Controleer uw aangifte

De afrekening van uw personenbelasting kan fouten bevatten. U doet er dus verstandig aan die te controleren zodra u die ontvangt. Wat kunt u ondernemen als u niet akkoord gaat met de berekening van de fiscus?

De fiscale afrekeningen van de personenbelasting — de zogenoemde aanslagbiljetten — worden steeds vroeger opgestuurd. Dat komt deels doordat steeds meer Belgen Tax-on-web, de elektronische belastingaangifte, gebruiken. Zeker voor wie geld moet terugkrijgen van de fiscus, is die snellere afhandeling goed nieuws. Maar op de fiscale afrekening kunnen fouten staan. Zodra u uw aanslagbiljet hebt ontvangen, doet u er dus verstandig aan dat te controleren of het te laten verifiëren door uw fiscale raadsman. Vergelijk de belasting die u had laten berekenen met het bedrag dat op het aanslagbiljet staat. Als er een verschil in uw nadeel is, kunt u overwegen een bezwaarschrift in te dienen.

Gewone aanslagtermijn

De gewone aanslagtermijn — de tijd die de fiscus heeft om uw aanslagbiljet op te sturen — verstrijkt op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Als u uw aangifte voor het inkomstenjaar 2012 — dat is het aanslagjaar 2013 — tijdig en regelmatig hebt ingediend, moet de fiscus er dus voor zorgen dat de aanslag uiterlijk 30 juni 2014 is gevestigd. Dat kunt u nagaan door de datum van de zogenoemde uitvoerbaarverklaring van het kohier, die op het aanslagbiljet staat, te verifiëren. Het is mogelijk dat u het aanslagbiljet pas begin juli 2014 ontvangt. Dat betekent niet noodzakelijk dat de afrekening te laat is. De datum van uitvoerbaarverklaring op het aanslagbiljet geeft de doorslag.

Telefoontje of brief

Gaat u niet akkoord met de fiscale afrekening van uw inkomsten, dan kunt u overwegen een bezwaarschrift in te dienen bij de fiscus. Maar zo’n officiële klacht is niet altijd nodig. Gaat het om zogenoemde materiële vergissingen, dan kunt u opteren voor de negatieve inkohiering, waarbij de fiscale controleur de fout eenvoudig rechtzet. Een telefoontje of een gewone brief volstaat daarvoor. Materiële vergissingen zijn eenvoudige schrijffouten, rekenfouten of vergissingen die te wijten zijn aan onoplettendheid en waarover geen discussie mogelijk is. Daarbij maakt het niet uit of die fouten te wijten zijn aan de belastingplichtige of aan de fiscus. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat rekening wordt gehouden met een onjuist aantal personen ten laste, of dat een onjuist bedrag aan intresten van een hypothecair krediet werd afgetrokken. Een betwisting die verder gaat dan een eenvoudige vergissing, kan enkel worden rechtgezet door een bezwaarschrift in te dienen.

Bezwaarschrift indienen

Zodra u uw aanslagbiljet hebt ontvangen, hebt u zes maanden de tijd om een bewaarschrift in te dienen bij de gewestelijk directeur ‘in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd’. Als de fiscus uw aanslagbiljet heeft verzonden op 17 december 2013, begint de bezwaartermijn van zes maanden te lopen vanaf die datum. Hij gaat in vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending, die vermeld staat op uw aanslagbiljet. In ons voorbeeld hebt u tijd tot 20 juni 2014 om een bezwaarschrift in te dienen. Enkel in geval van overmacht kan de termijn van zes maanden worden verlengd. De naam en het adres van de gewestelijk directeur staan op het aanslagbiljet. Gebruik bij voorkeur een aangetekend schrijven, omdat u dan over een bewijs beschikt.

Zodra uw bezwaarschrift bij de gewestelijk directeur is aangekomen, wordt u een ontvangstbewijs bezorgd. Dat is een administratieve formaliteit en dus geen erkenning van de geldigheid van uw bezwaarschrift. Het wil ook niet zeggen dat u de klacht binnen de wettelijke termijn hebt ingediend.

Hiernaast vindt u een model van een bezwaarschrift. Daarin wordt niet alleen bezwaar gemaakt tegen een aanslag, de indiener vraagt de fiscus ook het niet-betwiste deel van de belasting te bepalen, zodat hij betalingsuitstel krijgt voor het deel van de belasting dat hij aanvecht.

Geen wettelijke termijn

Er is geen wettelijke termijn waarin de gewestelijk directeur uitspraak moet doen over een bezwaarschrift. Toch hoeft u niet bij de pakken te blijven zitten als een antwoord uitblijft. Als de gewestelijk directeur binnen de zes maanden geen beslissing neemt, kunt u het fiscale geschil voor de rechter brengen en een vordering inleiden bij de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg.

Verzoek tot ontheffing van ambtswege

Er is nog een noodoplossing als de bezwaartermijn van zes maanden is verstreken en u onder meer door materiële vergissingen — zoals eenvoudige schrijf- of rekenfouten — te veel belastingen (‘overbelasting’) hebt betaald. U kunt dan alsnog een zogenoemd verzoek tot ontheffing van ambtswege bij de fiscus indienen. U moet zo’n verzoek doen binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar dat de aanslag is gevestigd. In ons voorbeeld is de aanslag gevestigd op 14 december 2013. U hebt dus tijd tot 31 december 2015 om bij de fiscus een verzoek tot ontheffing van ambtswege in te dienen.

JOHAN STEENACKERS

Er is geen wettelijke termijn voorzien waarbinnen de fiscus een uitspraak moet doen over een bezwaarschrift.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content