Corbières

Corbières, ooit de onvermijdelijke begeleider van een zomerse barbecue, speelt thans mee in eerste divisie van de kwaliteitswijnen.

Vele producenten zijn zich uitermate bewust van de kans die hen vandaag omwille van de onbesuisde bordelese prijsstijgingen geboden wordt. Meer nog, meerdere bordelezen zijn zelf naar deze regio afgezakt om een domein te kopen en hier een – volgens hen toch – gelukkiger bestaan te leiden dan in de bijna irreële omgeving, waarin elke (financiële) norm aan het vervagen is.

Philippe Courrian, eigenaar van de uitstekende Cru Bourgeois Château Tour Haut Caussan in de Médoc, maar ook van het paradijselijke Château Cascadais in Corbières, verwoordde dit gevoelen zeer treffend: “Weet je, als ik in de Médoc ben, denk ik voortdurend aan de Corbières. Als ik in Corbières ben, vergeet ik de Médoc.” Vandaag ondertekenen de Corbières-wijnbouwers – zoals grootmeesters hun tableaus – met een terechte fierheid hun wijnen: “Les crus signés de Corbières”.

In het zuiderse

departement van de Aude bevindt zich de streek Corbières. Sinds enkele jaren is er een nieuwe dynamiek waarneembaar die de gehele regio in de richting van kwaliteitswijn stuwt. Met Languedoc – waar ze er een onderdeel van vormen – willen de wijnbouwers van Corbières niet meer geassocieerd worden.

Deze denkrichting is nog opmerkelijker als men weet dat ze mede door een Belg op gang getrokken werd. De in de Belgische wijnwereld bekende wijnobservator, Guido Jansegers, liet het kille België voor wat het was, verkocht zijn portefeuille van verzekeringsmakelaar en vestigde zich, na enkele omzwervingen in de Franse wijngaarden, definitief in Corbières. Zijn gelijk kreeg onlangs nog meer klank dankzij niemand minder dan Robert Parker, de wijnpaus die beweerde dat Corbières in de toekomst de Franse wijnstreek bij uitstek wordt. Guido kocht zijn Domaine Mansenoble, vormde het, met de hardnekkigheid eigen aan een Vlaming, om tot een topdomein en bovendien ook nog tot Château (in België verkrijgbaar bij Madas – Antwerpen). Hij lag mee aan de basis van de “Crus signés”-idee, maar verliet deze organisatie omdat ze volgens hem nog niet ver genoeg ging in het streven naar kwaliteit. Toch verdienen de huidige leden van deze organisatie enig respijt. “Essayons d’abord de marcher, on verra si on peut courir.”

De grote vraag waar thans alles om draait: moet de carignandruif als typerend onderdeel van de Corbières bevestigd worden of moeten andere druivelaars – die misschien een modegril zijn – dominant worden? Thans is de Corbières-wijngaard met 55% carignan beplant.

Christine Ontivero, persattaché van Crus Signés, riep de internationale wijnpers bij elkaar voor een studieronde. De uitstekende begeleidende proeverij bevestigde wat een oudere wijnbouwer beweerde: “Le carignan c’est notre verité”, hij maakt deel uit van het Corbières-patrimonium. Weliswaar moet men over oude wijnstokken beschikken, die bovendien niet te veel produceren. Het te hoge rendement was in het verleden de kwaal en bezorgde deze druif de bijnaam “gros rouge”.

Nu men in de lager gelegen gedeelten van de wijngaard vooral is overgeschakeld op de teelt van kiwi’s en asperges, brengen de “Corbières de Coteaux” interessante, soms uitnemende, wijnen voort. Toch vragen andere wijnbouwers en ook de leden van de Crus Signés, die deze druif niet in alle delen van de Corbières zien zitten, zich af of de opgelegde minimale aanwending van carignan die nodig is voor de officiële Appellation Corbières Contrôlée-erkenning, niet overdreven is.

De carignan

biedt vele mogelijkheden en dus worden meerdere wijntypes voortgebracht. Dat gaat van soepele en elegante fruitige wijntjes, over verfijnde en klasserijke seigneurs, tot stoere, krachtige, smaakvolle, allesoverheersende blockbusters.

Bij de absolute verdedigers van de Carignan behoort Henri Gualco van Domaine Etang des Colombes (bij GB). Volgens hem brengen oude carignan-wijnstokken uitstekende bewaarwijnen voort, als men tenminste het rendement beneden de 40 hl/ha wil houden. Zijn wijnen zijn een onmiskenbaar succes en bewijzen dat men dankzij een verstandige vinificatie met de hele groten kan rivaliseren.

Ook Jean-Paul Salvanac van het Château Saint-Auriol (bij Vinea en Le Vin Passion) is een uitermate groot voorstander van de carignan. De druiven moeten zeer rijp zijn, reden waarom in de droge en zeer warme wijnjaren de beste carignanwijnen gemaakt worden. De carignan verheerlijkt in een assemblage met de wijnen van de grenache. Volgens Salvanac kan het samen vergisten van grenache en carignandruiven een sublimerend effect in de wijn veroorzaken.

Philippe Montanié is een al even fervente supporter van de carignan. Hoewel afkomstig uit Spanje, is deze druif – volgens de eigenaar van het Château Ripaud (bij Delhaize) als het ware gecreëerd voor de bijna schrale hellingen van de Corbières. De ouderen hadden het goed voor, dit terroir is de meest aangewezen plek voor deze druif. “Oude wijnstokken geven wijnen om van omver te vallen”, beweert hij zonder enige schroom. Dat belooft…

Martine Pasquier-Meunier van het Château Meunier Saint-Louis (bij Willy Goorden) sluit zich maar al te graag aan bij de stellingen van carignan-voorstanders. Haar rode wijnen zijn met minstens 50% carignan gemaakt. Vooral de Cuvée chêne rouge komt kwalitatief sterk uit de hoek. Intense geuren van rijpe vruchten en een tikkeltje rustieke elementen, perfect omweven met wat eikenhout, en de onvoorstelbaar krachtige smaak met zachte en goed verweven tannines, vormen als het ware een mokerslag die zelfs de meest fervente tegenstanders van carignan tot nadenken zal stemmen.

In het Domaine de Roquenegade (geen invoerder in België) is Fréderic Juvet van oordeel dat moet gestreefd worden naar een legale vrijheid van het gebruik van de carignan. Zo zou er volgens hem ten minste 20% carignan gebruikt moeten worden voor de eigenheid van de herkomstbenaming en kan men – indien het terroir het toelaat – zelfs gaan tot 100%. Als men maar de te hoge rendementen vermijdt en het rustieke karakter van deze druif niet uit de weg gaat. Deze typerende karaktertrek moet als een troef uitgespeeld worden, wil men niet verzuipen “dans la mer des vins sans âme”.

Jean Noël Bousquet

van het Château Grand Moulin (bij Pro Vino te Zonhoven) is voorstander van een matig, maar toch noodzakelijk, gebruik van carignan. Bij de opbouw van zijn wijnbedrijf heeft hij in de eerste plaats aandacht gehad voor een perfect functionerende batterij gistingskuipen en een uiterst verzorgde eikenhouten vatenkelder. Een goede installatie gekoppeld aan een wijngaard van meestal oude wijnstokken vormen de basis van zijn uitmuntende wijnen. Zo behoort zijn Château Grand Moulin Vieilles vignes tot de absolute top in deze appellatie. De wijn bevat slechts 20% carignan, weliswaar van zeer oude percelen afkomstig, vermengd met 40% syrah, 30 % grenache en 10% mourvèdre.

Voor Philippe Courrian, de bordelees tevens eigenaar van het Château Cascadais (bij Vinea), is het duidelijk. De carignan vormt de ruggengraat van een uitstekende Corbières. In een assemblage met Côtes-du-Rhône of Bordeaux-wijnstokken kan men zelfs grootse wijnen verkrijgen. Als men maar geen te hoog percentage van deze wijnen gebruikt, zodat het typische smaakpalet van de Corbières bewaard blijft. Er worden al genoeg dezelfde wijnen gemaakt over de hele wereld. Courrian ziet verschillende concepten. Naargelang men dichter of verder van de zee verwijderd is, kan meer of minder mourvèdre aanwenden. Syrah in assemblage met merlot kan ook, in bepaalde zones, goed evenwichtige wijnen brengen. “Bien que, le vin ressemble toujours un peu le bonhomme qui le produit”, voegt Philippe er filosofisch aan toe.

HARRY DE SCHEPPER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content