“Conversie naar zonne-energie blijft een te volgen weg”

De beste techniek om energie uit zonlicht te produceren is nog niet bekend en de Chinese concurrentie is sterk toegenomen. Toch biedt deze alternatieve energiebron goede vooruitzichten voor beleggers. Dat zegt Raf Decaluwé – ex-topman van Bekaert, nu voorzitter van de raad van bestuur van Jensen Group.

Uit onderzoek blijkt dat de prijs voor zonnepanelen zakt, maar niet voldoende om competitief te zijn met klassieke energiebronnen. Volgens het International Energy Agency (IEA) kost de productie van deze hernieuwbare bron nog altijd 200 tot 600 dollar per megawattuur. Dat is een pak meer dan windmolens op land (50 tot 70 dollar) en de elektriciteitsprijzen uit fossiele brandstoffen (tussen 25 en 60 dollar). Ondertussen stijgt de voorraad silicium – de basisgrondstof voor zonnepanelen – en gooien de lagelonenlanden zich op die groeimarkt. Zo steeg op twee jaar tijd het aanbod van Chinese leveranciers van zonnepanelen van 2 % naar 46 % in 2009.

Hoe ontstond bij Bekaert de interesse voor zonnecellen? Was dat niet wat hoog gegrepen voor een staalverwerkend bedrijf?

RAF DECALUWÉ. Op basis van een strategische denkoefening met de strategiegoeroe Michel Robert van Decision Process International besloot Bekaert in 1997 dat de groep technologiegedreven was, met als kerncompetenties koud vervormen van staal en oppervlaktebehandeling van staal. In dit kader paste de overname van de zonnecellenpionier Unisolar in 2000.

Toch gaan de eerste producenten van zonnepanelen, zoals Econcern uit Nederland, overkop?

DECALUWÉ. Dat is een logische evolutie. De combinatie van stijgende olieprijzen en een vrij royaal overheidsbeleid zorgde het afgelopen decennium voor een boom in de vraag naar zonnecellen. Daardoor stegen de investeringen in productiecapaciteit. Die firma’s draaiden op volle toeren en er was zelfs een schaarste aan zonnecellen. De financiële crisis gooide echter roet in het eten. Wegens budgettaire problemen zien de diverse overheden zich nu genoodzaakt hun subsidiekraan geleidelijk aan dicht te draaien. Ook de consument en de bedrijfswereld werden voorzichtiger in hun investeringsbeslissingen of stelden die uit. Daardoor ontstond er overproductie en overaanbod in een kapitaalintensieve sector, waardoor in de strijd om omzet en productievolume te behouden, de prijs voor zonnepanelen gevoelig gezakt is. Dat heeft blijkbaar enkele bedrijven die wat te veel geleend hadden, in moeilijkheden gebracht. Toch is dat slechts een tijdelijke terugval. De sector van hernieuwbare energie is en blijft een groeimarkt, die hoe dan ook nog in de kinderschoenen staat. Volgens de jongste vooruitzichten van het internationale onderzoeksbureau McKinsey zal tegen 2020 het geïnstalleerde vermogen aan zonnepanelen 20- tot 40-maal hoger liggen dan vandaag. Je moet die stijging echter in perspectief plaatsen. Volgend decennium zal slechts 3 % tot 6 % van de totale elektriciteitsproductie uit zonne-energie komen.

Is Bekaert niet te vroeg op deze kar gesprongen? Time to market is toch essentieel voor het succes van een investering?

DECALUWÉ. De oorspronkelijke assumpties zijn bij mijn weten nog ongeveer correct. Als technologiegedreven bedrijf lag de kracht van Bekaert in het aanbrengen van deklagen. Toen we in 2000 besloten te investeren in zonne-energie, gingen wij uit van een daling van de kostprijs naar 2 à 2,5 dollar per watt/piek tegen 2012. Vandaag heeft de sector dat doel volgens McKinsey bijna bereikt. Indertijd baseerden wij ons op de rapporten van externe consultants zoals Stanford Research en the US Department of Energy. Die onderzoeksbureaus en instellingen spraken over een jaarlijkse marktgroei met dubbele cijfers gedurende drie decennia. De voorspellingen zijn niet alleen uitgekomen, de realiteit heeft die verwachtingen ook overtroffen. Na de jongste oliecrisis, waarmee niemand in de projecties rekening gehouden had, heeft de groei naar zonnecellen zelfs nog een extra duw in de rug gekregen.

Zit de sector in een transitiefase?

DECALUWÉ. Als je alleen maar een product wilt vermarkten, moet je veel later in zonne-energie stappen. Het afgelopen jaar zijn verschillende investeerders naar mij toe gekomen om advies te vragen. Ik heb hen aangeraden niet op één type productieproces te gokken. De opstart van een zonnepanelenfabriek kost 50 à 100 miljoen euro. Welke zonneceltechnologie elektriciteit met de laagste kost zal opleveren, is nog verre van duidelijk. Je riskeert dus binnen enkele jaren volledig uit de markt gegooid te worden omdat je de verkeerde keuze van technologie hebt gemaakt. Als je in de distributie van alternatieve energie wilt stappen, moet je nog even de kat uit de boom kijken en je niet aan één technologie binden. Wanneer er een strijd om de beste technologie gevoerd wordt, nemen grote spelers de kleine nichebedrijven over om de technologie en/of de distributiekanalen in de wacht te slepen. Er liggen nog heel wat fusies en overnames in het verschiet.

Gooien de Chinezen roet in het eten?

DECALUWÉ. Er zit as in de hemel. In het Westen is het vertrouwen in de financiële sector en in het overheidsapparaat stevig gedaald. Ondertussen groeit China al een decennium lang met meer dan 10 % per jaar. Het land zit nu op een berg cash. Bovendien hebben de Chinezen een grote behoefte aan energie. Ze doen er dus verstandig aan hun middelen in alternatieve energie te investeren. Het Westen wordt sterker getroffen door de economische crisis en staat nu op de rem. De Amerikaanse en Europese regeringen hebben veel overheidsgeld aangewend om de banken te redden. Zij hebben nu minder bewegingsvrijheid. Bovendien heeft het bedrijfsleven moeilijker toegang tot kapitaal. Gedurfde projecten worden in vraag gesteld. De bereidheid om risico te nemen is gedaald, denk maar aan de vertraging van het durfkapitaalsegment. Vandaag geldt meer dan ooit ‘ cash is king‘.

Zijn investeringen in zonne-energie dan nog zinvol?

DECALUWÉ. Absoluut. Ik geloof nog altijd dat de parameters in de zonnecellenmarkt niet veranderd zijn. Het perspectief is er. Het is hernieuwbare energie. Het is nog niet uitgemaakt wat de beste oplossing is. Waarschijnlijk zullen er valabele alternatieven op de markt komen. Naast zonnecellen zullen er paraboolspiegels komen, die water opwarmen, tot stoom omzetten en daarmee wordt dan elektriciteit opgewekt. We mogen echter geen grote zonnecentrales op één plaats, bijvoorbeeld in de Sahara, plaatsen om Europa via een netwerk van kabels van energie te voorzien. Dat zou ons opnieuw afhankelijk maken van een paar landen, zoals nu het geval is met de levering van aardolie en aardgas. Zo kortzichtig mogen we niet zijn. Dat moeten we zeker niet doen.

Wat moeten we dan wel doen?

DECALUWÉ. We moeten op meerdere paarden wedden. Naast diversificatie naar hernieuwbare energie zullen we in een overgangsfase opnieuw verplicht worden te investeren in kernenergie, willen of niet. De omschakeling naar duurzame energie zal nog de nodige tijd vergen. Bovendien stoten kerncentrales geen CO2 uit en produceert de nieuwste generatie reactoren minder kernafval dan de huidige. Omdat er nu remmingen zijn ontstaan als gevolg van de financiële crisis en het terugschroeven van de subsidies, is er tijdelijk een verschil tussen vraag en aanbod of overaanbod ontstaan. In een kapitaalintensief productieproces wordt er dan gevochten voor bezetting en volume, wat tot prijsdalingen leidt. Dat is een tijdelijk fenomeen. Conversie naar zonne-energie blijft een te volgen weg.

Wat is uw advies aan beleggers?

DECALUWÉ. Ik zou hen aanraden zich te beperken tot grote spelers, die hernieuwbare energie als kernactiviteit in hun strategie hebben staan. Aangezien zij het beste zicht op de evolutie van de technologie hebben, zullen ze op termijn het pad van de beste oplossing proberen te bewandelen. Persoonlijk ben ik bang voor de kleine opstartbedrijven, hoewel die meestal na verloop van tijd toch door grote groepen opgekocht worden, dikwijls voor een interessante prijs. Ook beleggingsfondsen in hernieuwbare energie bieden perspectieven. Als je daarin belegt, hoef je de markt niet zelf te volgen. Persoonlijk geloof ik niet in stockpicking. Ik haalde in 1971 een MBA aan de Universiteit van Chicago. Daar heeft men mij geleerd dat je zonder voorkennis de brede beursindex uiterst zelden kan kloppen. Iemand die at random aandelen koopt, maar voldoende diversifieert, haalt meestal een vergelijkbaar resultaat als een expert picker. Jammer genoeg heeft de Bel-20 niet voldoende spreiding, gezien het overwicht aan financiële groepen. Als je in aandelen gelooft, maar niet het type bent dat elke dag twee uur achter zijn computer wil zitten om de evolutie van zijn beleggingen in aandelen op de voet te volgen, koop dan de index van de beurs, zoals de Stockx 50 van Europa, dat is mijn advies.

Belegt u zelf ook in hernieuwbare energie?

DECALUWÉ. Ik heb een periode aandelen in het moederbedrijf van Unisolar gehad, maar ben eruit gegaan omdat ik het management niet meer ken. Als je in één specifieke technologie investeert, moet je weten wie daarmee bezig is. Toch geloof ik in zonnepanelen. Zelfs al zijn er veel alternatieven, zoals biomassa en windenergie. Het zal nog een hele tijd duren voor de winnaars in de sector van de groene energie echt gekend zijn. Als goede huisvader zou ik die individuele effecten niet in portefeuille nemen.

Ondertussen investeren de industrielanden niet meer in innovatie. Vandaag leiden de BRIC-landen de dans. Waar leidt die evolutie naartoe?

DECALUWÉ. Dat is een gevolg van de financiële crisis. Onder meer dankzij hun lage lonen kunnen de BRIC-landen naar het Westen exporteren. Dat levert hen de nodige dollars op, waarmee ze technologie kopen. Zo heeft de Chinese groep Geely onlangs nog Volvo uit Gent in de wacht gesleept. Bovendien heeft China nog een groot hinterland van een miljard mensen. Dat zijn potentiële consumenten. Vergeet ten slotte de motivatie van die bevolking om hun levensstandaard te verhogen niet. Wij zijn zelfgenoegzaam geworden. Wij denken dat ons welvaartspeil een verworven recht is en dat we dat welvaartspeil met beperkte inspanning kunnen behouden. Dat is een grote denkfout. Welvaart wordt elke dag verdiend door competitief te zijn in de globale markt. Die globale markt is een intens slagveld, waar gedreven spelers van over heel de wereld meespelen, dus is er geen plaats voor spelers met beperkte inzet.

Wat moet er gebeuren om het tij te keren?

DECALUWÉ. Het eerste wat de regeringen moeten doen, is saneren. We zitten met veel te hoge overheidsschulden in België en veel andere westerse landen. Stop het communautaire gekrakeel en stel de juiste prioriteiten, breng opnieuw orde in de staatshuishouding. Ik vind het onverantwoord dat politici hun energie aan communautaire problemen verspillen, terwijl de toekomst van onze economie en onze welvaart op het spel staan. Toegevoegde waarde en welvaart worden gecreëerd door bedrijven. Zorg dus voor een bedrijfsvriendelijk klimaat. Daarvoor moet de fiscaliteit worden hervormd. We kunnen alle lasten toch niet op arbeid blijven leggen en competitief willen zijn op de globale markt. Een omschakeling naar consumptie- en kapitaalbelasting dringt zich op. Ten slotte moeten we gaan nadenken over stabiel aandeelhouderschap als we willen dat onze bedrijven op de lange termijn innoverend blijven. Een onderneming heeft toch geen enkele baat bij jagers op kortetermijnwinst die vandaag effecten kopen en morgen opnieuw verkopen. Zo ondermijn je de langetermijnstrategie van het bedrijf. Daarom moeten we de meerwaarden die op korte termijn gemaakt worden, belasten. Alleen wie langere tijd in een bedrijf investeert, bijvoorbeeld vijf jaar, heeft recht op een fiscaal vrije meerwaarde. Dat is geen vermogensbelasting, maar een heffing op speculatie die het bedrijf niets bijbrengt en contraproductief is. (C)

Door Eric Pompen

“De omschakeling naar duurzame energie zal nog tijd vergen en we zullen dan ook verplicht zijn opnieuw in kernenergie te investeren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content