Concurrentie uit de stad

Hoe meer vertragingen in de lucht, hoe rooskleuriger de toekomst van luchthavenhotels eruitziet.

Wie herinnert zich de luchthaven van Frankfurt nog twintig jaar geleden? Stroken beton gekneld tussen autosnelwegen en daar nog eens tussen geplakt, een enkel hotel: een Sheraton-vestiging. Deskundigen vonden het een bizar idee om zo’n high-standardhotel vlakbij een luchthaven neer te poten. Moesten daar niet enkel veredelde motels staan?

De deskundigen hadden het mis, Sheraton kreeg gelijk. Nu vormen luchthavenhotels van de betere soort één van de snelgroeiende niches in het hotelwezen. Eerst en vooral is het een kwestie van tijd. Vaak liggen luchthavens een heel eind van de stadscentra. Dat kan voor files en verkeersellende zorgen. Dus kan een meeting veel makkelijker in zo’n luchthavenhotel.

Dat wil zeggen voor de “bezoekende” partij. Wat met de “thuisspelers”? In de jaren tachtig en negentig trokken almaar meer bedrijven uit de oude stadscentra weg. Die vlucht is nog altijd bezig. De ondernemingen zitten nu in de rand van de steden of op nieuwe industrieterreinen. Voor hun werknemers is het even makkelijk – zoniet makkelijker – om voor een vergadering naar de luchthaven te gaan in plaats van naar een locatie hartje stad.

Bovendien leerden de luchthavenhotels in de loop der jaren almaar beter inspelen op hun cliënteel. Dat betekent onder andere snellere check in en check out, moderne elektronica op de kamers, veel – zelfs héél véél – vergaderruimte met de nodige faciliteiten, snelle verbindingen met de luchthaventerminals en correcte informatie over wat er op de luchthaven zelf gebeurt.

Het staat in de sterren geschreven: hoe meer vertragingen in de lucht, hoe hoger deze hotels gaan scoren. Ondanks hun relatief hoge kamerprijzen. Terwijl de zakenman en het kaderlid die hartje stad logeren, zich door het verkeer worstelen en na een dollemansrit met een overspannen taxichauffeur tot de vaststelling komen dat hun vlucht een uur vertraging opliep, zitten hun slimmere collega’s een uur langer rustig in het airport hotel. Zij krijgen on-line-informatie over vertrektijden en vertragingen via elektronische borden en het interne videocircuit.

Voor hen geen geraas om daarna zinloos te moeten wachten. Zij kunnen voortwerken, bellen, eten of drinken. Vandaar ook dat luchthavenhotels zeer zware concurrenten zijn geworden van de etablissementen in de stadscentra.

Die zien met lede ogen hoe managers en kaders rond de luchthaven blijven “hangen”.

Jammer voor de stadsvestigingen want aan één nacht in de week verdienen zij zelfs tegen een corporate rate, meer als aan vijf nachten van een touroperator.

marleen fynhoudt