Congolese mijnen: “Internationale donoren dekken leegroof door Congolese elite”

eXtra informatie op

www.trends.be Op www.trends.be vindt u het Rapport ‘The State vs. The People – Governance, Mining and the Transitional Regime in the Democratic Republic of Congo. ‘

Het onderzoekscentrum Ipis in Antwerpen toont in een nieuw rapport over de mijnsector in Congo “hoe een samenwerking tussen de Congolese overheid en de Wereldbank heeft geleid tot het totale instorten van het staatskoperbedrijf in Katanga.” Ipis belichtte in opdracht van de Nederlandse ngo Fatal Transactions de corporate governance tijdens het recente privatiseringsproces van Gécamines. Daardoor onderscheidt het zich van alle voorgaande onderzoeken naar plundering van bodemrijkdommen in Congo.

De belangrijkste conclusies:

1. Uitgebreide bijstand van de Wereldbank sinds 2001 resulteerde in een anarchistische en ondoorzichtige privatisering, waarbij Gécamines ontdaan werd van alle belangrijkste waardevolle activa.

2. Verkoopdeals van mijnen worden onderhandeld door directeurs van het staatsmijnbedrijf, maar president Joseph Kabila en zijn entourage interveniëren veelvuldig.

3. De modaliteiten van de mijncontracten worden door experts in de meeste gevallen bestempeld als verbazingwekkend nadelig voor Gécamines. Daardoor rijzen ernstige vermoedens dat er smeergeld betaald werd.

4. De daaruit voortkomende mijnoperaties genereren nauwelijks inkomsten voor het normaal functioneren van het staatsapparaat.

5. Er zijn bewijzen dat Kabila’s politieke partij (PPRD) Gécamines gebruikt als een vehikel voor partijfinanciering.

6. “Het kan niet dat de Wereldbank niet op de hoogte zou zijn van dergelijke praktijken.” Om dit te staven, zoemt het Ipisrapport in op twee praktijkgevallen van recente privatisering: het KOV-project, verworven door de Israëlische GEC-groep en de Kinross-Forrestdeal over de mijn van Kamoto.

7. De manier waarop, onder de leiding van de Wereldbank, de introductie van een nieuw mijnregister gefaald heeft, staaft volgens de auteurs de algemene conclusies van hun onderzoek: “Tijdens de hele (politieke) overgangsperiode (naar de komende parlementsverkiezingen) zijn pogingen om praktijken van good governance te introduceren in het management van de (Congolese) mijnsector ruimschoots mislukt, omdat politieke wil daartoe ontbreekt vanwege de Congolese heersende elite. Bovendien is de Wereldbank niet geslaagd of niet bereid geweest om tegen die politieke obstructie het hoofd te bieden.”

8. De rapporteurs waarschuwen: “De heersende elite (of de meesten onder hen) zal herkozen worden en zal bijgevolg met meer legitimiteit dan voorheen haar gang gaan.”

Het rapport The State vs. The People – Governance, mining and the Transitional Regime in the Democratic Republic of Congo concludeert: “De mijnsector had tijdens de politieke overgang naar democratische verkiezingen een belangrijke hefboom kunnen zijn om de Congolese bevolking te helpen. Zij verkeert in een diepe humanitaire crisis en zou in opstand kunnen komen, indien verkiezingen niet leiden tot tastbaar betere sociaaleconomische leefomstandigheden. De internationale gemeenschap had van good governance in de Congolese mijnsector een van haar topprioriteiten moeten maken.”

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content