde inschatting.

Wereldwijde crisis. De Amerikaanse bouw- en woningmarkt is ongeveer een kwart van de totale economie. Dat is een flinke brok. Vervolgens ontstonden er gevolgen in aanpalende delen van de consumptiemarkt die hun effect op de economische vooruitzichten niet misten. Een hypotheekcrisis betekent minder leningen, minder verkoop van huizen, minder bouwen, minder aankoop van meubels en minder consumptie in het algemeen. De Amerikaanse economie drijft op consumptie en de schuldenmarkt is de motor om delen daarvan, zoals de aankoop van auto’s, te financieren. Een land dat leeft op krediet is gevoelig voor renteschommelingen. Hoewel de Amerikaanse economie goed loopt door een sterke export, ziet het ernaar uit dat de algemene groeiverwachting naar beneden wordt aangepast. Bovendien zal de Federale Reserve de rente scherp onder controle moeten houden om te voorkomen dat de hypotheekcrisis nog verder doorsijpelt in de economie. Sommige kredietinstellingen zijn al failliet gegaan en er bestaat vrees voor een wereldwijde crisis.

De subprime-markt voor woningen leek een sprookje dat velen voor onmogelijk hielden: mensen met een geringe kredietwaardigheid konden tegen lage rente een huis kopen. De rente was al jaren laag zodat sommige geldleners een aanvangstarief van 1 % boden voor drie jaar en daarna een aanpassing aan de (vooralsnog stabiel lage) marktrente. Iedereen leek tevreden: kopers, makelaars, geldschieters, investeringsbanken, hefboomfondsen en grote institutionele beleggers. Er was een nieuwe, zeer winstgevende markt ontstaan voor mensen met een laag inkomen. Bankieren leek zowaar een sociale bezigheid. Door de maandelijkse afbetalingen ontstond er een geldstroom in de schuldenmarkt, met huizen als onderpand. De leningen werden gebundeld en verkocht als zaakgebonden schuldbewijzen op de vrije markt. Door de groei van die markt stapelden de rendementen zich op als in een piramidespel.

Op de rand van fraude. Maar de stijging van de rente had een belangrijke waarschuwing moeten zijn voor de subprime-markt. Dat was het niet, mede omdat de keten werd voortgestuwd door commissiegelden. De makelaar kreeg commissie, net zoals de geldschieter en de investeringsbanken die de hypotheken bundelden en op de financiële markt brachten. Ook de beursmakelaar die ze verhandelde, kreeg zijn fee. De hefboomfondsen en institutionele beleggers zagen enkel het stijgende profijt. Dit fee-driven automatisme werd niet gestopt. De makelaar wilde een huis verkopen, hoe dan ook. De geldschieter wilde een lening verkopen en keek niet naar de kredietwaardigheid van de klant bij een rente van 6 %. En de investeringsbanken zagen de massa schuldbewijzen met onderpand en bundelden er vrolijk op los. Zo nodig dikten huismakelaars of geldschieters het inkomen van de klant wat aan om de kredietwaardigheid kunstmatig op te krikken. De subprime-markt zat op de rand van fraude.

De hypotheekcrisis heeft enkele blijvende gevolgen. In de eerste plaats zal toegang tot goedkoop geld moeilijker worden. Geldschieters en investeringsbanken zullen veel voorzichtiger worden en minder risico’s nemen. Dit betekent dat bedrijven die overnames willen doen door flinke schulden te maken via megaleningen, moeilijker aan geld kunnen komen. Investeringsbanken stellen hogere eisen aan bedrijven die aankloppen voor een leveraged buy-out. Het gevolg van duurder geld is dat sommige geplande overnames niet doorgaan. Ook de winstgevendheid die de financiële sector doorgaans verwacht, zal naar beneden worden bijgesteld – van bijvoorbeeld ruim 20 naar 15 % – omdat de tijd van hoge verwachtingen voorbij is.

Slecht moment. De hypotheekcrisis komt, zoals elke crisis, op een slecht moment. De VS zijn in de ban van presidentsverkiezingen die volgend jaar plaatsvinden. De meeste kandidaten voelen de druk vanuit hun achterban: meer bescherming tegen globalisering en minder vrijhandel. Vooral de democratische kandidaten komen met voorstellen om het protectionisme tegen China te vergroten, om vrijhandelsakkoorden met landen in Latijns-Amerika te beperken en om belastingen op kapitaal te verhogen. Europeanen denken dat Amerikanen per definitie de predikers van vrijhandel zijn. Maar dat is niet het geval. Veel Amerikanen zien globalisering en immigratie als een gevaar voor hun baan. De stemming neigt nu naar protectie. Dat kan in combinatie met de hypotheekcrisis een gevaarlijke cocktail zijn.

Derk Jan Eppink is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de Verenigde Staten.

Derk Jan Eppink

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content