Concurrentieslag om wapentransporten

Luc Huysmans senior writer bij Trends

De Amerikanen activeerden enkele dagen geleden Rotterdam als doorvoerhaven voor militair materieel. Wordt de Antwerpse haven het kind van de rekening die de Amerikanen presenteren aan Louis Michel? De vakbonden zijn er niet gerust op.

Vierduizend vijfhonderd taken. Omgerekend naar een drieploegensysteem zijn dat 100 mensen die vijftien dagen lang werk hebben aan het laden en lossen van de 24 roroschepen ( roll-on, roll-off) die sinds het begin van de militaire opbouw in de Golf de Antwerpse haven hebben aangedaan. Die hadden zowat 22.000 stuks rollend materieel aan boord.

De Scheldestad is sinds de Tweede Wereldoorlog een van de belangrijkste doorvoorhavens voor het Amerikaanse leger. Vlaamse havens genieten blijkbaar een uitstekende reputatie op het vlak van vervoer van militair materieel. Want terwijl de Amerikaanse legertransporten in Antwerpen het middelpunt van een politieke discussie zijn, behandelt ook CTO in Zeebrugge Britse militaire trafieken – weliswaar op een beperktere schaal dan moederbedrijf Hesse-Noord Natie in Antwerpen.

Tijdens de Eerste Golfoorlog in 1991 werden de (veel omvangrijker) stromen netjes verdeeld over Antwerpen, Rotterdam en Bremerhaven. Anno 2003 palmde de Vlaamse mainport tot vorige week alle transport in. Aan het Vrasenedok heeft Hesse-Noord Natie een terrein van 35 hectare exclusief voorbehouden voor de opslag van militair materieel.

Maar sinds vorige week ligt de opslagkade er verlaten bij. Het Amerikaanse Military Traffic Management Command besliste op 3 april om Rotterdam weer te ‘activeren’, en verscheept 3000 eenheden rollend materieel, waaronder enkele honderden tanks, via Rotterdam. “Een direct gevolg van de uitlatingen van Louis Michel en zijn groene collega’s”, is in het havenmilieu te horen. Ook Amsterdam bood zijn leegstaande Kritikos-containerterminal aan, maar daar hadden de Amerikanen geen oren naar.

Geen wapen, geen cargo?

“Ik ben pacifist maar ook realist. Komen die Amerikaanse wapens niet via Antwerpen, dan passeren ze gewoon honderd kilometer noordelijker,” zegt secretaris Marc Loridan van de Belgische Transportarbeidersbond. Daarmee verwoordt hij het standpunt van de maritieme sector. Zijn collega Frans Jacobs van de christelijke bond Transmarcom wijst erop dat de legertransporten bovendien in de traditioneel zwakkere beginmaanden vallen. Ter vergelijking: in februari 2002 presteerden de 6000 Antwerpse havenarbeiders zowat 120.000 taken, in oktober 135.000. De 4500 extra shifts voor het Amerikaanse leger waren dus meer dan welkom.

Het meeste bijkomende werk in vergelijking met een normaal roroschip zit in de lashing, zeg maar het vastzetten van de vrachtwagens, helikopters en tanks op de schepen. Ook het laden gebeurt met een maximumsnelheid van 20 kilometer per uur, een flink pak trager dan wat bij autoschepen gebruikelijk is. “Een aantal havenarbeiders heeft zelfs een opleiding gekregen om met tanks te kunnen rijden,” weet Jacobs.

De meeste waarnemers zijn niet zozeer bezorgd om het verlies van de rechtstreekse werkgelegenheid, in de vorm van die 24 extra schepen. Volgens ruwe schattingen behandelde Antwerpen 2002 65.000 ton legermaterieel, ongeveer even veel als de jongste weken alleen al is aangevoerd. Daarnaast werden zowat 50.000 containers gelost of geladen, waaronder een niet onaanzienlijk aantal met legervoorraden van Heinz Tomato Ketchup. Op de totale trafiek tussen Antwerpen en Noord-Amerika (23,7 miljoen ton, goed voor het marktleiderschap vóór Rotterdam) is dat niet veel.

Maar dat het Amerikaanse leger schepen volledig chartert van rederijen als Grimaldi en Wallenius (en ze tussen haakjes statistisch gemakkelijker te achterhalen zijn) blijft uitzonderlijk. Meestal zijn legertransporten niet meer dan de basis om een commercieel schip te vullen. Zo deden vorig jaar 42 schepen van de rederij American Roro Carriers de Antwerpse haven aan. Een deel van de ruimte werd verhuurd aan het US Army, de rest werd opgevuld met commerciële trafiek. Ook containerrederijen als het Deense Maersk (via de Amerikaanse dochter Sea-Land), het Singaporese NOL (via American President Lines) of het Canadese CP Ships (via Americana en Lykes Lines) kunnen hun commerciële tarieven aantrekkelijker maken dankzij de militaire basistrafiek.

De grote angst in Antwerpse havenkringen is dat die goederenstromen mee verhuizen wanneer het Amerikaanse leger beslist om de transporten via een andere haven te laten verlopen. En dan gaat het over veel grotere cijfers. “Het sleept soms jaren aan om een klant terug te lokken. De uitspraken van moraalridder Louis Michel worden bijzonder scherp in het oog gehouden.”

“Trouwens, waarom komt men altijd de havenarbeiders verwijten dat ze geen pacifisten zijn?” vraagt Marc Loridan zich af. “De spoormannen krijgen ook hun deel van het werk.” Dat bevestigt woordvoerster Leen Uyterhoeven van de NMBS, maar meer info mag ze niet geven. “Wij hebben een eenmanscel die alles in verband met die militaire transporten opvolgt. Honderd treinen? Sorry, geen commentaar.”

En zelfs via de lucht wordt militair materieel via België naar Irak gebracht. Op de luchthaven van Oostende strijken per dag één of twee extra Boeings neer. Maar Aviapartner, het bedrijf dat de door het Amerikaanse leger gecharterde toestellen afhandelt, wordt er niet rijk van, bezweert woordvoerster Christine Karels. “De oorlog doet andere luchtvaartmaatschappijen schrappen in hun vliegaanbod. In Zaventem is er sinds de eerste bommen op Bagdad 5 % tot 10 % minder verkeer. Dat verlies maken die twee vliegtuigen in Oostende niet goed.”

Luc Huysmans

Sinds vorige week verschepen de Amerikanen 3000 eenheden rollend materieel via Rotterdam, niet via Antwerpen. “Een direct gevolg van de uitlatingen van Louis Michel en de groenen,” klinkt het in het havenmilieu.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content